Bedoelde u soms?
vermaakt | vermaant | vermaat | vermaent | vermaes | vermaet | verwaert

13 resultaten

1450-1451 |

Rek Rentmeester Kennemerland en West Friesland no 881
Jaartallenindex

reparaties aan het huijs te Middelburch: (fol 20) Evert Reynersz, de timmerman van Alcmaer, aan die poirtcamer die mit riede gedect was ende mit tegelen verdecken zoude. Welke camer deselve Evert allemael van boven ende beneden aen die muere toe affgebrocken heeft mitten solre ende anders al t houtwerck dat daeran was ende heeft ze weder al van nyes gesolret; (fol 20v) de nieuwe eetzaal wordt geheel beschoten en boven rond gewulft met nieuwgesneden wagenschot; (fol 21) de metselaart: Eerst dat pishuys boven op den groten toern vermaect. De afvoer wordt veranderd "wanttet zo zeer qualicke luchtide in die nedercamer van den thoirn datze zeer geschent was, dat nu gebetert is"; (fol 21v) die wyngaert die all neder gevallen en gebroken was, wordt allomme door Rycxtgen, die gairdeniere. Hij poot 500 wilgen, gekocht voor 19st de 100, 100 hoecx houts en 40 abelen en popelioenen, costen tesamen 18sc, 100 elsen voor 10st; (fol 22v) in die cleyne nije eetzael raamglasen gemaakt die lanternen in die zael van nyes vermaect int bouhuys optie poirtcamer, op tie Hanckcamer, in die cromme camer opten groten thoern, in die zael, in die nedercamer, in de koken

1450-06-04 | Bergen

R.A.H. Coll Aanw 102 Caput Kennemerland fol 12, 41v/ Reg. Principum fol 9, 32
Jaartallenindex

hertog Philips oorkondt dat Vrouwe Marie van Haemstede weduwe van wijlen Wolfairt van der Maelstede hem heeft opgedragen tbv onze getrouwe raad en rentmeester Bewesterschelde Pieter Annocqué, de hooge- en ambachtsheerlijkheid van Bergen in Kennemerland, met alles wat daartoe behoort. Hij wordt er vervolgens mede beleend tot een onversterfelijk erfleen, te verheergewaden met een rode sperwer of een Vrancr. schild hiervoor. In margine: dese brief is geacasseerd en vermaect op een ander manier van derselver data, zie fol 41v: de ambachtsheerlijkheid, zooals Floris van Haemstede ende zijn vorders die hielden

1571-12-10

folio 113v
Transportregister Haarlem

de gemene crediteuren van wijlen Joachim Walichsz vercopen aan Frans Claesz Mourijn, bij executie van justitie, een huis en erf op de houck van de Kerckstrate, aen d'een side: Vincent Jacobsz, an d'ander: de weduwe van Evert Jansz, achter streckende aen Vincent Jacobsz voors. Belast met 7sc sjaars. Koopsom 700 gld. "De scultbrief is vermaect op te naeme van Maritgen Thonisdr wede Frans Claesz Mourijn, t.o.v. Pieter Mourynsz, metselaer, haar zwager als voogd, op 10 Jan. 1571 stilo Harl". Gedateerd 1571-12-10

Mourijn | 1571-12-10

G.A. Haarlem Inv Recht Arch/Transportregister 76/25 fol 113v
Achternamenindex

de gemeene crediteuren van wijlen Joachim Walichsz vercopen Frans Claesz Mourijn, bij executie van justitie, een huys en erve op de houck van de Kerckstrate, belend tussen Vincent Jacobsz en de weduwe van Evert Jansz, achter strekkend aan Vincent Jacobsz; belast met 7sc per jaar, koopsom 700 gld. "De scultbrief is vermaect op te name van Maritgen Thonisdr wede Frans Claesz Mouryn t.o.v Pieter Mourynsz, metselaer, haar zwager, als voogd op 10 jan 1571", stilo nostro"

1454-1455 | huis te Middelburg

Rek Rentmeester Kennemerland Graf. Rekenkamer no 885 fol 21v, 23
Jaartallenindex

(fol 21v) eerst van dat Jan Jansz de metselaer, poorter van Haerlem, de plaitse boven op ten voirs. huijse al opgebroken heeft, die zeer te broken was, ende weder van nyeus gerepareert ende overleyt mit nyeuwen clinckaert. Item so heeft hij weder vierkant alomme opgemetselt ende vermaect die cardeelen boven van den groten toren, die van over lange jaren afgebroken, versleten ende geknuest waren. Item enen schoirsteen op ten hogen toeren die ofgewaeit was, weder op gemetselt. Item beneden an den bouhuyse etc. Verder in de stal etc. Met een opperknecht 25 dagen, 10£, materialen 15£ 15st; (fol 23) Jan Gerytsz die leydecker heeft den hogen tooren, die oude zael, die cromme cameren ende voort overal t voirs. huys dairs nood was, gestopt en dicht gemaect, daer die leijen uytgewaijet waren. Also die cappen zeer oudt ende arch waren ende die tynnen gesaudeert, dair hi voren gehadt heeft 4£ 8sc

goudsmit | 1430-1451

Thesauriersrekening Haarlem fol 192v, 158, 138v, 155v, 153, 54, 55, 69v, 9v, 202 fol 40v
Achternamenindex

Willem Pietersz de goudsmit: - van der stede grote zegel te snijden: 25 £ 16 sc 4d (fol 192v); 1428-1429: (fol 158) - hem gegeven van der stede grote zegel te maken 24 £ 16sc; 1434-08-09: - belending van 6 maden land te Haarlemmerliede; 1439-1440: (fol 138v) - van dat hij der stede busse vermaect heeft 24sc; 1441-1442: (idem fol 155v)- van tangen te snijden; 1442-1443: (idem fol 153) - van twee nije crozen die hij der stede gemaect heeft 27£; 1448: (fol 54, 55, 69v) - gezet geld resp 2£ 17sc, 3£ 4sc, 6sc; 1451: (fol 9v) gezet geld 3£ 14sc 8d; 1451: (202 fol 40v) - van sijn wijfs renten van 1 jaar 20£ 19sc 4d

goudsmeden Haarlem

1448-1449 |

Rek Rentmeester Kennemerland en Vriesland no 879
Jaartallenindex

die visscherijen tot Enchuijsen buijten de Zeedeeck, te weten: die gancael ende die sciptollen, die haven ende sloot, die monickestalen ende die Brouckoirt (fol 9); (fol 16) als van den besprecken van den visscheryen ter Langerlaen, van Zuijtscherwoude ende van Brouck alle optie Langedyck, mits datie van geenre waerde zyn en zeer teniet gaen, en is daer van desen jaer niet off gecomen; (fol 20-22v) reparaties aan het huis te Middelburch. De slotemaker maakt een slot mit 2 slotelen ende dat geslagen an die scrijfcamer beneden in die plaetscamer etc. De metselaer: Eerst die nye kuecken, die eetcamer ende die camer onder die koeken geplaistert ende gewittet, die oude schoirsteen in die camer onder die kueken weder opgemaect etc. Noch die oude pijpe van den schoirsten [schoorsteen] in die kuecken ofgebroken bovenaen den hogen thoirn omme dat zij te nauwe was en geen roock trecken en mocht, ende die weder opgemaect mit een ruyme pype; (fol 22) de glasemaker zet in die nyeuwe kuecken, de eetcamer en die camer onder die koken 8 nyeuwe glazen. Ende heeft voirt die raemglazen op tie middeltoern ende op tie poortcamer verloodt ende vermaect; (fol 22v) twee mannen, arbeyders die den werf beneden van de Middelburch gehoicht hebben ende weder gemaect t gheen dat afgeslagen was van der water van der meer

1519-06-08 |

R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Amstelland fol 10, 12
Jaartallenindex

leenmannen van de grafelijkheid en van de graaf van Egmond oorkonden dat "overmits seeckere merckelicke saycke en redenen" voor hen gecompareerd is heere Dirrick van Swieten, ridder, en transporteerde zijn recht op zekere gerechte en kwade lenen, die hij nu ter tyt liggende heeft in de ban van Weesperkerspel geheten "die Billemerbrouck" in Reygerbrouck, te weten: 1) 34 morgen lants, 2) 7 morgen lants, 3) 20 morgen lands, noch ter tyt gemeen in 200 morgen lants met die van Nyeurode ende hoer erven, ende dat tbv Jan van Alckemade Vranckenz, capellan [te lezen: casteleyn] van Muyden nu ter tyt. En dat volgens seecker octrooi aan heer Dirrick verleent dd 1519-05-21 door de Kon. Majesteit. Joost van Swieten, zoon en leenvolger van heer Dirk, bewilligt in deze overdracht. Daar wy selver noch geen van ons segel en gebruyckt zoe heb ic Jeroen voors. gebeden Joost van Wyngaerden dit over mij als leenman te bezegelen. Jacob verzoekt aan Ysbrant Gerritsz, nu ter tyt schout van Rynsburg, voor hem te zegelen. Mede bezegeld door heer Dirck van Swieten. In margine staat; Dese mannenbrief es vermaect en staet hier op d'ander syde van desen blade. Dezelfde akte, het leen is hier omschreven als: in den ban van Weesperkerspel, geheten die Billemerbrouck in den Reijgersbrouck, te weten die twee gesaten lants die plach te gebruycken jonge Vranck ende nu gebruikt Gerrit Koekoeck. Item noch een gesate lants ende plach te gebruycken Claes Visscher die tselve noch bruijct. Item noch een stuk lants die noch ter tyt bruyct Pieter Vrouwelijn, welcke partijen lants gecomen sijn uijt 200 morgen lants van die van Nyeuwenroede (vgl 1519-05-21)

Jeroen van der Bouchorst, leenman van Holland, Jacob Cruesinck, leenman van de grave van Egmond, bij gebreecke van de leenmannen van derselver grafelijkheid

1453-1454 | kasteel Middelburch

Rek Rentmeester Kennemerland en Vriesland Graf. Rekenkamer no 884 fol 21, 22v, 23
Jaartallenindex

eerst Jan Gerytsz [te lezen: Willemsz ?], timmerman tot Alcmaer, heeft binnen den tijt van dese rekeninge gewrocht an den huyse van die Middelborch voirs. ende heeft die cappe van den groten toirne die zeer oudt is bynnen verzien ende gebonden dairs nood was mit kanthout ende zommige nyeuwe ribben daerinne gesteken ende heeft die veynsteren boven ende beneden verzien ende vermaect ende zommige mit nyeuwen clampen gestijft daers nood was, ende in de stal gemaect etc. Mit enen knecht tesamen 4 dagen tot 18 groten s daechs onder him beyden op hoirs zelfs cost 36 sc voor kanthout en wagenschot 2£ 13sc. Jan Gerytsz de leydecker heeft den hogen toirne, die oude zael ende die cromme camer overal dairs nood was gestopt ende dicht gemaict daer die leyen utgewaeijt waren, alzo die cappen zeer oudt ende arch zyn. Ende heeft voirts die tynnen gesoudeert ende dichtgemaect dairs nood was. Met een knecht 8 dagen, 3£ 4sc. Hiervoor gekocht o.a. 350 leien; (fol 22v) yzerwerk voor de grote toren, hengels voor de hekken etc 3£ 4sc; Wynrick die glasemaker t' Alcmaer heeft gemaect: eerst een nyeu raem glas opten laghen toirne ende een glas verleidt opten hogen toirne ende voirt overal die zale, die koken ende cronen op ten voirs. huyse die gaten gestopt die uytgewaeit waren ende nyeuw ruyter daerinne gezet, 2£ 5sc; Jacob Jansz en Voppe Vredericsz, die die aerde gecroden ende gevoert hebben om die kanten van den werff ende die gehoicht ende weder op gemaect t geent dat dair ofgeslagen was mits den water van de meer; (fol 23) er zijn 100 willigen op de werf geplant 26sc

1456-1457 |

Rek Rentmeester Kennemerland en Vriesland no 887 fol 25
Jaartallenindex

reparaties aan het huis Middelburg: Eerst Jan Willemsz, timmerman, poorter te Haarlem, van dat hij van zynen ambochte mit eenen knechte op ten slote van die Middelburch gewrocht heeft. In den eersten heeft hij ofgebroken ende ontwrocht dat oude houtwerck dat gepaveert ende gevloert was in de twee zalen ende in die bottelrie, overmits dat die met steenen faicten [?] onder van nyeus verwullef zyn. Item zo heeft hy gemaect ende geset in elke sale een nyeuwe couskesijn ende een nyeu duerkijn in de muyer staende tusschen den 2 salen. Item so heeft hij gemaect een grote trappe van swaren kanthoute, die hij besiden beschoten ende geeleedt heeft mit wagenschotte, dienende vuyt der salen te gaen solven [?]. Ende heeft nieuwe kappen geleyt die men gaet vuyt der salen by den thoren. Item so heeft hy van nyeus vermaect die trappen van den wendelsteen die men nedergaet van die bottelrie in den kelnaer, te wetten mit eycken trappen gesneden van kanthoudt ende die geleyt opert nyeu steenen trappen. Item so heeft hi int een eynde van de kelner onder den thoren ofgeschoten een grote spinde mit tralijen ende een duer daaran gemaect. Item noch in denselven kelner gemaect een kesin mit een venster. Item die stenen trappen die men gaet beneden uyt die plaetse in den kelner onder den thoren gecleedt mit eycken trappen daerop geleyd. Item boven op die bottelrie in t een eynd of geschoten een grote spinde mit een duer daeran gemaect. Item noch in den voirkelner onder die sale gemaect een zwaer duerkesin mit een duer so men van daer gaet in den anderen kelner ende desgelycx daerinne gemaect een groot vensterkesin met een veynster. Item so heeft hij gemaect int bouhuys etc