14 resultaten
Dirc Reymbrantsz | 1374-1375
Rek Rentmeester Kennemerland
Voornamenindex
Dirc Reijmbrantsz: huurt 9 ½ want te Vronen, 4 £ 11 sc (818 fol 6)
1497-07-28 |
R.A.H. Coll Aanw 111 Caput Z.H. fol 10
Jaartallenindex
Philips oorkondt dat Pieter Veymbrantsz [Reymbrantsz ?] hem opdroeg tbv Dierck Gerritsz 4 morge in Ghelkenesse, leen van Arkel, die er vervolgens mede beleend wordt tot een recht erfleen
present: Isbrant Pietersz, Dirck van Boneem, Pieter van Neck
1484-07-13 | Heiloo
Bijdr Bisdom Haarlem dl 16 no 188/Arch Zijlklooster Haarlem
Jaartallenindex
leenmannen der grafelijkheid van Holland oorkonden dat Jan Reymbrantsz geliede dat hij verkocht heeft aan het Zylklooster te Haarlem een stuck lants groot ± 2 coeweyden, gelegen in den ban van Heyloe, t welc belent hebben zuid ende west: die Regulieren bij Hairlem, noord: 't convent te Zijl voorscr ende oost: die Belt
Jan van Schoten en Joost van den Hove, leenmannen (met 2 zegels)
Liclaes Rembrantsz | 1375-1376
Rek Rentmeester Kennemerland
Voornamenindex
Liclaes Reymbrantsz: van dijken te maken in het Nuwelant 25 £ 4sc (819 fol 14); 1393-1394: (829 fol 6v) Claes Rembrantsz, Payensidewinde 3 £ 15sc
Jevont Rembrandsz | 1374-1375
Rek Rentmeester Kennemerland
Voornamenindex
Jevont Reymbrantsz: 9 want te Vronen 3 £ 16sc 9d (818 fol 6); 1375-1376 (819 fol 6), 1380 (822 fol 6), 1384-1385 (826 fol 12), 1385-1386 (827 fol 12v): land te Vronen 3 £ 16sc 10d
Syric Rembrandsz | 1374-1375
Rek Rentmeester Kennemerland
Voornamenindex
Sijric Rembrantsz: afterstal van Vronen 5 £ 9sc 3d (818 fol 19); 1375-1376: land te Vronen 4 £ 11sc, van 6 roeden dijk te maken in het Nuwelant 37 £ 16sc (819 fol 6, 14); 1380: Syris Reijmboutsz, land te Vronen 4 £ 11sc (822 fol 6); 1384-1385: Syric Reymbrantsz, idem 4£ 11sc (826 fol 12); 1385-1386: idem 4£ 11sc (827 fol 12v)
1444-06-24 |
Inv Arch H. Geest te 's Hage dl I no 806, 807 dl II regest 291, 292
Jaartallenindex
schepenen in den Hage oorkonden dat Dirc Dammasz erkent schuldig te zijn aan zijn moeder Haestgen Dammes een rente van 6 £ Holl sjaars, op de helftscheiding van de woning waarin zij nu beiden wonen benoorden den Hage - de gehele woning betaalt voor omtrent [!] 15 morgen morgengeld-, belend oost: Philips Reymbrantsz, noord: de wildernis, west: Dirck Symonsz, zuid: Dirck Woutersz. Welke ½ woning hij voor deze 6£ sjaars van zijn moeder en haar voogd Willem Dammesz heeft gehuurd. Oorspr. Inv no 806, in dorso: up Willem Dircksz woninge bynoerden den Haghe 6£. Copie, in margine: habet anno 1557 Willem Diricsz onderduyn, anno 1586: Willem Centten. Op 1444-06-25 verklaart dezelfde aan dezelfde nog een rente van 6£ schudlig te zijn onder verband van hetzelfde goed. "Dese twee partien van renten bedragende 12£ Holl sjaars zijn bij Willem Centen ter presentie van Pieter Gysbrechts syns huisvrouwen sone gelost den penning 16 bedragende 144£". Ende heeft nocht ten behouve van de armen betaelt 18 Kar gld voor t verloop seder Kerstavond 1603 tot op huyden dat deselve rente is gelost, 1604-02-06. In dorso van de laatste oorkonde staat: Heinric Ghertz gecocht die ½ van deze renten jegens Andries Michielsz ende Zybrant Andriesz. Noch gecoft 2£ jegens Jacob Michielsz ende Heinric Gerytsz. Up Willem Dircksz woning bynoerden den Haghe 6£
1486-01-15 (1485) |
Bijdr Bisdom Haarlem dl 16 no 190/Arch Zijlklooster Haarlem
Haarlem Algemeen
brueder Clais Dirxz, rectoir, suster Romer Jansdochter, priorisse, ende gemeen convent der Regulierissen te Zijl in Hairlem, oorkonden dat zij nimmer aanspraak zullen maken op "enich erfnisse die enige meenen dat onse convent soude anbestorven wesen bij dode van Machtelt Pelgrims, diewelc in de tijt hoirs doots in onse convent hadde een enige dochter, gheheten suster Griet Willemsdochter, nonne, die erfnaem soude wesen ende is. Mer want Pelgrim, Floris, Clais, ghebruederen ende Kathrijn Rembrantsdochter, hoir suster, kintskinder van Machtelt voirs, voir guede mannen gheseijt ende gheleden hebben dat sij willen voir zeggen ende na zweeren, dat Machtelt hoir beste moeder, in de tijt hoirs doots meer t'after was dan te boven alsoe datter niet ghenoech en was hair dootschult mede te betalen t'welc Pelgrim Reymbrantsz mit sijn evenknijen voirn. betaelt hebben, dairom ist dat wij tevreden zijn, niet willende enige moeyenisse ofte actie voirtan hierom yemant doen. Dat loven wij mit Wouter van Bekesteyns hant, onse voecht. Bezegeld met het conventszegel int jaer 1485 na der usanien ofte ghewoenten der stede van Haerlem opten 15e dach van Januar
1441-01-21 (1443) (1) |
R.A.H. Coll Roeperpapieren Inv no 6a regest 33
Jaartallenindex
scepenen in Haerlem oorkonden dat Geryt Mairtijn Gerytsz.z ter ener zyde, ende Machtelt Mairtyn Gerytsz weduwe met haar broeder Pieter Roeper als voogd, ter andere zijde, gedeeld en gescheiden hebben het navolgende land en renten, die Machteld en haar man Martijn in gemeenschap bezeten hebben. Gerijt ontvangt al het land en renten genoemd in de huwelijkse voorwaarden: 1) 7 geers land in de ban van Wtgeest, bruict nu ter tijt Claes Dirc Ybenzoon om 7 Wilh. sc sjaars, 2) een stucke lants ende leyt aen Buijserssluijse binnen dyck ende bruijct nu ter tijt Claes Buijser om 6½ Wilh sc sjaars, 3) een half weer lants in de ban van Haerlemmerlije ende bruyct Pieter coster en Eylaert die wagenaer. Gelt voor zijn deel 5½ W. sc sjaars, 4) een halve camp lant in scravensloot, bruijct Jacob Reymbrantsz en gelt voor zijn deel 3 Wilh scilde sjaars, 5) ½ camp lants in Oudebograven van 8 morgen, bruict nu ter tijt Willem Zuet. Tot sinen deel 3½ Wilh. scilt sjaars, 6) ½ van 6½ morgen lants in die Steeck. Bruict Jan Bertholmeusz om 3 R gld sjaars, 7) ½ van een weer lants van 8 morgen, ende hiet dat Smale weer ende leijt ter Gouder sluyse, bruict Jacob Berenz, ende plach te gelden tot zyn deel 4 Beyers gld sjaars, 8) 3 Wilh scilden sjaars an erfrenten die Martyn Gerytsz voors. an Machtelt sinen wive voorn. gebracht heeft
Boudyn Jan Boudynsz.z (met zijn zegel) en Matheus Jelysz (zegel: een zespuntige ster), schepenen
1439-01-25 (1438) (3) |
R.A.H. Coll Roeperpapieren Inv no 5 regest 31/G.A. Haarlem Inv no 915 hs v. Alkmade v.d. Schelling dl I fol 76
Jaartallenindex
(vervolg) 16) 4 geers lants in Saskersleij en Jacob Reymbrantsz bruict om 4 W. sc sjaars, 17) 5 geers op Kemersloet in de ban van Ackersloet ende 1 mad dat Dirc Rembrantsz gebruict voor 4 W.scilt en 2 gld sjaars, 18) Gherijt Claesz van lande dat hij gebruict in de ban van Ackersloet om 8 Wilh sc sjaars, 19) Willem Florysz van 8 geers lants die hij gebruict om 10 W.sc sjaars, 20) Buser van 6 geers lants die hij bruict om 6 W.sc en 5st, 21) Pouwels Reijnersz van 3 maden lants 6 Arn. gld sjaars, 22) jonge Claes Cappensz 3 maden lants 6 gld sjaars, 23) Garbrant Doevenz van een geers lants 2 gld sjaars, gelegen in de ban van Limmen, 24) oude Claes Coppenz 2 W.sc sjaars in de ban van Ackersloot, 25) die schout in die Woude 2 W.scilde sjaars, 26) Paijinc van 4 geersen lants in de ban van Ackersloot, om 5 W.sc sjaars, 27) Goswijn van een mat lants in de ban van Uitgeest om 2 W.sc sjaars, 28) Thamis Pieter Avenz in denselven ban 1 mat lants om 2 W.sc sjaars, 29) Gabby Claesz van 1 mat lants in denselven ban 1 nobel sjaars, 30) Grote Gherijt een acker in denselven ban om 1 nobel sjaars, 31) Boudyn Evertsz van land in de ban van Assendelft 3 W.sc, 32) Willem coman Claesz van land in de ban van Ackersloot 2 W.sc, 33) Jan Mathysz van land in de ban van Ackersloot 3 nobel, 34) Claes Gheryt Mijnkenz van lande 2 Wilh scilde sjaars,