11 resultaten
1574-03-18 (1573)
folio 142v
Transportregister Haarlem
Frans Claesz Raveling verkoopt aan Pouwels Cornelisz decker een camer en erve opt Cleyne Heylige lant, aen d'een side: Engel Pouwelsz, an d'ander: de erfgenamen van Adriaen Croon, achter streckende aen t erve van Frans voors. Belast met 7 oortgens sjaars. Koopsom 60 Kar gld
1552-06-20 |
Arch Grote Gasthuis Haarlem Inv no 10
Jaartallenindex
extracten uit het testament van Florys van Adrichem: St Elisabethsgasthuis te Haerlem bespreekt hij een stuck lants gelegen in den ban van Uitgeest, groot 18 geersen, genaamt Harincksven, gebruijct bij Thaems Reyersz om 40 Kar gld sjaars, onder condicie dat zijn huisvrouw Katrijn Gerritsdochter haar leven lang de bruikweer van dit land houden zal. Na haar dood zullen gasthuismeesters gehouden zijn alle jaren den zieken in het gasthuis te geven op den eersten zondag na H. Driekoningen, een eerlijke maaltijd met gebraden, en elke zieke ½ pint Rijnwijn of Romenie wat zij van beide het liefst zullen hebben met een oortgens wittebroot. Floris van Adrichem Wmz, poorter der stad Haarlem, confirmeert de testament die hij anno 1552 op 20 Juni voor notaris en getuigen gemaakt heeft, behalve wat betreft de navolgende punten etc (met nog andere extracten, zie Enschedé no 1487)
Aelbrecht Claesz, notaris publiek, ter presentie van mr Jan Maertensz, doctor in de medicijnen, en Willem Gael Cornelisz, poorters van Haarlem, als getuigen
1601-03-17
R.A.H. O.R.A. 1064 fol 24
Transportregister Bloemendaal
schout en schepenen van Overveen etc oorkonden dat Jan Aelbertsz, onze medebroeder in het schependom erkende verkocht te hebben aan Cornelis Jansz Argeman een stuckgen lant groot 5 hont, west: die Santvoerderwech, noordoost: Stuyvesant, noord en noordwest: Cornelis Jansz Argeman. Belast met 2 oortgens thijns of erfhuer en mette Syllwech (?)
Balthasar Cornelisz, schout, Floris Jacobsz en Vrederick Thamisz, schepenen
1618-12-17
R.A.H. O.R.A. 1064 fol 169
Transportregister Bloemendaal
schout en schepenen in Tetrode oorkonden dat Gerrit Maertsz, onze buerman, erkende verkocht te hebben aan de eerbare Marija Jacobsdochter, weduwe Ysbrand Jacobsz Dob en haar zoon Jacob Ysbrantsz Dob, beide wonende te Haerlem, ieder voor ½, een hofstede, huijs, werf en land in de ban van Tetrode ofte Overveen. Met nog een crofte lants mede aldaar gelegen. Groot in t geheel volgens de meting van Heyndrick Symensz, lantmeter dd 1618-07-14, 14 morgen 58 roeden, noord: het Elisabethgashuis, oost: de erfgenamen van Maerten Pickert tot Zandvoort en Wouter Gerritsz Court, zuid: Gerrit Jorisz, west: de Heereweg. Belast met 1 braspenn. en 1 penn Brederodes erfhuer. En nog 7 duits sgraven erfhuur. De voors. crofte lants belend noord: de erfgenamen van Frederic Ramp, west: de wildernis, zuid: de voors. hofstede en landen, oost: St Elisabethsgasthuis. Belast met 12 penn Grafelijke erfhuur en 7 oortgens Brederodes erfhuur. Koopsom 7000 Kar gld
Hans Aelbertsz Colterman, schout, Pieter de Munnick en Engel Pietersz, schepenen
1628-03-23 (3)
R.A.H. O.R.A. 1066 fol 7-11
Transportregister Bloemendaal
de kavels van de erfenis van Cornelis Pietersz Langeneel en Dignum Willems: - kavel C, tebeurt gevallen aan Lysbeth Cornelisdochter: de bleykerij nu gebruikt bij Arent Fransz, noord: Hans Willemsz, oost: de Vaert, zuid: de blekerij gebruikt bij Joost cosyn, west: de watering tussen de Welige croft en de blekerij; noch de zuiderhelft langs deur van het stuk land genaempt "derdalf madt", hiervoor onder B gedeeld; noch het middelste derde part van het paardeveldeken en de noorder helft van het voorste stuk achter de boomgaert. Kavel D, aan Ysbrant Jansz: de bleykerij gebruyckt bij Joost Cosijn, noord: Aernt Fransz, oost: het scheijt, zuid: het paardeveldeken en de 7 mad, west: de watering; de voorste helft van de morgen waarvan de achterste helft onder A gesteld is, het westerse 3e part van het paerdeveldeken, de zuider helft van het voorste stuck achter de boomgaert. De erfgenamen moeten elk hun deel aan de erfhuur van 7 oortgens betalen
1598-12-11
R.A.H. O.R.A. 1063 fol 171
Transportregister Bloemendaal
schout en schepenen in Overveen etc oorkonden dat Thaems Engelsz, buerman in de voors. banne, geassisteerd met zijn oom Cornelis Thaemsz, buerman in Overveen, en gecoren voocht in deze, erkende verkocht te hebben aan Arnout van Beresteijn, poorter binnen Haerlem, ⅙ part in zekere bleekerij en landen te Aelbertsberg, hem aangecomen van wijlen zijn grootouders Thaems Engelsz en Annatgen Heyndrixdochter, west: die wildernis, oost: de weduwe Hans Conijn te Haerlem, zuid: Thonis Aelbertsz pottebacker, Engbert Gerritsz de Jonge en Floris Jacopsz gezamentlich, noord: de Cleverlaen. En voorts ⅙ part in een weyde groot 2½ maden, hem aangecomen als voren, gelegen in de ban van Overveen, oost: die Delft, noord: de stad Haarlem, zuid: t gasthuis te Haerlem, west: Floris Jacobsz. Belast met ⅙ part van 35 st jaarlijkse pacht die de H. Geest binnen Haarlem daarop heeft. En nog ⅙ part van 7 oortgens per jaar erfhuur. Borg stelt zich Cornelis Thaemsz. Hij stelt tot onderpand het hem competerende ⅙ part in de voors. blekerij
Balthasar Cornelisz, schout, Gerrit Dircsz Slinck en Claes Aerysz, schepenen
1602-08-28
R.A.H. O.R.A. 1064 fol 42v
Transportregister Bloemendaal
schout en schepenen in Overveen oorkonden dat Thaems Jansz van Aelbertsberge, tegenwoordig woonachtich te Wieling in Oostlandt, erkende verkocht te hebben aan Arnout van Beresteyn, poorter van Haerlem, eerst ¼ part in seeckere bleyckerije en landen tot Aelbertsberg, hem aangekomen van wijlen Thaems Engelsz en Annitgen Heyndericxdochter, zijn bestevader ende bestemoeder. Belend west: die wildernis, oost: de kinderen van Hans Conyn, zuid: Anthonijs pottebacker ende Engbert Gerrietsz de Jonge, noord: die Cleverlaen. Met nog 1/12 part in een weijde, groot 2½ maden, hem comparant aangekomen als voren, gelegen in de ban van Overveen, belend oost: die Delft, west: Florys Jacobsz, zuid: het gasthuis van Haerlem, noord: de stad Haerlem, alles gemeen met denselven Beresteyn, Cornelis Thamisz ende Maertgen Heyndericsdochter. Belast met 1/12 paert van ende [!] dertich stuvers jaerlicxe pacht die de H. Geest te Haerlem toekomen. Ende noch 1/12 part van 7 oortgens per jaar erfhuer. Beide staande op de voors. bleykerij, alsoe de voors. 2½ maden vrij zijn
borg: Jan Aryensz All, buerman in Aelbertsberg, vader van Thaems Jansz; Balthasar Cornelisz, schout, Cornelis Jansz Argeman en Pieter Jansz Keuij, schepenen
1606-12-28
R.A.H. O.R.A. 1064 fol 83, 83v
Transportregister Bloemendaal
schout en schepenen van Tetrode oorkonden dat Cornelis Geleijnsz, buerman tot Heemstede, als man en voogd van Marretien Claesdochter, Gerrit Maertsz, buerman in Tetrode als man en voogd van Brechte Claesdochter ende Crijn Florisz als zoon en erfgenaam van zijn moeder Alidt Claesdochter, alle kinderen en erfgenamen van wijlen Machteld Claes Drooch, opdroegen aan de Regenten van de H. Geest te Haarlem, een stuck weijdlands, groot 2 morgen, gelegen in de ban van Tetrode, belend noord: het St Elisabethsgasthuis te Haarlem, noord (!): Gerrit Maertsz voirs, west: Cornelis Jansz Argeman, zuid: de erfgenamen van Maerten Picker, koopsom 1200 Kar gld. Dezelfde comparanten transporteren eodem die aan Gerrit Maertensz, onze medebuurman (opschrift: heurluijder swaeger) ⅔ part van een crochte hooch lant, groot 6 morgen 2 hont gelegen in de ban van Tetrode, noord: Frederic Ramp, west: de wildernis, zuid: Gerrit Maertensz voors, oost: St Elisabethgasthuis. Belast met 12 penn per jaar grafelijkheids erfhuur en 7 oortgens jaerlixe Brederode's erfhuur. Het ⅓ part komt hem reeds toe van wege zijn vrouw Brechgien Claesdochter, mede kint en erfgename van Machteld Claesdochter. Koopsom 316 Kar gld 9st
Balthasar Cornelisz, schout, Willem Cornelisz Langeneel en Floris Jacobsz, schepenen
1598-03-12 (1)
R.A.H. O.R.A. 1063 fol 146 no 130
Transportregister Bloemendaal
schout en schepenen in Overveen oorkonden dat Thaems Cornelisz, buerman tot Aelbertsberg, opgaf ten vrijen eygen Marytgen Heyndricsdochter, weduwe van Jan Gerritsz Oly, poorteres te Haarlem, ⅙ part in seeckere bleeckerie en landen gelegen tot Aelberechtsberg, hem comparant aangekomen van wijlen Annatgen Thaemsdochter, zijn grootmoeder, west: die wildernis, oost: de weduwe van Hans Conijn te Haarlem, zuid: Thoenis Aelbertsz pottebacker, Engbert Gerytsz die jonge en Floris Jacobsz, noord: de Cleverlaen. En nog ⅙ part in een weyde groot 2½ maden in de ban van Overveen, hem comparant als voren aangekomen, oost: die Delft, west: Floris Jacobsz, zuid: t gasthuijs tot Haerlem, noord: de stad Haerlem. En nog ½ in een veldeken zoals dat aen de blekerij gelegen ende aengecomen is van zijn moeder Guerte Thamsdochter, daarvan zijn oom Cornelis Thaemsz de wederhelft toebehoort. Belast met 400 Kar gld hoofdsom, rente te betalen aan Adryaen Claesz, buerman, op zijn comparants portie in de blekerij. En nog met ⅙ part van 35st jaarlijkse pacht aan de H. Geest te Haerlem. En nog met ⅙ part van 7 oortgens per jaar erfhuer mede op de voors. blekerij staende. Alsoe t voors. ⅙ van de 2½ maden en ½ van het veldeken onbelast zijn. In margine: gecasseerd 1610-06-29
Balthasar Cornelisz, schout, Jan Willemsz en Willem Jacobsz, schepenen
1612-05-26 (2)
R.A.H. O.R.A. 1064 fol 89-91
Transportregister Bloemendaal
vervolg: 3) een stuk land groot 4 morgen 3 hont in de ban van de Vogelesanck, in leen gehouden van de heer van Assendelft, Emskerke, belend oost: die wildernis, west: de Vaert, zuid: Pieter van Inden Hage [!], noord: Aerent Thonisz; 4) een stuk land groot 5 morgen, eensdeels in de ban van Heemstede eensdeels in de ban van Overveen, oost en west: mr Gysbrecht van Tenesse en de gemeene vaert, zuid ?: sgraven wildernis ende Leyduyn, noord: Pieter Woutersz; 5) nog een stuk wei- en teelland met het geboomte daarop staende in de ban van Hillegom aan de Grietenbrug, groot 4½ morgen, noord: de erfgenamen van mr Willem Ban c.s, zuid: jonge Jan de Wael Michielsz c.s. met een hoecksken van dit land comende aen de Grietelaen, streckende van de Weligenberch ofte wildernis in het oosten tot aan de watering in het westen. Belast met 7 oortgens per jaar erfhuur voor de rentmeester van de wildernis; 6) een stuk land groot 16 hont, gelegen in de ban van Hillegom, zuidoost: Marten Ruijchaver, oud burgemeester van Haerlem, noordwest: de erfgenamen van Jan Verwer, streckende van de oostenderlaen tot aen de Leck. Koopsom 7000 Kar gld