11 resultaten

Dalem, van | 1385~

Akten Gelre en Zutfen 1376-1392 p 5
Achternamenindex

hertog Willem oorkondt dat hij aan zin natuurlijke dochter Johanna gegeven heeft met Johan van Cuyck "onse gansse alinghe erffnisse gelegen in onsen kerspel tot Beesde, utgenomen Johans hove van Dalem, haldende 17 morgen 4 hont en 8 roden"

1534-03-02 |

R.A.H. Coll Aanw 118 Caput Arkel, Putten en Strijen fol 95
Jaartallenindex

Karel beleent Adriaen Adriaensz na dode van zijn vader Adriaen Adriaensz met: 1) die tiende van Biervliet ende van Vrieslandt, utgenomen ⅛ deel en ⅓ deel van ⅛ deel in onsen heerlijkheid en lande van Putten. Te houden tot een erfleen, 2) dat voors. ⅛ deel ende t voors twee tiende [!] van Biervliet

Jacob de Jonge, heer van Baerdwijk, Raad en meester van onsen reeckeninge, Crispyn van Boschuysen, rentmeester-generaal van Zuid Holland, Pieter Boll, auditeur v.d. Camer v.d. reeckening, Cornelis Barthout Jansz, leenmannen

1419-08-31 | Meeuwen

Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 fol 77/Carthuizers St Geerdenberg
Jaartallenindex

scepenen in Huesden tughen onder onsen segelen dat Henric Jacob Neijsenz opdroeg Jan Buys Jansz totter Sartroysen behoef van St Geerdenberg, 3 ½ morgen lands gelegen in den ban van Meduwen, ten oosten: Hillijns erfnamen van Drongelen, ten westen: die H. Geest van Meduwen, streckende van die Maesdyck ter myddelt to, sonder enigher dyck, utgenomen alsulken dyck als daer teynden gelegen is aen die Oude Maese

Wouter Jan Woutersz en Jan van Wyck Bryensz, schepenen

1542-10-04 |

R.A.H. Coll Aanw 122 Caput Putten, Arkel fol 176
Jaartallenindex

keizer Karel beleent Alyt Jacob Dircxdochter na dode van haar vader Jacob Dircsz, met: 1) een steenplaetse, groot 1 morgen lants, streckende achter an den backwateringe totter halver Yssel uyt een weer lant, groot ½ hoeve lants, ende is dat westersche weer van derselver houve, gelegen beneden Haastrecht, ende heer Lenart Pietersz Luyt van ons te leen houdt aen een weer lands, mede groot ½ hoeve, genaamt dat oostersche weer, leen van Arkel, onversterfelijk erfleen; 2) noch een weer groot ½ hoeve ende is dat oostersche weer van derselven hoeve mitter wateringe beneden Haestrecht gelegen, utgenomen dat uyt een morgen lants, bij ons verlijt Dammas Cornelisz, leen van Holland, tot een onversterfelijk erfleen. Mr Lambert van Wyngaarden doet als haar voogd in deser zake de eed

leenmannen: Cornelis Barthouds, Willem van den Criep, Anthonne Lebucq, Jacob van Busschuysen

1477-03-04 |

Oude Hof Alkmaar no 72
Jaartallenindex

Claes Symonsz, schout van Castricum, oorkondt dat Griet Pieter Gerritsz weduwe met haar zoon Dirc Pietersz als voogd, ende kinderen, broeders en zusters, erkende dat zij verkocht heeft aan de ministra van het oude Hof te Alcmaer een weijde lants gelegen in de ban van Castricum en eensdeels in de ban van Limmen. En voorts nog een riedbuusk mit al haar toebehoren, utgenomen soe .... aet [?] uut (?) die Westerven een verndel ende dat behoort toe die armen, ende dat heeft angrued alsoe wel als die drie verndel sijn angrued heeft. Ende noch is daer angrued ende leit teghens Hayck Gerritsz erfnaem zyn Ven, dat behoert toe die drie verndel. Ende dit voors. land heeft belend noord: Hayck Gerritsz erfnaem, oost: die kerck van Limmen, zuid: die Nesdyck en Willem Dircsz, west: Angnies Jelis Gerritsz weduwe (vgl 1521-10-15)

getuigen: Claes Dircsz, Pouwels Dircsz, Willem Dircsz, Wouter Claesz, Cornelis Willemsz, Dirck Bertz, Bert Lubbrantsz, Heynric Dircsz, Gerrit Woutersz, bezegeld door de schout

1456-06-11 | Haarlem

Arch Grote Gasthuis Haarlem Inv 38/1 no 243/St Elisabethsgasthuis
Jaartallenindex

schepenen in Haerlem oorkonden dat Geertruy Pieter Jansz weduwe met haar momber Symon Pietersz, geliede dat zij puerlic om Gods wil gegeven heeft in rechter aelmisse, den rechten armen brootgangers die bynnen Hairlem voir der luyde doeren omme broot gaen, een stucke lants geheyten Ellegerslant, gelegen in den ban van Crommenye, zooals dat voor tyds door wijlen Pieter Jansz voorn van Barthout Gerytsz gekocht is, utgenomen 1/10 deel van denzelven lande toebehoerende den rechten armen bynnen Crommenye voirs. Ende belent hebben noord: Griete Dirc Gerrytsz weduwe, zuid: Dirck Eggenz, oost: Jan Claesz, west: den dyck ende die Crommenije. Heer Claes Pouwelsz, priester, pater in het klooster St Anthonis boomgaert te Haerlem, met Pieter Jan Dirc Tymansz.z als zijn voogd, belooft dit land te beheeren en de opbrengst voor het beoogde doel te besteden. Op haar verzoek bezegeld door Willem Pieter Walichsz, schout in Crommenije, en ook door schepenen voorn.

Garbrant Claes Pellegrimsz.z, schepenen in Haerlem (!), tughen en buren: Jan Amelghersz en Claes Dirck Mansz

1394-07-05 | Oosterhout

Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 fol 91v/Carthuizers St Geerdenberg
Jaartallenindex

schepenen in Oosterhout oorkonden dat jvr Angneese Meusdochter van Loven was, met Jan van Wyffliet, haer neve en gecoren momber, verklaren dat jvr Lysbeth, haer moeder en zij in voergeleden tyden gegeven hebben mit vryer giften in rechter aelmoesen den godshuize en gemeen convent van de Sartroysen bij St Geertrudenberg 5 bunder lants gelegen op Craenscot, op die westzijde: Jans lant van Emmichoven, op die oostzijde: Heyman Jansz kinder lant, gelyck dat daer gelegen is ende hem toebehorende, utgenomen den oert die tot desen voirs. lande tobehoorde ende nu sheren van Oesterhout is. Ende om die meere zekerheit en vestinge en verclaringe den voirs. godshuse en convent te doen, zoe heeft deze voirs. jvr Angneese met haar voirg. momber en voocht noch gegeven en bewijst dese voirs. 5 buynre lands gelyk voirs. is, erfelyk en ewelyk te bruiken ende besitten den voirs. goidshuse en convent etc. Bezegeld door schepenen met hun zegels

Dieric Moleneer, Henric van Loen en Jan Symonsz, schepenen

Hofland, van | 1380-12-31

R.A.H. no 92 Kennemerland fol 132, no 70/Reg Albertus XVIII fol 78
Achternamenindex

leen van Heemskerk: hertog Albrecht beleent Gheryt van Hofland met het goed dat hij van heer Wouter van Heemskerk hield "van synen eyghelycken goede syne woninge ende die hofstede daar die wooninge op staat mitter lane utgaende an den Houtwech, ende den tuyn die naest gelegen is op die Noordzyde van der laen, ende die venne die onder zijn huis gelegen is, gelyck utgenomen t Meenlant ende den stekelbosch half, ende 1½ ghers en een sesten deel dat Dirc Aechtenz is"; 1390: beleend Gerrit van Hoflandsz, met de woning en hofstad, met de laan uitgaande aan de Houtweg en de tuin ernaast [ten noorden van het huis Marquette: de Vlotter]

Heemskerk

1382-01-01 | Meeuwen

Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 fol 76v/Carthuizers St Geerdenberg
Jaartallenindex

Tielman Cleijsz oorkondt dat voir mij als rechter en voer ghebuer tot Meduwen is comen Claes van Mallant uten Broeke Janszone van Mallant, opdroeg Janne den louwer eenen heelen camp lants die gelegen is in den gherecht van Meduwen opten Balke in die henghemenghe ende geheten is die groete hoeck, ten oosten: die praest van Bremen [ proost], west: heer Willem die Buyser, streckende van s Joncheren land van Drongelen totten Broeke toe, utgenomen 3 hont lants die Jans van Malland zyn Claeszoen van Mallant voirs. Ende op dit voirn. land heeft Claes van Mallant voirs. vertegen met allen recht etc. Voirt heeft Claes van Mallandt voirs. ende Claes van Mallant Jans Momberenz gesamenderhand gelooft den voirs. Jannes Louwen dit voirn. land te waren jaar en dag. Belast met 15 schell sjaars die die kerke int Broeke ende die pape die die kerke voirs. verdienen (?) sal, tesamen daarop hebben ende behouden zullen. Voirt so heeft Jan van Malland voirn. opgedragen den voors. Louwer dese voirn. 3 hont lands met zyn voicht en daarop vertegen ten behoeve van Jannes voorn. Henric van Drongelen heeft om mynre bede wil desen open brief op mi bezegeld op minen zegel. Boven staat: den brief van enen helen camp lants van 8 morgen 59 roeden (vgl 1382-05-21)

Tielman Cleijsz, richter, Heyman Maesman, Dierick v.d. Hoevel, Maesman die cuper, Meus die cuper, Jan van den Wiel ende Zeebken als gebueren

1388-11-24 | Maasland

Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 fol 69/Carthuizers St Geerdenberg
Jaartallenindex

ick Willem Naghel doen kond etc. dat ick overgegeven hebbe ende gheve Thomas Nagel mynen zoen alsulc [land ?] als ic met Thomas voirs. gemeen hebbe leggende in den ambacht van Maeslant, te weten: 1) ½ van 11 morgen tussen den Kerckwech en de middelwateringe, 2) ½ van 14 hont die Willem Hoghewerf in huerwaer heeft, 3) ½ van 6 morgen land die Wouters Vranckenz plagen te wesen, 4) ½ van 4 morgen lands die Enghebrecht van Cranenburch plagen te wesen en synre suster. Ende al deze goeden heb ick quytgescouden tot des convents behoef van de Carthuizers bij St Geerdenberg, overmits dat Thomas voirn. mij overgegeven hadde alle ander goede die hij hadde en hem bestorven waren van zynre moeder en van zijn broeder Willem. Ende dit overgeven van Thomas ende mij gescyede [vóór ?] heer Thomas professy dede in t cloester voors. Alzo dat ik gelije en bekenne dat dat land in Maeslant dat Thomas en ick daer hadden alinge ende al tobehoert den convent van de Cartroysen voirs, utgenomen die 4 morgen lands die Enghebrechts van Cranenburch plagen te wesen, daer sel t convent voirs. die nutscap ende die bruyckwaer of hebben also lange als Thomas levet ende na synre doot komen aan den H. Geest te Delft ten waer dat ic t anders disponeerde bij minen livenden live. Door mij bezegeld anno 1388 op St Katherinenavond. "die principael brief van broder Willem Nagel dair mede hij ons overgaf met heren Thomas Nagel, zynen zoen, die bij ons professy dede t land in Maeslant, daer die brieven of mi [nu ?] gescreven zyn, ende broder Willem naderhant professy dede by ons"