1464-06-18 | Rietwijk

G.A. Amsterdam Inv Gasthuizen regest 648

Jaartallenindex

Claes Albertsz, schout van Ryedwijck en Nyewerkerc, oorkondt dat Claes Eylaertsz erkende schuldig te zijn aan Mathijs Willemsz 1 nobel j.r.t.e.e.p op de helft van 9 maden lands op de Noort in den ban van Ryedwijck, daer naest bij gelant zijn zuid: Peter Heinenz [Hemenzoen ?], noord: Peter Claesz, streckende van die Noirtwech an die lantscheijdinghe toe. Bij niet betaling vervalt dit land aan Mathijs ten vrijen eigen

Dirc Matheusz en Claes die Voecht, schepenen in Ryedwijck

Ockenburg, van~ | 1289-03-20

v.d. Bergh II p 657

Achternamenindex

testeerde magister Gerardus de Leyden, canonicus ecclesiae St Mariae Traj, vermeld 1265-01-10, verwekte bij Ava twee zoons [zie ook van Leyden]: "terram meam de Hokenberge, in qua moratur Ghibo ad presens monasterio de Rynsborch, quod Theodericus et Gerardus, filii mei, quos ex Ava genui" etc, bij kinderloos overlijden vervalt alles aan de abdij

1440-12-24 |

Memoriale Rosa dl V no 447 p 292

Jaartallenindex

hertog Philips vergunt Pelgrim Gerbrantsz namens zijn moeder Katryne Dirc Struysdochter om haar leen, een huys en scuyre mit horen werve en mit 2 ½ geersen daaraan liggende in de ban van Niedorp, met een laen van 1 ½ geersen groot binnen den ghaeu ende buyten den ghaeu, dairan een stuck land geheten t Weer ende is groot 3 geersen, ende dat die voirs. husinge vervalt en verguet, t welk zij al tesamen van ons in leen houdt, te verkopen ende opbrengst te beleggen in ander leengoed

1497-01-28 |

Inv Arch H. Geest 's Hage dl I Oorspr Inv no 947 dl II regest 511

Jaartallenindex

heer Jan van Westcappel, abt van Middelburg, oorkondt dat Pieter Gerytsz, schout van Monster en inwoner van den Hage, als aalmoes gegeven heeft aan het convent van St Barbara in Bethlehem in den Hage een woning met geboomte en land, geldende voor 4 £ gr sjaars, om deze na zijn dood als eigendom te bezitten, mits uitkerende aan Maertyn Symonsz levenslang een toelage van 10 R gld. De woning mag nimmer vervreemd worden. Bovendien moet het convent voor Martyn missen laten lezen [etc, zie het regest]. Bij niet-nakoming vervalt de woning c.a. aan de H. Geest in den Hage (vgl 1501-10-18)

Vulbrandus | 1069

Cartul de la Ville de Gend p 117

Voornamenindex

Vulbrandus en zijn vrouw Vulfgert tradiderunt St Petro te Gend hereditatem dictam Cornemed et Friskinhem, tegen een census van 12 den, zodra een van beiden sterft vervalt diens deel aan het klooster en moet de overlevende 12 den blijven betalen

Jan Jansz | 1474-1475

Rek Rentmeester Kennemerland

Voornamenindex

Jan Jansz, bastaard, te Beverwijc overleden: de rentmeester accoordeerde met de weduwe dat zij 3 £ zou betalen, doch zij bezat niets dan een quaet huijsken, dat algeheel vervalt, als dat zij van armoede om huer broet ged.., de schuld wordt kwijtgescholden (906 fol 25)

Boschuysen, van | 1485-02-09

Arch Kerken Leiden regest 1726/Arch Engelendaal Inv 848

Achternamenindex

prior en convent van Engelendaal te Leiderdorp beloven te zullen uitreiken aan de huiszittenmeesters van de St Pancrasparochie een rente van 8 £ Holl te rekenen vanaf een jaar na het ovelrijden van jvr Aechte van Busschuysen, weduwe van Diert Dircsz van Merenburch. De rente is verzekerd op de helft van 10 morgen land in de Hoge Waert en de helft van 14 morgen land in de Lage Waert in Coudekerck, door Diert aan het klooster vermaakt; wordt dit land het klooster afgenomen dan vervalt de verplichting

1497-02-27 (1496) |

R.A.H. Coll Aanw 112 Caput Vriesland fol 2/Reg Archidux

Jaartallenindex

hertog Philips oorkondt dat jvr Jooste van Schagen vrouwe van Schagen, om liefde die zij heeft tot haar oom Willem van Schagen en zijn kinderen, ende besonder omdat dieselve Willem van Schagen niet so wel versien en is van goeden bij wijlen synen vader Willem Heere van Schagen, oudevader van de voors. vrouwe van Schagen als Jan van Schagen, zijn oudste broeder, zij met haar echte man Joost van Borselen, dat zij als zij kinderloos overlijdt en behoudens de lijftocht die haar man daaraan heeft, heeft opgedragen tbv Willem voorn. een rente van 100 cronen sjaers, tot 48 onser Vlaemse munte stuc. Dit gedaan wesende ende overleggende die redenen voors. ende sonderlinge dat die voors. Willem gedescendeert is van den Edelen bloede van wijlen hertoge Aelbrecht van Beijeren grave etc, want sijn vader een bastaert soon was van den voors. hertog Aelbrecht, daarom beleent de hertog hem met deze 100 cronen tot een onversterfelijk erfleen. Sterft hij kinderloos dan vervalt deze rente

present: Joost van Minnen, Anthony van Eversdyk, Jacob van Dorp, Dirck van Boneem

1564-06-28 |

R.A.H. Coll Aanw 466 fol 118v/Leenregister Brederode fol 79

Jaartallenindex

Henrick van Brederode oorkondt dat de broers Jacob, Reynier en Adam van der Duijn, kinderen van wijlen Adam van der Duyn, in het cavelen van hun goederen overeengekomen zjin, dat zo wie die hofstede v.d. Duyn, gelegen te Sevenhuijsen, leen van Brederode, in zijn cavel ontvangt, deze hofstede nimmermeer uit het geslacht van der Duijn zal mogen vervreemden. Bij de caveling is de hofstede aan Jacob van der Duijn ten deel gevallen, die belooft de hofstede niet te zullen vervreemden zonder consent van drie naeste aen wien tselve leen van d'een op d'ander zoude moge besterven. Bij wanprestatie vervalt het leen aan de heer van Brederode, echter zal de naaste erfgenaam of leenvolger van die van der Duijn de hofstede alsdan mogen lossen ofte redimeren voor 1000 £ van 40 gr Vls, waarna de heer van Brederode hem weer met de hofstede zal belenen. Welke belofte van Jacob door Reynier en Adam van der Duyn voor zich zelve geaccepteerd wordt en uijt die name van Willem van der Duijn en die kinderen van Nicolaes van der Duyn, verzoekende op 1564-02-12 de heer van Brederode deze overeenkomst te ratificeren. De heer van Brederode confirmeert nu dit contract (vgl 1538-12-20)

1563-04-21 |

R.A.H. Coll Aanw 133 Caput N.H. fol 50v, 53, 54v

Jaartallenindex

Philips graaf van Ligne etc, ridder van het Gulden Vlies, oorkondt dat om den goeden dienst die onse lieve en beminde bastaert oom Andries bastairt van Wassenaer, ons gedaen heeft ende tot vordernisse van zijn houwelick, wij hem gegeven hebben een jaarlijkse losrente van 300 Kar gld, van 40 gr Vls, losbaar den penning 16. Sterven Andries bastaard van Wassenaar en zijn toecomende huisvrouw jvr van Brakel kinderloos, dan vervalt de losrente. Overleeft zij hem dan zal zij tot haar dood 200 Kar gld ontvangen. Hij gelast aan zijn rentmeester van Wassenaer heer Jacob de Jonge Jacobsz, secretaris bij het Hof van Holland, deze losrente jaarlijks uit te delen. Als onderpand stelt hij: ons huys en woninghe mitten erve ende boomgaert van dyen, staande in den Hage in t Voorhout, zuid: het voors. Voorhout ofte het Tournoyvelt, west: de huysinge en erve van Johan Hanneman, rentmeester generaal van Noord Holland, noord: de banwatering, oost: de weijde ende lande toecomende de Predicaren in den Hage, 2) de huysinge ende erve van Naijltwijck, 3) onse duynen en conynenwarande liggende buiten den Haghe in den ambachte van Wassenaer, benoorden het bosch van den Haghe, genaamd "Blankenburch". Hij machtigt de rentmeester om voor de gerechten van den Hage en Wassenaar brieven deswege te verlyden.Op 11 mei d.a.v. machtigt hij Jacob de Jonge en zijn procureur Cornelis van Haeften om ook dergelijke brieven te passeren voor de stadhoudervan de lenen. Op 23 mei d.a.v. confirmeert koning Philips deze lijfrente