11 resultaten
Kyfhoek, van | 1491-03-08
R.A.H. Coll Aanw 109 NH fol 189/ Coll Aanw 108 Vriesland fol 22
Achternamenindex
Willem van Hoichtwoude heeft opgedragen tbv zijn broer Geryt, o.a. - 6 morgen tot Oesterwijck in die Smaelstrijpen, die met Florijs van Kyfhoecks zijns oudevaders erfgenamen en met Teylingen onderdeeld zijn; -2 hoeven in Evert die Kueytersland; - een eyndeken woerts in de Merwede boven Scalluynresloot
1458-01-11 |
R.A.H. Coll Aanw 465 fol 54v/Leenregister Brederode fol 31v
Jaartallenindex
Reynalt heer tot Brederode beleent Dirck Petersz na dode zyns oudevaders met 2 gaerden lants gelegen in Quaedoelen geheten Coppynscamp, ende belent heef aen d'eene syde Jacob Hannenzoon, ende an d'ander zijde: Pieter Oene. Tot een onversterfelijk erfleen (vgl 1442 op St Jansdag Decollatio)
mannen: Heer Gysbrecht van Vyanen van Rijsenborch, ridder, Claes van Adrichem
1447-01-20 |
Bissch Arch Haarlem/Cartul Klooster in den Hem Inv no 119 II fol 73
Jaartallenindex
Gherit van Lisse, schout in Berchambacht, van mijn liever suster weghen Beatris vrouwe van den Vliet en heren Aerntsberghe, ende heemraden in denselven ambacht, oorkonden dat Dirck Claes Venenz ende Jacob Martijnsz als H. Geestmeesters beloven Gheertruyt Gherit Jonghen weduwe twee campen lants in den ambacht voirs tusschen den Kerckwech ende den Cadyck, mit half den Kerckwech en half den Cadyck, belend boven: Deliaen Gysbrecht Hellevoets weduen erfnamen, beneden: Claes Oudevaders kinderen, vrij te houden ten ewigen daghen van den hoghen Leckedyck na utwisinge der ouder brieve die daerof sijn
Aernt van Nesse, Jan Reynertsz, Korstgijn Jan Claesz.z, Reyner Aerntsz, Willem Jacobsz, Louwe Claesz ende Willem Hoeftzweer, heemraden; met zegels van Gherit van Lisse, Aernt van Nes en Willem Jacobsz
1539-11-10 |
R.A.H. Coll Aanw 123 Caput Zeeland fol 83v
Jaartallenindex
jvr Ida van de Werve, huisvrouw van heer Joost van Bronchorst, ridder, wordt na dode van haar neef Jan van Reimerswale beleend met ½ van wijlen Jan Ruychrock haar oudevaders deel van de uytgorsen van Jan Huygenz hille ende sGravengors, dat nu ter tijd genoemd is Vrijbergen, gelegen in het land van der Thoelen, in heerlijkheden, ambochtsrecht etc, zoals men hield in het land van Vosmaer. Behoudens "sulcke ende gelycke hoocheijt, schot, beeden en rechten" als de keizer heeft in het land van Vosmaer, met 15 sc gr jaarlijkse erfelijke pacht. Haar man doet de leeneed voor haar
mr Willem Pynsz, Raad ord. in de Camer v.d. Rade, Jacob de Jonge, heer tot Baertwyk, Raad en mr van de rekeninge, Cornelis Barthouts, Willem Criep
1539-11-21 |
R.A.H. Coll Aanw 123 Caput Zeeland fol 85
Jaartallenindex
Jaspar van Everdinghen [= Everinghen ?] wordt na dode van zijn neef Jan van Remmerswale door de keizer beleend met ½ van wijlen Jan Ruychrock, zijn oudevaders deel van de uytgorssen van Jan Hugenz hille en s Gravengors, dat nu ter tijd genoemd is Vrybergen, gelegen in het land van der Thoelen, in heerlicheden, ambachtsrecht, ambachtsgevolg, renten, thienden en voorts alle profijten en manschappen daeraf comende, also vrij en gelyck die heerscippen van ons hebben ende houden t lant van Vosmaer, behoudens dat wij aen ons houdden sulcke en gelycke hoocheijt, schot, beden en recht als wij hebben in de voors. lande van Vosmaer daerbij gelegen. Ende daertoe zal hij jaarlijks uitreiken in handen van onsen rentmeester van der Tholen tot een erfelijke pacht 15 sch groten, heerengelts. Te houden tot een onversterfelijk erfleen
leenmannen: Jaspar van Bloys van Treslonghe, Cornelis Barthouts, Anthonne Lebucq
1424-01-07 | Ouder en Nieuwer Amstel, Bindelmeer, Volewijk
G.A. Amsterdam Inv Arch Gasthuizen Amsterdam regest 257/Arch Oude Nonnen Amsterdam
Jaartallenindex
broeder Pouwels, prior en 't gemeen convent van de Regulieren van St Jan bij Amsterdam schelden kwijt aan het Oude Nonnenconvent aldaar: 1) ¼ deel van een zate lands met ¼ deel van den huze dat nu ter tijt Heyntgen Gerijtsz bruuct ter Nyer Aemstel, 2) 1 Vrancr scilt ewige pacht die ons Trude Claes Hermansz offerde, op een stucke lants staende int dorp voorn, 3) item ter Ouder Aemstel alsulc lant ende renten als Jan Eggert onsen cloester heeft quytgescouden voir zyns vaders ende oudevaders memorie, 4) ter Bindelmeer 2 morgen in Willam Allairts zate, 5) tot Apcoude 1 morgen lants in Dirc Ghijsbertszoonszate, 6) tot Graft twee kintsdeel in Meckenlant buten dijc, 7) in die Voelwijc onse deel van een stucke lants geheten des Papencamp. En verder nog eenige renten in Amsterdam
1443-09-08 |
Bissch Arch Haarlem/Cartul Klooster in den Hem Inv 119 II fol 98v
Jaartallenindex
Gherit van Ammers Pluenisz, schout in Berchambacht van mynre liever vrouwen wegen Beatris Vrouwe van de Vliet en van heren Aerntsberghe, ende heemraden in den ambacht voirs, oorkonden dat Willem Dircsz, Dirc Jacobsz, Gheryt Jan Ketsz en Florys Egbrechtsz onder ede getuigd hebben dat zij er als heemraden en gezworenen bij geweest zijn dat Aelbrecht van Foreest en Gherijt Jonghe Martynsz gheloot ende ghedeelt hebben sulc lant als sij samelic liggende hebben in den ambacht voors, belend oost: Deylyaen Ghysbrecht Hellevoets wedue ende Pieter van Foreest, west: Claes Oudevaders kinder. Aelbrecht ontvangt land en renten tussen den Kerckweghe ende den Leckedijck ende die 2 campen op t Rot mit half den banwech dat totten lande hoert, utgheset dat Aelbrecht maken en houden sal den Leckedijck tot ewigen dagen. Gherijt voorn. sal hebben die twee campen gelegen tussen den Kerckwech ende den Cadyck, mit half den Kerckwech ende half den Kadyck, vry te wesen van den hogen Leckedyck tot ewigen dagen
1491-03-08 (1490) |
R.A.H. 109 Caput N.H. fol 189-190/Reg Max. Philips fol 57v
Jaartallenindex
koning Max. en Philips oorkonden dat Willem van Hoichtwoude, terstond nadat hij op heden beleend was na dode zyns vaders met diens leenen, hun heeft opgedragen tbv Geryt van Hoichtwoude, zyn tweede of jongere broer: 1) de ambachtsheerlijkheid van Overblocklant, gelegen in het land van Arckel met tienden en kerkgift en toebehooren, uitgezonderd ⅓ deel van de tienden gelegen in die Beemte, gelyk heer Splinter van Loenresloot die toe te behooren plagen; 2) 11 morgen lands in Lederbrouck, die Mourissen waren; 3) 6 morgen lants op die Borgelen; 4) 6 morgen lants gelegen tot Oesterwyck in die Smaelstrijpen die mit Florys van Kijfhoecks zyns oudevaders erfgenamen ende mit Teylingen onderdeelt zijn; 5) 2 koeven lants in Evert die Kueijters lant, ende een eyndeken woerts in der Merwede boven Scalluynenresloot, streckende mitten nederster eynde an des voors. Florys van Kyfhoecs erfgenamen weert, makende tesamen 23 morgen 2 hont lants mit dat eyndeken weerts als voors. is. De hertogen beleenen Gheryt er vervolgens mede. Onder conditie dat indien de heerlijkheid en goederen van Hoochwoude en Aartswoude ooit van Willem voorn. op Gerrit voorn. zouden versterven, dat deze laatste dan de leenen waarmede hij nu beleend is, zal overdragen op Cornelis van Hoichtwoude, hun beider jongste broeder of bij diens dood aan zijn getrouwde kinderen etc
1480-05-26 (2) |
R.A.H. Coll Aanw 110 Caput Zeeland fol 6v-9
Jaartallenindex
(vervolg) 6) item in Schouwen, in t Zuytlant, in Ellemeet, in Elkerseel, Kerkwerve en Haemstede 4 £ gr Vls sjaars, op welke 4 £ gr Vls sjaars die weduwe van Jacob van Cats is verlijftocht. Van alle welke renten afgaen moet 7 ½ £ gr Vls sjaars die aan de jvr van Craling bij sententie toegewyst is. Item den kinderen van heer Aernt van Iselsteyn 4£ gr Vls sjaers, voor hoir oudevaders erve. Item noch 100 R gld dat des voors. wijlen Lievins huisvrouwe gemaakt is voor haar douairie. Bovendien heeft Lievin achtergelaten wel 1000 gld schulden. Gezien de goede en trouwe diensten die heer Jan van Cats de suppliant, vooral aan onse vader hertog Karel gedaan heeft, zij 't in zynen reysen ende oorloge te Mont le Henrij, daer hij van de Fransoisen onse vyanden gevangen wordt ende hem van den zynen [d.w.z. uit eigen zak] lossen moest, en elders waer, in veele en diverse manieren tot synen grooten kosten, schaeden en verliesen, verleent hij de genoemde geconfisqueerde goederen aan heer Jan, onder conditie dat indien het kind geboren wordt en in leven blijft, dat dit dan de genoemde goederen hebben en bezitten zal. Sterft het kind dan verkrijgt heer Jan deze goederen. Gegeven in onsen huyse in den Hage
1496-07-26 |
R.A.H. Coll Aanw 110 Caput Arkel, Putten fol 55 (155 ?)
Jaartallenindex
Philips beleent [jonghe Boudyn Hert van Abbenbroek] na dode van zijn vader Boudyn Hert van Abbenbroec, als lenen van Putten, met: 1) ⅛ deel van Abbenbroec met allen goeden, rechten en heerlijkheden daertoe behorende, als wijlen heer Geryt van Abbenbrouck, ridder, ende jvr Catheryne Gherijt Jansz van Abbenbroucksdochter, desselfs heren Geryts moeder, oom en oudemoeder van de voors. jonghe Boudeyn van Abbenbrouck te houden plagen; 2) ⅛ deel van Abbenbroeck, dat heer Geryt van Abbenbroec in zijn leven verkreeg van Joost van der Hoeve, tot een onversterfelijk erfleen; 3) die ambachtsheerlijkheid van wijlen Boudyn Hert, zyn oudevaders landekin gehieten ts Gravenambacht en van allen aenwassen, slycken en rietbroucken, die daer buyten aen t landekyn tot eniger tijt aencomen ende aenwassen zullen moghen, streckende noordwest: die Hijde, noordoost: dat Staeldiep of Claes die Mans gat, zuid: dat Wintgat, zuidwest: die gront van der heerlijkheid van Roden, ende al tot in den diepe van den laechsten water toe, met allen ambacht, ambachtsgevolg, visserijen, vogelrijen, zwaendriften etc, ende van den drogen dyck ende Carevelse dyk, mitsgaders mede alle die thienden die vallen zullen op hetgeen nog bedyckt zal worden. Al tesamen gelegen in onsen lande van Portugael binnen onse heerlijkheid van Putten, bij wijlen heer Gerrit van Abbenbroek in zijn leven uit zijn eigen goeden opgedragen. Leen van Putten, tot een goed onversterfelijk erfleen
present: heer Philips van Spangen, ridder, mr Jacob van Almonde, mr Johan van Schoonhoven, Ingelram de Jonge, Dirc van Boneem