1530-12-12 |

R.A.H. Coll Aanw 117 Caput N.H. fol 211, 212v

Jaartallenindex

leenmannen van Holland oorkonden dat mr Cornelis Joosten van Schoonhoven opdroeg tbv Vincent Cornelisz, Raad des keizers en eerste meester van de rekenkamer in den Hage, 8 morgen lands in het ambacht van Nieuwcoop, zuidwest: en noordwest: Dirck Willemsz van Poelgeest erfgenamen met een leen van Holland, noord: Dirck Willem Pietersz erfgenamen ook met leen van Holland, zuidoost: Dirck Aertsz erfnamen, zulcx en in alre manieren als hem die bij overgifte van Enghebrecht van Scheyden verlijt sijn geweest. Met het verzoek om Vincent hiermede te belenen. Op 1532-01-05 (1531) beleent Karel mr Vincent Cornelisz met het voorn. leen, tot een onversterfelijk erfleen

Jan Heynricsz, secretaris des keizers en ontfanger der exploicten, Thomas Cachiopyn, Cornelis Barthout, leenmannen; 1532-01-05: mr Joost Sasbout, mr Reinier Brunt

1545-11-30 |

R.A.H. Coll Aanw 122 Caput Kennemerland fol 93-96v

Jaartallenindex

Cornelis van Bergen, here van Zevenbergen etc oorkondt dat hij bij brieven dd 1541-06-15 om te volcomen en voldoen zekere huwelijksvoorwaarden gemaakt tussen jhr Ott van Assendelft en Geertruid van Bergen, onse natuerlijke zuster, in dato 1538-11-03, geconstitueerd hebben, Cornelis van Assendelft, joncker Ott's zoon, geprocreert bij Geertruid, een rente van 250 Kar gld per jaar, ter lossing den penning 20, verzekerd op onse heerlyckheden en domeinen van Noordeloos en Nieucoop, onder conditie dat joncker Otto gedurende zijn leven heffer van de helft zou wesen en Cornelis van de andere helft, bedragende 125 Kar gld in betaling waarvan Cornelis de jaren 1538-1545 ten achteren is, en hij aan hem nog 150 Kar gld die wij tot onsen laste genomen hebben tot ontlasting van de gravinne van Hoorn, onse nichte. Hij is dus nog schuldig aan Cornelis van Assendelft, die nog een weeskind is, 1150 Kar gld. Hij verkoopt hiervoor een losrente van 72 Kar gld, losbaar met 1150 Kar gld, onder verband van genoemde heerlijkheden Noordeloos en Nieuwcoop. Daar dit lenen zijn van de grafelijkheid machtigt hij Willem van der Criep, Cornelis Herpersz van Haeften en Adriaen van Lavelle, procureurs, om deze belasting te effectueren. Gegeven op onzen huyse tot Eemskerke (vgl 1545-12-14)

1538-07-07 |

R.A.H. Coll Aanw 121 Caput Z.H. fol 62v, 66

Jaartallenindex

Kornelis van Berghen, heer tot Zevenbergen, Grevenbrouck, Heeswijk, Melin, Borsselaer, Bethij, Lichtert, Noordeloos, Nieuwcoop, Heemskerk, Oosthuizen, Ettersum, der Schelling, oorkondt dat overmits een somma van 4014 R gld die ons ten volle betaald zijn bij de heer Floris van Egmond, grave van Bueren en heer Robbrecht grave van der Marck en Arenberch ende Philips Pienack, executeurs test. van wijlen heer Erard van der Marcke, in zijn leven Cardinaal-legaat en bisschop van Luik, wij vercoft hebben en verkopen bij desen een jaarlijkse en erfelijke rente van 223 R gld, en dat tbv Robbrechten des jongen, grave van der Marcke en Arenborch, te betalen tot sHertogenbosch of Antwerpen, verhypothequeerd op de heerlijkheid, middel-, hoge en lage onser stad en goeden van Zevenbergen. Losbaar deze rente met een bedrag van 4040 Brab. gld. Hij geeft volmacht aan Janne Thijbout, onse scholte en casteleyn en mr Jan Jansz Kinderen, onse procureurs en dienaar in den Hove van Holland om de vestiging van deze rente op de juiste wijze tot stand te brengen. Op 1538-07-31 compareert Jan Jansz mitte kinderen als gemachtigde van heer Cornelis van Bergen en draagt de voors. rente op tbv joncker Robbrecht jonge grave van der Mercke, van Arenberge, heere tot Egremont met de heerlijkheid van Zevenbergen als onderpand, die er vervolgens mede beleend wordt. Daar hij onmondig is, doet zijn rentmeester Fop Willemsz de eed voor hem

heer Zeghelyn van Alpheringen, heer tot Hofwegen, ridder, Barthoud van Assendelft, secretaris ord. van onser Rade, Cornelis Barthouds, Willem Pietersz van Criep, Anthonne Lebucq, leenmannen