Bedoelde u soms?
nieland | niemand | nyeland | nyelant | nyemant | nyenland | nyland

3 resultaten

1516-01-20 (1515) |

R.A.H. Coll Aanw 241 fol 119/Mem. Hof van Holland
Jaartallenindex

Jan Jansz [Claesz], gevangene op de Voorpoort in den Hage, erkent schuldig te zijn mr Jan Jansz wijlen burgemeester van den Briel, 27 ½ R gld ter zake van 2 jaar pacht van zekere erven binnen den Briel. Welke somme hij denzelven mr Jan gesoigneert heeft gehad op een Henrick Florysz staethouder, omme bij denzelven staethouder betaelt te worden lange voor date van zekere cessie bij den voorn. Jan Claesz [!] gevangene vercregen, zoedat hij mitsdien geen melding en maect in de declaratie en inventaris van zijn goeden, schulden ende uytsculden. Des beloofde mr Jan voirs denselven Jan Claesz de voors. erven te laten gebruiken zijn pacht uijt gedurende, welverstaende dat hij die nyemand anders en zal laten gebruycken

1438-09-14 |

Coll Aanw 206 fol 586v/Mem Rosa II fol 230v
Jaartallenindex

hertog Philips etc allen capiteynen, casteleynen, baljuwen, schouten, burgemeesters, scepenen en Raden etc en alle ander dienaars en ondersaten van Holland, Zeeland en Vriesland, laten u weten, hoe dat Florys Deschamps, onsen bailiu van der Sluijs ende Willem de Wilde, onse ondersaet en poorter aldaar, overmits die groote nood van koorn die is binnen derselver onser stede, hebben geladen twee coggeschepen, daervan den een meyster af is Dirck Jansz, ende van der ander Steven Hellem, te weten met olijen, zeep en anders goeden hun beyder toebehorende en nyemand anders, om te voeren binnen der stede van Bremen en nergens elders, en aldaar weder koorn en ander provende te laden tot orboir ende proffite onser vors. stede van der Sluys. De Raad beveelt een ieder deze beide coggeschepen vry en ongehinderd te laten varen

1423-10-26 | Purmerend

R.A.H. Coll Aanw 77 fol 193v/Memoriale Ducis Johannis fol 150v
Jaartallenindex

hertog Johan oorkondt "want wij uijt rechter natuerliken gunsten ende trouwen Johan onsen bastairt, gegeven ende gegonnen hebben, alle alsulcke goede als Willem Eggairt in t leste van sinen live achterliet, ende gelegen sijn in Holland, gelyc als die brieven inhouden en gegripen die hij van ons daerof heeft, des onsen lande nutte ende oirbair waer, dattet huijs tot Purmerende weder begrepen ende opgetimmert worde, so hebben wij voir ons etc Johan voirs etc gelooft ende geloven mit desen brieve, dat wij hem die goede voirs niet wederseggen en sullen, noch wij noch nyemand van onser wegen en sullen ons dier goede kroden of bewinden, of onse hande daeran slaen in eniger wijs, wij en hebben eert Johan voirn. wail voldaen ende vernoecht van sulken gelde als hij an den huyse tot Purmer ende vertymmert hadde of daeran te coste geleecht, daer hij datselve huijs mede gesterckt of gevesticht hadde sonder argelist, des hij ons mit goeder reeckeninge redelic ende besceijdelic sal mogen bewijsen