21 resultaten

1638-04-14 | Wijk aan Duin

R.A.H. Coll Aanw no 1153
Jaartallenindex

compareerde voor schout en schepenen in de ban van Wyck aan Duyn de Ed Sr Balthazar Coymansz ter eenre en de Ed. Sr Cornelis Hammius ter ander zijde, beide ingelanden in de ban van Wyck aen Duyn in "die Ros entreders saet" ende verclaerden eendrachtig geaccordeerd te zijn in een gerechtelijke grontscheydingen tussen haar landen, boomgaerden of bosschagien aldaar gelegen, daar nu tegenwoordich in den jare 1638 opgericht is een nieuwe houten heyning, streckende van den duyn aff t'enden de boomgaert van Ed. sinjeur Hammius (dorsale aantekening op 1624-06-23)

Pieter Wyllem Schuyt, Cornelis Fomysz, Cornelis Teunisz, secretaris

1518-05-22 |

R.A.H. Coll Aanw 242 fol 464/Mem Hof van Holland/Mem Sandelyn fol 217v
Jaartallenindex

compareerden voor het Hof van Holland Pieter Pietersz als getrout hebbende Alyt Meynaertsdochter, Louris Gerritsz x Claesge Meynaertsdochter, Jan Jacobsz Moijt x Marie Meynaertsdochter, Pieter Gerritsz x Ghoerdt Meynaertsdochter en Henrick Jansz x Hillegont Meynaertsdochter, elk voor hemzelve en mede namens Willem Meynertsz, wonende op het Vlielant [ten noorden van Haarlem], en Dieuwer Jan Meynaertsdochter, ende verclaerden wel en deugdelijk voldaen en betaelt te wesen by handen van Alydt van Rietvelt van alsulck bespreek, testamente ofte anders als wijlen Jan de bastaert van Rietvelt, des voors. Alyts man sal. ged, hemluyden ofte heuren huisvrouwen gemaeckt ofte besproken. Zij geven Alijt volledige kwijting van dit alles

1534-02-28 |

Ms Opstraeten dl III fol 1440, 1441/Gaasbeek
Jaartallenindex

certificatie der stadt van Wyck, dat in t gerecht aldaar Dirck van Oostrum en Anthonis de Roij, leenmannen en here Harmen Buddinck, pastoor tot Wyck, ende Dirc van Broeckhuijsen verclaerden op 1534-03-12 , daertoe gebrocht synde van Johan van Dompselaer van Emelaer, dat sij present waren geweest dat wijlen Frederic van Meerthen dat ⅓ deel van de weerdt tot Dwerdyck metten rysweert opgedragen heeft tbv de joncfrouwen Bathe en Barthe wijlen Cornelis van Meerten syns broeders kinderen. Jan van Dompselaer wordt als man en voocht van jvr Bathe, tevens namens jvr Barthe, beleend. Ende hulde na dode van Jan van Dompselaer, datum 1574: Anthonis van Meerten

present 1574: Henrick van Wintershoven en Jeroen van Helst

1608-04-12 |

G.A. Haarlem Recht Arch Inv no 82/I fol 71
Haarlem Algemeen

compareerden Ysbrant Jansz getrout hebbende de dochter van wijlen Jacob van Amerongen ende verclaerden dat hen onder andere goederen in deelinge van zijns voors. huisvrouwen vaderlicke erve te beurt gevallen zynde een rentebrief van 24 Kar gld sjaars, losbaar met 400 gld, ten laste van Pieter van Dorp eigenaar van t huys eertijts toebehoord hebbende capiteyn Nicolaes Gorisz, nader blykende bij de akte van scheiding op 10 April j.l. ter weescamer gepasseerd. Hij transporteert deze nu aan Frans Adriaensz Kies

1598-01-10

R.A.H. O.R.A. 1063 fol 134v no 121
Transportregister Bloemendaal

schout en schepenen in Overveen oorkonden dat Jan Mathysz en zijn vrouw Griete Jacobsdochter, geburen in de voors. ban, verclaerden dat alsoe sijluyden vuyten goeden van Lacije Gerritsdochter, weeskint van wijlen Gerrit Dirksz, ontfangen had de somma van 1300 gld, en noch bovendien genooten en opgebuert hadde van de goederen van Neeltgen Pietersdochter, het weeskint van wijlen Pieter Jansz, als overlden man van de voors. Griete Jacobsdochter, gelyke 1300 Kar gld. Welke penn. sij comparanten bekenden in haren noot oorbaer staende huwelijk geemployeert te hebben, alsoock tot betalinge van de huijscustinge van haren gecoften huijse van Heereman Joppensz, fugitijf, verstreckt ende besteedt, vuijt welke penn. Hillegond Jansdochter als zij tot haar mondige daegen gecomen sal zijn, moet hebben 600 gld, daervoor zij Hillegont miiddeler tijt moet gealimenteert worden. Soe verclaerden sij comparanten omme de voors. weeskinderen wel en getrouwelyken te versekeren alst behoort, speciael opgedragen te hebben tbv deze twee weeskinderen, hare huijsinge, boomgaerden en erven gelegen aen de Sylwech in onsen voors. ban, belent noord: de Heerenwech, zuid en oost: Frederic Ramp, west: Harpart Stalpert van der Wiel. Voorts specialyck alle haere bedden, linnen en wollen klederen, mitsgaders goeden en huijsraet binnen hare huysinge wesende (vgl 1597-07-12)

Balthasar Cornelisz, schout, Jan Willemsz en Thoenis Jansz, schepenen

1676-12-09 | Zaandam

R.A.H. Not Arch 5783 akte 255
Jaartallenindex

notaris Simon Oosterhoren te Zardam instrumenteert dat de eerbare Geertje Staats, weduwe van Pieter van Beeckesteyn, in leven schout van Wessanen en Crommenye, geassisteerd met Cornelis Willemsz Jutte, oud burgemeester, en Jan Louris Muses als haar gecoren voogden, mitsgaders haar zwager Claes Claesz Muijs ter eener, en Willem Vastrick x Cornelia van Beeckesteyn, Jannetje van Beeckesteyn, Dirck Breeuwer x Catharyna van Beeckesteyn, en Jan Claesz Haynes x Annetje van Beeckesteyn, tesamen kinderen en erfgenamen van wijlen Pieter van Beeckesteyn, ter andere zijde, de welcke verclaerden door intercessie en tussenspreken van Cornelis Jansz Bouwen en Claes Dirck Heynes, regerende burgemeesters tot Zardam en my notario, nopende de boedel en goederen door wijlen Pieter en Geertje tezamen bezeten. Geertje behoudt alle goederen, meubelen en effecten die van haar zyde. Verder nog 475 Kar gld contant

W. Vastrick, Dirck Breeuwer, Jannetie van Beeckesteyn, J.C. Heynis, Cornelys Jansz Bouwen, Claes Dirckse Heynes

1572-04-29 |

G.A. Haarlem Not Arch Protocol 1 fol 132v
Haarlem Algemeen

testament van jonchere Aelbert van Scagen ende jouffrouw Magdalena van Schooten, geechte man ende wyff "alsoe sy verclaerden gheen ascendenten noch descendenten te benoemen zij elkander tot hun erfgenamen in alle roerende goederen". In alle onroerende goederen benoemt hij tot zijn erfgenamen zijn broeders Christoffel en Gerrit van Scagen en zyn zuster Aeff van Scagen. Indien de twee laatsten zonder wettige kinderen stierven hun aandeel weer terug te komen aan Christoffel van Scagen of indien hij overleden was op zijn wettige kinderen. Zij vermaakt haar onroerende goederen aan jouffr Clara van der Mye, huysvrouw van Adam van Duyn, Anna ende Jacob van der Laen, haere zusters kinderen elk in een gerecht ⅓ deel

1522-01-28 (1521) |

R.A.H. Coll Aanw 243 fol 269v/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex

zijn gecompareerd voor mr Jasper Lievynsz als commissaris hiertoe door den Hove van Holland gecommitteerd, met Jasper Beaumont als secretaris, Coert Oudeman als impetrant, mit Floris van Boschuijsen, zijn assistent, ter eener-, en Adriaen Gerytsz, burgemeester nu ter tyt der stede van Leiden en zijn broeder Jacob Gerritsz, met mr Cornelis Zael als hun dvocaat en procureur, ter andere zijde. Diewelcke Adriaen en Jacob, gebroeders, het proces aengevairt hebben t welck de voorn. Coert Oudeman voor den Hove begonnen hadde tegens wijlen de weduwe van Pieter Henricsz Allekeij ende die voogden van Cornelie Pieter Henricsz weeskint, als gedaagden, in zulken state als t proces is. Ende verclaerden voor den commissaris dat zij zijn tevreden dat de condempnatie ofte absolutie als nae rechte uit decideren van t proces geschien sal, gedaen worden tot hieren schade ende bate, gelyck alst geweest zoude hebben tot schade en bate van de voors. weduwe en weeskint. Waarvan Court Oudeman begeert acte

1638-12-21 |

G.A. Haarlem Recht Arch Inv no 83 fol 157
Haarlem Algemeen

compareerden Gerrit Arentsz voor hemzelven, ende Haesgen Arents geassisteerd met haar broeder de voorn. Gerrit als voogd, mitsgaders Pieter Arentsz, onmondig, eveneens geass. met Gerrit als voogd, ende verclaerden dat alsoo de E. mr Johan van Beresteijn, secretaris van de Hooge Vierschaer van Kennemerland en Bredenrode, mede soon ende erfgenaem van Ermtgen Jansdochter van Suren, in haer tijt weduwe van Aernout van Berensteijn, uytte borchtochte van seeckeren rentebrieff van 400 gld capitael gepasseerd bij Harck Thijsz moolenaer als principaele debiteur ende Thijs Harcxsz ende Baertgen Gerrits als borgen ende principalen onder alle behoorlicke renunchiatie voor Johan Damius en Johan van der Camer, schepenen in Haerlem dd 1623-12-28 hadde ontslagen de voorn. Baertgen Gerrits, sy dienvolgende in plaetse van dezelve Baertgen Gerrits haer hebben gestelt ende geconstitueerd als borgen ende principalen

1552-01-05 | Schermer

Cartul Reg van St Jan Heiloo fol 156v
Jaartallenindex

leenmannen in Holland oorkonden dat de Heeren Egbert Claesz en Ellert Jansz, prior en procurator van de Reg. van Heilo, ter eener, ende Arys Dircsz, Cornelis Dircxz ende Tys Dircxz, gebroeders, met hun zuster Marytgen Dircx, bij loting gekavelt en gegrondeelt hebben een stuk land geheten Rem Koeweyde, leggende in den banne van Schermer, t welck zyluyden gemeen ende onderdeelt hebben gehadt. Ende lendenen van zijn zuid: Andries Willemsz Rentmeester, noord: Cornelis Garbrantsz van Schermer, west: Jan Jansz Tarscus, oost: het water genaempt die Lappen, ende dat in deser manieren: te weten zoe sal dat voers. convent voer hoer vrij eygen portie hebben dat westeynde met die cleyne uterdyck an de westzyde van Rem koeweyde. Waer tegens die voirsz Arys Dircxz cum sociis mede hebben dat westeynde van de Lappen mitte grote uterdyck, ende mit dye Horn int zuytwesterlant van Rem koeweyde. Noch verclaerden dye voorn. comparanten dat bij deze voirscr cavelinge ende lotinge an ende tegenwoordich geweest hebben Symon Jansz, Thomas Jacobsz en Jan Jacobsz, buyerluyden van Schermer

Bartholomeus Thomasz en Frans van Teylingen, leenmannen