7 resultaten

1435-04-22 |

R.A.H. no 86 fol 308v
Jaartallenindex

bevelinge van het schoutambacht van der Nyerkerck op Bertout van Assendelft. Op denselven dag wordt Berthout voorn. een plackaet gegeven inhoudende dat hij in den voors. schoutambachten van Riedwijck ende van der Nyerkerck een stedehouder sal mogen setten

Ghysbrecht Tatincxz | 1494-1495

Rek Rentmeester Kennemerland 922 fol 28
Voornamenindex

schepen van Nyerkerck (bij Haarlem): Gysbrecht Tatincxz

1438-03-20 | Nieuwerkerk

R.A.H. Coll Aanw 465 fol 114v/Leenregister Brederode fol 58
Jaartallenindex

Reynalt heer tot Brederode oorkondt dat Peter Jansz voor schout en schepenen van Nyerkerck hem heeft opgedragen 6 maden lants gelegen in den ban van der Nyerkerck ende is geheten Bulgerwout, ende belent hebben mit erve west: Geryt Pieter Buytwechszoon, west (!): onser Vrouwengilde binnen Haerlem. Peter Jansz wordt er vervolgens mede beleend tot een onversterfelijk erfleen, te verheergewaden met een rode sperwer

1558-02-12 |

P.N. van Doorninck: Inv Charters van der Does regest 71
Jaartallenindex

Gerrit van der Nyerkerck, abt van St Pouwels te Utrecht, beleent [?] Jan van Mathenesse met de tienden gelegen tussen Scherpendrecht en Louwersloot, in den kerspel van Hillegersberch, grof en smal, bij dode van zijn vader Adriaen van Mathenesse, tegen een pacht van 5 £ Utrechts, jaarlijks te betalen in de maand Mei (vgl 1524-05-11)

t.o.v. Bernt Proeijs, Roebert van Druenen, leenmannen van St Paulus

1438-05-18 | Hardinxveld

Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 fol 49/Carth St Geerdenberg
Jaartallenindex

notaris Wilhelmus filius Broden de Medemblik, clericus Traject. diocesis, instrumenteert dat dominus Johannes Camerling, presbiter Trajectensis. Tot zijn executeurs-testamentair benoemt hij dominus Nicolais ter Ouderkerck aen die Ghyesen et Rodolphus ter Nyerkerck an die Ghyzen, Traj. diocesis curator, Hermannus ploechmaker, civis Trajectensis, et Theodericus Robbenz parochianus in Werkendam ac Gherardus die bilre op Herdichvelt, laicos (vgl 1438-10-18)

presentibus domino Andrea de Wyringhen, presbitero, Theoderico de Wyringhen, clerico in curia Traj. causarum procaratore

1495-08-19 |

R.A.H. Coll Aanw 110 Caput Z.H. fol 38
Jaartallenindex

Maximiliaan en Philips belenen Jan van Wedenae heren Jacobsz na dode van zijn vader met: 1) dat huijs tot Giesenburch metter hofstede, cingelen, boomgaerden ende heerlicheyt van dien met die manschappen daertoe behorende; 2) een stuck lands daertoe behorende, geheten die Nesse ende daertoe die heerlycheyt van der Nyeuwerkerck metter bailjuschap en schoutambacht derselver heerlijkheid, met de nakoop van de verkochte en verstorven landen, met die zwaendrift van 16 paar oude zwanen, met de visserij boven en beneden de brugge, ende een watergang en 2 gesworen die men hiet heemraeden, die één binnen slands en die andere op de hooghen dyck, met een clerck die hij als heere van der Nyerkerck sal mogen setten ende versetten alst hem goetduncken zal; 3) ⅓ deel van de nageschreven percelen van Nyerkerck in die Giessen, te weten van den molen van den koornthiende, van den smalthienden, van den jaerlyksen marckttollen, van beesten, van der excijse, van t recht van den brugge, van jaerschote, van jaerlycxen thyns, van de helft van t pinte bier. Tot een onversterfelijk erfleen. Al t welck de vader van Jan van Wenae in zijn leven vercreech van Adriaen van Delff; 4) ⅔ van den nageschreven percelen in Nyerkerck, te weten van den molen, van de corentiende, van de smaltiende, van de jaerlycse marckttollen, van de beesten, van de excijse, van t recht van der brugge, van den jaerscote, van de jaarlijkse tyns ende van ½ van t pinte veer [bier ?], tot een onversterfelijk erfleen, die zijn vader Jans van Wenae in zijn leven verkreech van Floris Coelbrant

present: Ingelram de Jonge, Philips Say, Dirck van Boneem, Pieter Pluymion, Floris van Wyfvliet, Jacob Adriaensz

1476-1478 (1) |

Rek Rentmeester Kennemerland 908
Jaartallenindex

ontvangsten fol 9v: die vroensculde in Gyspe dat dorp alle jaer betaelt 12sc. Die schole in Ghysp die dat dorp betalen alle jaren Bartolomei alsvoren 26sc sjaers, hier van 2 jaren 52sc; (fol 10) van eenen thinse gelegen in de ban van der Nyerkerck ende Schalcwijc bij Haerlem, minnen here anbestorven van Jan uten Hage; (fol 22v) ontfanck van lantpachten comende van besterfte: 1) van ¼ deel in Gouwencamp, groot wesende deselve camp int geheel 1 mat lants. Item ¼ deel van ½ mat lants geheten den Eterdijck ende noch ¼ deel van 3 hont lants in Zijberzweer. Al te samen in de ban van Westzanen, dewelcke Dirc Jansz in pachte houdt, 3 jaren lanc gedurende om 6 stuvers sjaars; 2) van ½ van ¾ deel van een camp lants geheten de Venne, gelegen in de ban van Westzanen, groot wesende vierdal mat, dewelke Willem Gerbrantsz in pachte houdt, 3 jaren lang, om 36sc sjaars. [Uit de rekening 1482-1483 (913 fol 16) blijkt dat dit land aan de grafleijkheid verstorven was van Aechte Garbrantsdochter, gestorven te Westzaen, daar haar dochter Griete Jacobsdochter in Oostvriesland woont. Onlangs werd dit land echter opgeeist door Vrederick Jansz, poorter van Haerlem, die de erfenis van Aechte gekocht had van zijn oom Heinrick Mathijsz die cuper, geechte man van Griete Jacobsdochter voors. De grafelijkheid behoudt het land maar geeft vergoeding aan Vrederick]