9 resultaten
1434-09-02~ |
Cartul St Jan Haarlem no 470
Jaartallenindex
Barthout here tot Assendelft bespreekt 500 gouden rijders omdaruit na zijn dood zijn testament te voldoen. Hetgeen aan deze som overblijft zal broeder Jan Neck mogen houden
1443~ |
Cartul St Jan Haarlem no 549
Jaartallenindex
recepit dominus commendator [als testamentator van heer Barthoud van Assendelft keert de commandeur van St Jan uit..]: - pro pauperibus etc 70 Arn gld, - adhuc £ pro pauperibus distribuendis, - adhuc 22 ½ gld pro pauperibus distribuendis etc, - 15 florenos pro hospitali in Beverwyck - pro regularissis in die Wijck 10 fl Arnoldi, - pro memoria sua perpetua in Assendelf 50 flor. Arn, - onser Vrouwengilde tot Assendelf 50 flor. Arn, - die Regulieren buyten Haerlem 10 Arn gld, - Geryt die coster in Wyck 12 gld en 2 flor pro custode, - 25 rijders pauperibus in pecuniis distribuendis, - 4 fl pro domino Symone vicecurato, - pro eodem pro portione ca.. 2½ fl Arnoldi, - pro generali capitulo ordinis 15 gld, - pro generali van Windeshem 20 gld. Item de istis dedie m co... (?) ad solventum ultra ordinata per dominum Bertoldam 3 rijders. Item de ast... (?) dedi magistro Johanni ut supra 17 gld. In margine: dit syn die bespreecken ende tstament van heer Bartout van Assendelf, ridder (zonder datum) (vgl 1443-11-07)
1443-02-26 (1442) |
Cartul St Jan Haarlem no 628
Haarlem Algemeen
scepenen in Hairlem oorkonden dat Geertruydt Pieter Menten weduwe met haar momber Gheryt Buse erkende schuldig te zijn aan Aernt Jan Abbenzoenszoen 7 gouden Eng. nobel, tstuc 4 ½ Engels negende, 10 gouden rijders ende 16 gouden Pieters of payment hoerre waerde, hoefdelinge te betalen binnen den 12 nachten van Kersavont naestcomende sonder pantkeringen
Lottijn Gerijtsz en Willem van Assendelf, schepenen
Pieter Willemsz | 1469-1470
Rek Rentmeester Kennemerland
Voornamenindex
Pieter Willemsz: leende aan hertog Philips 200 rijders op het schoutambacht van Westzaan en Crommenie (Rek Rentmeester generaal 1446-02-07: fol 40); deze lening werd overgenomen door Jacob Matheusz, nu eveneens overleden (901 fol 32)
Taelman | 1470-1471
Rek Rentmeester Kennemerland 892 fol 30
Achternamenindex
Jacob Gerytsz zoon van Geryt Jansz taellman, wonende in den Hage, ontvangt 66 rijders als ⅓ van 200 ryders die wijlen Pieter Willemsz in 1446 aan wijlen hertog Philips leende op het schoutambacht van Westzanen en Crommeny; deze Pieter deed de brief over aaan nu wijlen JAcob MAtheusz, van wie de brief vererfde op de dochter van zijn broer, gehuwd met Jacob Gherytsz
Naaldwijk, van | 1456-05-05
F.J. Landsman: Het Ambacht van Vlaardingen Bijlage IIII, VIII, IX
Achternamenindex
hertog Philips had in 1432 het baljuwschap van Vlaardingen en Vlaardingerambacht opgedragen aan Willem van Naaldwijk en kreeg aanvankelijk geen inkomsten daaruit; 1441: 20 gulde rijder per jaar; nu heeft Jacob Pot, tollenaar van Gorinchem en Schoonhoven aangeboden het baljuwschap te pachten voor 25 gld per jaar; 1456-10-23: Jan Pot draagt het baljuwschap weer op aan de hertog tbv van zijn schildknaap Jan van Naeldewyck, Jan van Naaldwijk moet 25 gouden rijders per jaar hiervoor betalen; 1461-03-29: Jan van Naaldwijck is ten Heiligen Lande getogen, baljuwschap nu verpacht aan Henric van der Hoeve de jonge voor 10 jaar
Pot | 1456-05-05
F.J. Landsman: Het Ambacht van Vlaardingen Bijlage IIII, VIII, IX
Achternamenindex
hertog Philips had in 1432 het baljuwschap van Vlaardingen en Vlaardingerambacht opgedragen aan Willem van Naaldwijk en kreeg aanvankelijk geen inkomsten daaruit; 1441: 20 gulde rijder per jaar; nu heeft Jacob Pot, tollenaar van Gorinchem en Schoonhoven aangeboden het baljuwschap te pachten voor 25 gld per jaar; 1456-10-23: Jan Pot draagt het baljuwschap weer op aan de hertog tbv van zijn schildknaap Jan van Naeldewyck, Jan van Naaldwijk moet 25 gouden rijders per jaar hiervoor betalen; 1461-03-29: Jan van Naaldwijck is ten Heiligen Lande getogen, baljuwschap nu verpacht aan Henric van der Hoeve de jonge voor 10 jaar
Jacob Gherytsz | 1469-1470
Rek Rentmeester Kennemerland
Voornamenindex
Jacob Gherytsz: ontvangt 83 £ 6sc 8d die wijlen Pieter Willemsz op het schoutambacht van Westzaan en Crommenie geleend had, oorspronkelijk groot 200 rijders (in Rek Rentmeester Generaal, eindigend 1446-02-07 fol 40), daarna overgedragen aan nu wijlen Jacob Matheusz, en nu in handen van Jacob Gherytsz, als getrouwd met de broedersdochter van Jacob Matheusz (901 fol 32); 1470-1471: ontvangen na afstand door zijn broer Pieter Gherytsz het schoutambacht van Westzaan en Crommenie, voor 31£ per jaar (902 fol 23v); (fol 30v) dezelfde post als in de vorige rekening op fol 32, Jacob Gherytsz heet hier: Jacob Gherytsz sone Gheryt Jansz, taelman wonende in den Hage
1434-09-10 |
Coll Aanw 204 fol 482, 484v, 485-492v/Mem Rosa II fol 178, 179-180v
Jaartallenindex
verblijven Boudyn van Zwieten en zijn zoon Dirc, Heynric Heynricsz, Waermbout Jansz, Willem Kuser van Bosschuysen, Floris van Bosschuse aan den Rade de uitspraak over het geschil dat Boudyn en Dirk ter ener zyde, en Henrick Henricksz ter ander zyde "roerende van den vechtelic voortyts geschiedt tussen Dirck en Heijnric voors". Ook blijven Boudyn en Dirc ter eener- en Warmbout Jansz, Willem Kuser en Floris en Clais van Boschuysen ter andere zyde hun geschillen die zij van ouds reeds hebben, aan de Raad. Er zullen vier arbiters aangewezen worden. Volgt een lijstje met namen van Raden die bij de uitspraak aanwezig waren; 1434-09-12: de uitspraak: 1) voor alle breuken, misdaden, wonden en smarten en schaemten als Heynric Heynricsz voorn. met zijn oom Heyne Willem Hermanszoons bastairdszoonsz gedaan hebben aan Dirk Boudynsz van Zwieten en zyn knecht Brunkyn. Bloodshoofds zal Heynric met zyn magen aan Dirk met zyn magen vergeving vragen en deze verkrygen. Heynric Heynricsz en Heynric die Bastaerd zullen binnen een maand uit het land moeten trekken, zij mogen intussen niet in Leiden komen, ze moeten bedevaart doen naar Rome. Daarna bedevaart naar St Jacob in Compostele. Binnen een maand zullen zy aan Dirk en Brunken 25 gouden Bourg. schilden betalen en de chirurgynsrekening voldoen. Heynric die bastaard zal een bedevaart doen naar OLVr te Inzeele boven Basel. Daar Heynric die b. bij nacht Dirc van Zwieten Boudynsz die toen schout van Leiden was, geslagen heeft, dat is een grote misdaad daar Dirc in functie was. Toch krijgt Heynric Heinricsz de geringste straf. Blootshoofds en op zijn knieen, ongeschoeit zal hij om vergeving vragen. Voor twee jaar wordt hij verbannen en in die tijd moet hij de bedevaarten doen. Bovendien moet hij 100 gouden rijders als boete aan de rentmeester betalen. Heynken die bastaart wordt voor een half jaar verbannen en zal in die tijd zijn bedevaart moeten doen. Boudyn van Swieten en zijn zoon Dirck ter ener, en Waermbout Jansz, Kuser, Clais en Floris van Boschuysen moeten hun oude twisten vergeten en neerleggen, en goede vrienden wesen