10 resultaten
1437-08-24 |
R.A.H. no 97 fol 113/Lenen Margaretha van Bourgondië fol 55v
Jaartallenindex
Margriete van Bourgondië beleent Jan van Loenresloot met sulcke tienden als Wouter Koevoet van Bonendaell gegeven en bewyst syn van heren Jan van Arckell, van hem te houden tot een recht erfleen. Gelegen tussen Hoencoperssluse ende heren Gheryts tiende van den Vliet, streckende op ter Yssel afterwaerts langes aen Hoincoop, nae utwysinge der ouder hantvesten ende brieve die daerof sijn, aen welcker tiende Jan voirn. in rechter erffenisse als een jongher brueder voirt aenwyst ende ghegoet, en die manschap daeroff gecomen is aan die grafelijkheid van Holland en daarna aan ons.
dit is ghesiet by onser ghetruwen gouverneur van onse duytse duwarie heer Geryt van Poelgeest; leenmannen van de grafelijkheid: die here van Yselsteyn, Jacob van Alckemade, Jan van Spernewoude
1348~ |
R.A.H. Coll Aanw 50 fol 12/Reg B. Bloys Cas D fol 1~
Jaartallenindex
copia litterae domini Rassonis de Cruninghen. Jan van Henegouwen oorkondt dat wi gegeven hadden heren Raessen van Cruningen, 4 gemeten land gelegen in Weltenwerve, die Hillemeten, die ons anecomen waren van eenre joffrouw die men hiet Lysbeth Wissendochter, nonne, van ons te lene te houden. Van welcker lande als hi ons doet verstaen hem dene helft af ontweldight werd. Waerom wij hem geoerlovet hebben ende oerloven d'ander helfte te vercoopen, ghelyc of syn eygen ware, want hi ons gelovet hevet van sinen eygenen erve also vele weder op te dragen. Ende des heet Alout sinen open brief van bewisinge [zonder datum]
1485-08-10 |
G.A. Amsterdam Arch St Jorishof Amsterdam no 52
Jaartallenindex
de schout etc van Amsterdam schrijven aan de pastoors, schouten en burgemeesters der steden van Monickendam, Edam, en voorts aan de pastoors, schouten en schepenen van de dorpen van Rarop, Zuyderwoude, Broyck, Purmerende, Purmerlant, Lantsmeer, Zunderdorp, Scellincwoude, Ilpendam, Amsterveen, Diemen en Ouderkerck, dat voor hen gekomen zijn de overmans en sieckenmeesters van den Siecken Lazaryen huyse van St Jorys staende binnen deser stede, te kennen gevende hoe dat zij van oudts geplegen zijn te hebben tot allen vier hoechtijden van jare een bede overal in den kercken aldair tot hulpe ende onderhoudenisse van de voirs. siecken Lazaryenhuijse. Van welcker bede zij een deel jaren geleden geen ontfanck gehadt en hebben, mar hebben dat laten berusten tot desen dage toe, overmits dat sij niet zeer mit siecken in den voirs. huijse beswaert noch. Maar dat zij als nu grotelijcken bevinden t voirs. huijs mitten siecken belast ende beswaert te wesen meer dan zij ze tevoren geweest hebben etc. Zij verzoeken nu deze bede wederom uit te reiken (ongezegeld)
1594-01-05
R.A.H. O.R.A. 1063 fol 91v no 88
Transportregister Bloemendaal
schout en schepenen in de ban van Overveen oorkonden dat Adriaen Gerritsz in de Lely, onze buerman, erkende verkocht te hebben aan Pieter Noppen Karelsz een huis en erf in de ban van Overveen, oost: die Heerewech, zuid: Adriaen voirs, noord en oost: die wildernis. Welcker voors. erff den voors. coper int vierkant afgepaelt wesende voort sijn behouden sal daerinne gereeckent t erff van t huijsken daer Pieter Duijst in woont, t gunt hij Pieter Duijst niet met timmeren verbeteren en mach, maer t huijsken vervallen wesende zal mede comen aan Pieter Noppen, die het ook niet zal mogen verkopen alvorens hij het aan Adriaen te koop zal hebben aangeboden. Eodem die erkent koper deswege aan verkoper 275 gld schuldig te zijn onder verband van het voors. perceel (vgl 1597-04-17)
Egbert Melisz Prins, schout, Jan Pietersz Keuijer en Bartholomeus Jansz, schepenen in Tetrode
1401-07-29 |
R.A.H. Coll Aanw 47 fol 739v/Liber V fol 427v
Jaartallenindex
Florens van Borselen heer van St Martynsdyck, oorkondt dat voir mi gecomen syn alle die goide luden die in der parochie van Scarpenisse woonachtig sijn, ende gaven mi te kennen dat sij grooten last hadden van dyckaedsen. Van welcker dycaedse voirs sij dickent geclaecht hebben ende nog doen, dat sij mit grooten onrecht den dyck hebben moeten maecken tot deser tyt toe, want die dyc gelegen is binnen de parochie van Westkerke, tussen den Vatelwech ende den Ewech in Jans ambacht van Botlandt, synre broeder, ende Jans syns neve. Soe die goide luden in den ambacht van Scarpenisse hebben alle jaer moeten verdiken 8 groot, 10 groot of 12 groten van elker gemeten. Ende die van der Westkerke diken van horen gemete 2 of 3 groten, soe dat die goede luden in den ambacht van Scarpenisse verdragen syn mit mi, dat wij mit malcanderen dat onrecht van der dycaetse wederstaen willen, ende heb se dairin geloift te houden ende te starcken dat sij genen cost van de voirs. dijck hebben sullen, sy noch hoer nacomelingen, ten ware dat die van der Westkerke bewisen conde dat die dyck binnen den ambacht van Scarpenisse gelegen ware. Op 1401-08-01 confirmeert hertog Albrecht deze brief
1458-05-08 |
Arch Marquette no 1106/Cartul Assumburg no 12 en 13
Jaartallenindex
Willem Enghebrechtsz, schout van 's Hage, collator van een cappelrie die Jan Vos Hoichstraet en Gheertruyd Willemsdochter zijn geechte wijf zaliger gedachten met gesamender handt gesticht en gefundeert hebben, welck Gheertruydt voorn. als ghemachticht van Jan Vos voorn. geleydt heeft om die te verdienen in der cappellen der zusteren van St Elyzabethen huys in den Hage, tot welcker, naer Jan Vossen doot voorsz ter beteringe Geertruydt voorn. gegeven heeft drie £ sjaers Holl payment op Floris die Vleyschouwers huys, welck Floris voorsz na den rechten van den lande gecoft heeft alsoe als die renten voorn. op zijn huys ter lossinge stonden. Voort zoe heeft die mater van den selven zusterhuys voors. mij gebeeden alsoe alser een stucke landts after haer convent leydt dat deser cappelrijen toebehoert, ende plach te ghelden 10£ 's jaers Holl payments, off ick mij goederthieren wilde maecken ende consentieren dat zij ander 10£ Holl payment goede vaste ende zekere renten daer voer in die stede mochte setten. Zij verzoekt nu de door Floris de Vleyshouwer afgeloste rente op zijn huis te mogen vervangen door deze rente van 10£ uit dit stuk land achter het convent. Heer Dirck Hoochstraet, priester, possessor der cappelrie consenteert deze vervanging, en beide verzoeken de confirmatie van de bisschop van Utrecht die 12 Mei d.a.v. verleend wordt
1478-02-10 |
G.A. Monnikendam Inv 154 fol 15v/Diversorium Galileaconvent
Jaartallenindex
alle luden etc si kondich ende oepenbaer dat Symon Jansz is ghecomen toe Galilee int cloester bi Monckendam om daer in een broeder ontfanghen te werden. Ende heeft voer hem ghebrocht als voerbidders Coppit Pietersz, Dirc Florysz, Jacop Gherijtsz, Reijer Aemsz ende Pieter Coppensz, Jan Florysz overmits welcker voerbidden Symon voers. ontfanghen wart in een broeder. Ende heeft quyt ghescouden ende tot een eyghendoem ghegheven dat voers. convent in teghenwoerdicheit der voerghenoemde mannen als tughen: een stucke lants van elf vierendeel gheleghen in Jacop Pieter Herdijnsweer, ghenoemt die dyckcamp met alsulckdanigher voerwarde als waer dat Symon voers. ut den cloester weder waer gaende ende blivende in die werlt, soe soude dit voers. lant hem weder naevolghen. Ende waert dat Symen voirn. sijn leven verslutende (?) waer int convent voers. soe soude dat lant tot enen eyghendoem toebehoeren ende in der ewicheit bliven int convent voers. In kennisse der waerheits heb ic Jan Florijsz voers. dese sake in tegenwoerdicheit twier eerbare mannen ende tughen als Melys Claesz ende Claes van Veen beleden, ghetughet, vertelt, ghesproken, ende mit minen zeghel bezeghelt. In nomine domini amen. Per hoc presens publicum etc. Symon filius Johannis frater domus nostre secundum formam tertii reguli sancti Francisci professus, dedit, legant monasterio nostro beati Bernardi in Galilea quondam peciam terre in vulgariter seven verndel lants gheleghen in Rietbroeck in Jacob Petri Herdijnsweer op dat noerteynde. Opschrift: instrumentum de fratre Symone Reyneri
Saij | 1598
Rek Rentmeester Kennemerland 979 fol 30v
Achternamenindex
"van een saete lands groot 10 morgen 497 roeden Rynlandse maat, gelegen in Eemskerk, eertyts aan de grafelijkheid gecomen by confiscatie van enen Philips Say, die mette boomgaerden, huysinge, hoijhuys ende anders heure toebehooren vóór den trouble, te gelden placht 60£ munte deser, ende deselve omtrent den jaer 1572 by den algemeynen vyandt affgebrant en geruineert synde, enige jaeren wilt, woest en ongebruyct is blijven liggen tot na de pacificatie, te welcker tyt die nyet connende verhuuren jae nyemant om nyet gebruycken wilde, heeft desen rendants vader [de vader van Johan Colterman] de voors. verbrande hofstede en verwoest landt, naer voorgaende inspectie oculair van myn heeren van de Reeckeninge in pacht genoomen ten tyd van 36 jaar ingaende Petri ad Cathedram 1578 voor de somma van 20£ te 4 gr Vls sjaars (...) onder conditie van de huysinge weder tot redelicheyt weer op te bouwen te synen coste", bij beeindiging van de pacht het huis over te nemen
Heemskerk, de Vlotter
1529-07-13 (2) |
R.A.H. Coll Aanw 117 Caput N.H. fol 120v
Jaartallenindex
(vervolg) dorsale aantekening: op huyden 21 Jan. 1530 Jan van Barry comparerende ter sigilatore van desen letteren van decreeten heeft in den name en als procureur in dat stuk van Adriaen Stalpert, ontfanger generaal van Kennemerland en Vrieslant, verhoocht ende verdieert (?) t leen gelegen te Noortigh, breeder verklaart in t witte van desen, t welck tot op huyden ten uytganc van bernender keersen gebleven was Jan van der Does, oock int witte genoemd als laatste verhoger voor de somma van 200 gld, boven die 11 delen competerende den kinderen van den tweesten bedde van wijlen Adriaen van der Does nae wysen van de twee sententien ook verhaelt in t witte van dese, behalve sulck recht als Dirrick van der Does daerop hadde uit kracht van deselve sententie. Ende heeft de voers. Jan van Barry daarvoor meer geboden 600 R gld van 40 gr Vls, ter welcker sigillature de voors. kinderen te weten, Adriaen, Huge en Hendrik van der Does, gebroeders, en Gillis de Rullin namens zijn huisvrouw jvr Margriet v.d. Does, mitsgaders heer Pieter Lambertsz als voogd van jvr Alyd van der Does, vergezelschapt van mr Pieter Boullyn. de voors. Jan van Barry wederom 100 gld meer in sulcker wijs nat na vele en dieversche verdieren de geboden bij den voors. comparatalen op en tegen elkander gedaan ten lasten t voors. leen gebleven is den voors. Jan van der Does te dien hadde, na uyttewijsen van de voirs. sententie en ten lasten ende conclutie begrepen in de relatie v.d. deurwaerder voor de somma van 2950 gld, dat ten aftrecken van den zegele van den wasse, dewelcke Jan van Barry van alle dat voors. is, versocht heeft ende is hem verleent acte
Does, van der | 1469-09-23
R.A.H. Coll Aanw 465 fol 25v/Leenregister Brederode (oud) fol 12v
Achternamenindex
Rynolt heer tot Brederode oorkondt dat Fueij van der Does hem heeft opgedragen een camp land van 4 ½ morgen in het ambacht van Leiderdorp, bij de hofstede van der Does, belend tussen de Does wetering en heer Willem Jacobsz, priester, streckende van den lande die Fueij van ons te lene houdende is tot achter an enen camp lant, die geheten is den Derwer. Willem van der Does wordt er vervolgens mee beleend tot een onversterfelijk erfleen, te verheergewaden met een rode sperwer of 5 schell Holl. Mit vorwerden, waert sake dat dit voors. lant ijet becommert waer of belast dat soude Willem voors. voirt mogen verhalen op alsulcke goeden ende landen als Fueij voers. noch van ons te lene hout, sonder enich weer van recht daer tegens te doen of doen doen in eniger manieren hoet genoemt mocht wesen. Item tot welcker tijt Fueij van der Does Willem van der Does voors. vernuecht heeft van alsulcke brieve als Fueij van Willem heeft, soe sellen wij willich wesen Fueyen voors. dit voors. lant wederomme te belenen ende Willem voors. daeroff quijt te scelden
mannen: Reynolt en Henric van Brederode, basterden, Foij voors. selve
hoofdtak