9 resultaten

1421-04-16 |

R.A.H. 84 fol 108
Jaartallenindex

bevelinge van het scoutambacht van Enchusen, een jaar lang, op Dirc Gerbrantsz. Op 22 Juni d.a.v. verlengd van Pinxteren naistcomende over een jair na inhout synre bevelinge. Datum Aemsterdam

Smit | 1522-01-13

O.R.A Hoorn Allerhande Schepenakten 4573 fol 331
Achternamenindex

Pouwels de Smit: "bekende Pieter Jansz Berckhout, de smit, thien gulden van huijshuyr ende sal betalen St Jan naistcomende sonder langer dach"

1450-03-23 (1449) |

R.A.H. Coll Aanw 223 fol 187v (87v ?)/Mem. Bossaert fol 78v
Jaartallenindex

die procureur-generaal van Holland contra Godscalc Oom ende anderen hier nae genoemt. Up denselven dach hebben Godscalc Oom, Aelbrecht van Raiphorst, schout tot Haerlem, Jan van Adrinchem, Dammas Willem heren Aelmansz, Jan van Bekensteijn, elcx bijsonsers, Clais Lieve, mr Jacob van Zantvoirde ende Clais Jansz van Hillegom samentlic, dach genomen tiegen die beclachten van den procureur te verantwoorden ende die te Hove over te brengen des Saterdages na Quasimodo naistcomende

Dalem, van | 1438-05-06

R.A.H. Coll Aanw 208 fol 449/Mem Hof van Holland fol 187
Achternamenindex

was gescreven Cornelis Hugenz van Dalem, dat hij hem "mit sijne magen" beraden soude op sien cedel als hem bij de rade myns genad. heren overgeleverd is, ende daeraf senden sijn antwoorde den voirs. Rade up ten 24e dach van Meye naistcomende

Beets, van der | 1419-05-27

Rechtspraak Graaf van Holland III p 287
Achternamenindex

lofnisse Bartout Pietersz van der Beetz: " item des saterdages upten 27 dach in Mey is gecomen voir den tresorier here Florens van Borssel, Bartout Pietersz ende Pieter Gaefszoen ende heeft gelooft an dez tresoriershant tot mijns heren behoef up sijn lijf ende op sijn goet te beteren bi den tresorier, bi Willem van Brederode ende bij andere mins heren rade, die de tresorier dairbij neme sal, sulke brueken als dair him die scout van Yedam up en Manendage naistcomende van mijns heren wegen of toegesproken soude hebben. Ende heeft him vorder verwilkoert, dat hi dair geen weer tegen doen en sal met genen rechte geestlic noch waerlic sonder argelist. Mit vorwairden worde Bartout niet toegesproken tusschen dit en St Lambrechtsdage naistcomende, so souden zij van den borgtochte vrij ende gecwyt wesen"

borgen: Wouter Willemsz, Gherijt Willemsz, Jan Willemsz., Gheryt van der Beetse, Andries Claesz en Jan Claes

1424-10-09 |

R.A.H. Coll Aanw 79 fol 74/Memoriale Ducis Johannis fol 51 (ingestoken papier)
Haarlem Algemeen

geloifde an des tresoriers handt Adriaen van der Woerde tot myns Heren behoef, wairt dat men hem bewysen can dat yet gebuert heeft in der houtvesterije van Hairlemmerhout dat hij mynen genadigen Heer niet gereeckent en heeft, dat sal hij mynen gen. Heer weder opleggen. Ende desgelyx heeft Floris Henrixz zyn bastairt boeder geloift an des tresoriers hant tot myns Heren behoef, wairt dat hij ijet gebuert heeft in der Houtvesterije voirs, dat hij syn broeder Adriaen voorn. niet ter reeckeninge gebracht en heeft, dat hij dat mijnen genadigen Heer weder opleggen sal tusschen dit en onser Vrouwendage te Lichtmis naistcomende

Doede~ | 1404-06-14

Rechtspraak Graaf van Holland II p 194/IV Memoriale B.J. fol 68v
Achternamenindex

hertog Albrecht beveelt alle medeplichtigen aan de moord op Simon van Zaenden, Jan van Zaenden, Willem van den Woude en zijn zoon Simon voor eeuwig uit al zijn landen te verbannen. "Voirt so willen wij, dat onse scout ende gherechte voirs (Haarlem) bannen ende uutroepen Willaem die Grebber, Jan Willem sijn broeder ende Heyn Doude uut onser stede van Hairlem 10 jair lang, ende die eerste 3 jair naistcomende uut allen onsen landen te wesen ende tenden den eersten drie jaren nymmermeer dair weder in te comen tensy bi onsen wille"

Haarlem

1440-02-16 | Wognum

G.A. Amsterdam Inv B.W. 581b regest 344/Arch Carth bij Amsterdam
Jaartallenindex

schepenen in Amsterdam oorkonden dat Jacob Florensz, Florens Jansz als een voogd van zijn moeder Lobbrich Jan Floriszoons weduwe, en Lutgairt Willem Florenszoons weduwe met haar gecoren momber Peter Jonge, gelieden dat zij opgebeurd en ontvangen hebben van de Carthuizers bij Amsterdam 48 nobelen (2½ Overlantse Rynse gulden voor elken nobel gerekend), van welk voorsz geld Jacob de helft ontfing. Item van dander helfte ontving Florens voorn. 16 nobelen en Lutgart 8 nobelen, alse op ten coep van den zes margen ende 4 hont lants die dese voors. persone den Carthuseren voirs. vercoft hebben, leggende tot Woggenem int Glop, ghehieten Jan Snoeijen zaet, elken morgen voir 15 nobelen, als van der eerster dach der betalinge ende aldair die ander dach van betalinge af wesen sal tot Beloken Pinxteren naistcomende of 8 dage dairna onbegrepen. Voirt so iste wetene dat wij gesien ende overgelesen hebben enen brief besegelt mit statzegel van Zwolle, dair Lobbrich mit hore mondbair in gemachtigt hebben Florens hore zoen te vercopen, enen quytancie van betalinge dairaf te geven als van sulker erfenisse ende goede als Jan Florensz hair man after gelaten heeft (vgl 1440-02-14, 1441-02-10)

Adriaen Matheus Mijsz | 1484-10-06

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 402v, 362v
Voornamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: heer Adriaen Matheeus Mijssz, pastoor van Hogelande, wordt binnen jaar en dag beleend met een deel van zekere tienden gelegen in Hoichlant in het land van Walcheren, zoals de pastoors van Hoichlant van ouds van de abdij in leen gehouden heeben, tot een onversterfelijk erfleen; 1454-10-01: "het is geordonniert dat die pastoer van Hoegelande in properen persone te Utrecht komen sal of seynden mit een volcomen macht cantate naistcomende, ende sulke brieven nemen van den pastorie tyenden in Hoegenlande dat hij die houdt van den abt"