12 resultaten
1435-03-29 |
R.A.H. Coll Aanw 516 A fol 147/Leenregister Egmond A
Jaartallenindex
½ huysinge ende erve binnen Rotterdam in West Nieuwland. Item dese ½ huysinge heeft Jan van Santhem in voortyden minen heer overgegeven en quytgeschouden Claes Egbertsz. Deze laatste droeg het leen weer op tbv Henrick Jansz, die er mede beleend werd op 29 Mrt 1435 (vgl 1410-02-13, 1441-04-12)
mannen: Gerrit heren Gerritsz van Egmond, bastaert, Gerrit Pietersz, Dirck Duijns geheten Teijnagel
1457-01-13 (1456) |
G.A. Haarlem Inv no 1529 Lade R/Arch Leprooshuis Haarlem
Haarlem Algemeen
schepenen in Haerlem oorkonden dat Pieter Willem Claesz.z geliede dat hij verkocht heeft aan de Lazarusmeesters ⅔ deel van een gouden Eduardus Eng. nobel sjaers op Claes Diedaerts huys ende erve gelegen over die Burchwalsgrafte ende in voortyden buyten Schalcwijckerporte placht te wesen, tusschen Bruijn die smit an die zuidzijde, noord: Dirc Willemsz, streckende voir van der strate afterwerts an die Spairne
Garbrant Claes Pellegrymsz.z en Pieter Braeuwe, schepenen
1571-03-02 (1570) |
R.A.H. Coll Aanw 138 Caput Sticht, Heusden etc fol 57v
Jaartallenindex
koning Philips beleent jhr Gerrit Spierinck van Wel, casteleyn van onsen huize en lande van Heusden, na dode van zijn neve Jan Adriaensz van Aelburch, met een rijswaert in de ban van Aelburch, tusschen der stege en de oliemolen. Leen van Heusden, te houden tot sulck een rechten leen als Dirck Spierinck van Aelburch Claesz in voortyden hield
mr Cornelis Oem, jhr Pieter van Heerjansdam, Pieter van der Borch, Cornelis Weylant, Pieter Gerytsz, leenmannen
1440-05-31 |
R.A.H. no 97 fol 157/Lenen Margaretha van Bourgondië fol 77v
Jaartallenindex
Margaretha van Bourgondië oorkondt dat zij in voortyden gegeven heeft het bodeambacht van onse stede en lande van Texel aan Willem Phillipszoon en Willem die bastaert Heer Lodewyk die bastiart van Hollantszoon, welk bode ambacht zy overgegeven hebben ten behoef van Heynryck Thymanszoon en Jan Hermanszoon, knechten van heer Lodewyk voors, aan wie zij vervolgens dit bodeambacht geeft voor hun leven
1456-06-23 |
R.A.H. 58 fol 301/Priv. Philippi fol 135v
Jaartallenindex
hertog Philips oorkondt dat Vroukin Reynersdochter, geboren uyt Wyeringen, hem te kennen gegeven heeft dat in voortyden an die noortsyde van onsen lande van Wyeringen, een dyck inbrak, waardoor veel land verloren ging en buitendyks bleef liggen, geheeten de Noordercooch, dat zij nu gaarne wilde bedyken. Gehoord het advies van Aelbrecht van Egmonde, schout van Wyeringen, vergunt hij haar nu deze Noordercooch te bedyken
1436 | Heemskerk
R.A.H. Coll Aanw no 100
Jaartallenindex
hertog Philips oorkondt "want Dirck Albout in voortyden vercregen ende gecoft heeft tegen Jan Uterwijck binnen synen levenden lyve also hij secht, 20 gheersen lants mit hueren anwerpe gelegen in den banne van Heemskercke, die hem aengecomen ende bestorven waren bij doode Vrou Kuynera heeren Bertouts wyff van Assendelf was, die ze van der grafelijkheid in leen hield". Dirck voirs. wordt er vervolgens mee beleend tot een onversterfelijk erfleen. In margine: dese verlyinge is van geenre weerden geweest ende Dirck heeft se weder quytgescouden ende overgegeven gelyck dat men bevinden mach in enen brief hierafter geschreven anno XL 8 [?] in October
1541-12-20 |
Kroniek Hist Gen jg 1854 p 60/oudste Correctieboek Amsterdam
Jaartallenindex
alsoo Willem Hugenz van der Goude geboren, hem vervordert heeft te dichten ende te schryven eenige brieven, smaekende quade leringe ende inhoudende diversche poincten, die tenderen soude tot wederstand van den predicanten ende inobedientie der Heiliger Karstten kercke, oock seeckere dreigementen en communicatien, in orde hen schyne als die in voortyden by luyden van den anabaptischen ende andere gereprobeerde secte gebesicht sijn geweest, welcke brieven hy oock heeft doen brengen aen eenige poorteren deser stede etc. Hij wordt veroordeeld om een ½ uur te gaan op de kaack met de brieven om zijn hals. Daarna wordt hij voor 6 jaar verbannen. Hij mag dan terugkeren na 12 Kar gld betaald te hebben
presentibus schout, burgemeesters en schepenen, excepto Joost Buijck en Sybrant Otto [lees: Ouo]
1468-06-02 |
R.A.H. Coll Aanw 516 A fol 75/Leenregister Egmond A fol 66v
Jaartallenindex
Johan jonge heer tot Egmond beleent zijn neef Floris de Wede van Adrichem Jacobsz met een stuck lants geheten die Koegh, ende is groot omtrent 6 maden, gelegen int Noorteynde van Schermer, ende hebben belend zuid: Evert Thymansz, noord: die Somerdijck, welcke 6 made Floris voorvader in voortyden onsen Heer ende voorvader heer tot Egmond opgedragen hebben. Verder nog 5 paer conijnen sjaers uyt onsen warande t'Egmonde. Ende voort alsulcke goet ende erve als Sybrant Claes Eestenzoon voor ende onse neve Jacob die Wedde Floris voors. vader na van ons ende onser hofstede te houden plagh ende gelegen sijn int Noorteynde van Schermer. Tot een onversterfelijk erfleen, te verheergewaden met een rode havick
1434-10-18 |
R.A.H. Coll Aanw no 100 fol 22
Jaartallenindex
hertog Philips oorkondt dat Pieter Jorgelsz hem opdroeg tbv onsen getrouwen Florens Paedzen zoen: een erve ende lant mitte wooningen die daer op staet, liggende bij der Waddinge geheten Sonnevelt, dat in voortyden jvr Andel der Rensburch gravinne [!] toe te behoren placht. Vervolgens beleent hij Florens om dienst wille die hij gedaan heeft, dagelijks doet en nog doen zal met dit goed tot een onversterfelijk erfleen. Boven staat: Pieter Jorgensz deze twee voirs brieven (dd 1396-03-24) sullen blyven in heure macht voor Pieter Jorgelsz en zyn naecomelingen als van 40 m. lants soo sij in denselve brieve bepaelt zijn, ende niet van den erve en land c.a. geheiten Sonnevelt, nae inhout Florens Paedzensoons brief hiernae volgende, in der tyt van der datum desselfs brief
Raden en leenmannen: heer Willem van Egmond, heer Gillis van Cralingen, ridders, Boudyn van Swieten, Godschalk Oem, Jan van der Mye, knapen
1536-12-12 |
R.A.H. Coll Aanw 246 fol 233/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex
alsoe Franchoys van Wena heer van Gysenburch op zijn te kennen geven van den Hove onlancx verkregen heeft zeeckere besloten brieven, adresserende an Jan van Outheusen op die tijd dijkgraaf van de Alblasserwaard, bij denwelken denselven Jan bevolen was niet te procederen tot versoucke van Bouwen Oem heer van Papendrecht tot uytlegginge ter cause van een rentebrief van omtrent 70 schilden per jaar die deselve Bouwen Oem heeft op die heerlycheyt Gysenburch, maer te supersederen van te procederen tot vuytlegginge, tot de voirs. Jan van Outheusdens antwoerde gehoert, anders geappoincteerd soude syn. Op welke brieven Godschalk van Oudheusden, alsnu dijkgrave van de Alblasserwaard ende oick zijn broeder antwoerden gegeven ende gescreven hebben ende dairby den Hove verthoont dat die kennisse van desen saecke behoerden den dyckgraaf in der tyd wesende, ende dat sulcx in voortyden diverse proceduren op tie voors. goeden ende renten die verlicht ende subject zijn der materie van dyck..adge gehouden zijn geweest. Dit antwoord is aan de advocaat van Ghyssenburch in copie gegeven, doch deze wist er niets op te zeggen. Daarom staat het Hof aan de dijkgraaf van de Alblasserwaard toe te mogen procederen niettegenstaande het verbod in de besloten brief gedaan