Bedoelde u soms?
wedene | weede | weerde | wegende | wehene | weinde | wekene | wesende | westende | wetende | wezepe | wonende

10 resultaten

1591-05-17 | Ter Does

P. van Doorninck: Inv Charters van der Does regest 109/Mathenesse
Jaartallenindex

Salomon Lenartsz van der Wuert, notaris te Leiden, instrumenteert het testament van joncheer Peter van der Does, bailiu en dycgrave van Rynland en schout van Leyden, en joffr Phillipa van Duvenvoorde, zijne huisvrouwe. Gepasseerd ten huize van de testateuren, wezende s princen logement (vgl 1595-07-06)

1513-03-14 (1512) |

Arch Abdij Egmond
Jaartallenindex

proces voor het Hof van Holland. Jan van der Moer als procureur van Diloff Willemsz wonende in den ambochte van Lymmen, wien als voogd van zijn vrouw aldaar toebehoort een stuk land groot 5 koeven geheten Geryt Claesz weijde, ten behoeve waarvan hij reeds 20, 30 en 40 jaar lang een toegang had over een stuk land vroonland wezende, toebehoorende Aerys Jansz en Geryt Ysbrandz

1444-06-19 |

Kroniek Hist Gen Utrecht jg 1852 p 255
Jaartallenindex

Agnes van Bronkhorst, abdis van Elten, oorkondt dat Johan van Nyenrode in dienstman statt heeft verzocht "sodaner dienstman leen ende marschalck ampt, als hij ende zyn voorvaderen hebben gehalden van der abdyen van Elten ende der abdyen vrouwen in der tijt, als mit namen den alingen thienden van Goylandt, alt ende nije, mit allen aenvall, opcominge ende toebehoringe, soe die in Goijlant gelegen syn ende tot onsen marschalckambt behooren. Die welcke voorscr gueden oer leen wezende gebodige weren [?]. Overmits dode van vrouwe Lucien van ..... sal. ged. Te verheergewaden met eyne reijsige paerde ende vol harnis"

mannen van de abdij: Dirck Monime van Collen, Johan die Roede van Heeker

1473-11-01 |

R.A.H. Coll Aanw Caput Vriesland fol 7-8v (fol 2v)
Jaartallenindex

hertog Karel oorkondt dat Kathrijn Dirck Gerijtszoonsdochter zijn stadhouder en Raad te kennen heeft gegeven dat zij ten onversterfelijken erfleen houdt een steenhuis en erf staande binnen Hoirn, dat haar vader ± 18 jaar geleden uit zijn eigen goed den hertog had opgedragen en in leen ontvangen, welk huis echter zeer vervallen is, terwijl zij het wegens haar groote armoede niet kan repareren. Zij verzoekt nu vergunning dit te mogen verkoopen, tegen opdracht van een stuk lands an die westegge in den ban van Medemblik, groot wezende 700 roeden, lendens west: Folpairt Jacobsz, oost: Pieter Allairtsz. Zij wordt hiermede vervolgens beleend tot een onversterfelijk erfleen, te verheergewaden met een goede heect of 5 schell Holl. Daar haar man Symon Pietersz zoo ziek is dat hij niet in staat is hulde en manschap voor haar te doen, wordt dit gedaan door Claes Florijsz, haar gecoren voogd. In dorso: op 1474-02-04 (1473) heeft Symon Pietersz zelf eed gedaan

1583-06-20>

R.A.H. O.R.A. 1062 fol 40
Transportregister Bloemendaal

schout en schepenen van Overveen oorkonden dat Willem Jansz van Casterkem als voogd van het weeskint van Heynrick Jacobsz, bij name Aechte Heyndricsdochter, erkende verkocht te hebben aan Frans Dircksz Rechterhant, poorter der stadt Haerlem, een stucke lants, groot 1 morgen 1½ hond, gemeen met een gelijke 1 morgen 1½ hont, toecomende Anna van Sparwoude, tesamen groot wezende 3 maden en 3 hont, gelegen in de ban van Overveen, west en zuid: Anna van Sparwoude, noord: Willem Florisz Bol, oost: die Vaert. Welck stucke lants den voors. weeskinde aangekomen is bij cavelinge en delinge van haar vaders erfenis tussen Aechte en haar broeder Wolfert Heyndricsz, die voorzone van de voirs Heyndric Jacobsz, blijkende bij akte dd 1583-06-20 voor den secretaris van Petten en getuigen gepasseerd

Dirck van Bronchorst en Batenburg, schout, Thonis Jansz en Pieter Cornelisz , schepenen

1596-04-04

folio 143v
Transportregister Haarlem

[Kerkstraat 6] gemachtigde van Reynier Schouman, backer, verkoopt aan Lubbert van Marcken, wyncoper alhier, een huis en erf daer tegenwoordig "Swanenburch" uythangt in de Warmoesstraat, ter ener: Vermelijn Laurens, zydelaeckencoper [7], ter ander: Johannes Damius, dienaer des Godd. woord [5], streckende voor van de herenstraet aff ende voorts met zeeckere schuyre staende op desen erve tezamen tot achter aan de mure van den huyse genaemt "de Gulden Berch". Voorts met een vrye ganck nae de bornput toe, gecocht zynde van Dirck van Heuvel met oock een poorte uytgaende deur de gemene stege aen den gemynen bornput daertoe dit huijs een vrye bruyckwaer af heeft ende daerom met zyn naburen gelyke costen dragen moet. De lichten van Vermijn op dit erve mogen niet betimmert worden. Belast met 15 gld 6st sjaars, wezende ½ van 30 gld 12 st sjaars die de stad Haarlem daarop heeft, tesamen met het huis van Vermijn voors. Zoals het huis van de stad Haarlem gekocht is. Koopsom 3200 Kar gld

1544-12-24 |

R.A.H. Coll Aanw 123 Caput Zeeland fol 170-177
Jaartallenindex

schepenen in Breda oorkonden dat heere Joost here van Cruninghen van Heenvliet, Steenkerke Tongernelle etc, burchgrave van Zeeland, leende ende lijde dat om op te brengen ende te vervallen alslucke penningen als hij de stad van Antwerpen zal moeten restitueren ter zake van de coop van de ½ ofte seecker gedeelte van den veere tussen Antwerpen en Vlaanderen, twelk zijn heer vader eertyts der stad van Antwerpen vercoft heeft gehad. Waarover tussen hem en de heer van Momerancij een proces geweest is voor de Grote Raad te Mechelen, dat laatstgenoemde heeft gewonnen, zodat de stad Antwerpen dat deel van het veer niet zal mogen behouden, zodat hij aan deze stad de kooppenningen moet terugbetalen. Dat hij hiertoe 5760 gouden Ph gld heeft ontvangen van heer Jan van Renesse, ridder, heer van Elderen etc, drossaert van het land en stad van Breda, waarvoor hij deze een rente vestigd van 360 Ph gld, vergunt, die betaald moeten worden binnen de stad van Breda op t stadhuys ofte binnen de stad Antwerpen, wezende die halle van Diest. Voor de betaling verbindt de heer van Cruiningen zijn heerlijkheid Heenvliet, losbaar deze rente met 5760 gouden Ph gld. De heer van Cruiningen machtigt mr Franck Boot, advocaat van het Hof van Holland en Engel Dircsz, zijn rentmeester, om deze akte te doen confirmeren en deze rente te vestigen op Heenvliet (vgl 1545-05-22)

1500-1530~ | Velsen

Arch Abdij Egmond Inv no 452
Jaartallenindex

de abt van Egmond oorkondt dat Dirck de Weent hem heeft opgedragen den eigendom van 3 stucken lands gelegen an malcandren in den banne van Vlijelant, geheten die Hoge Croft, die hoge Weijde ende die Ossen Ven, belend west: die grote wech, zuid: Claes Corf, oost: Willem van Loo, noord: dezelve Willem van Loo en Lysbet Coman Dircx weduwe [komt voor 1488] tesamen. Ende noch een heele campe lants ende daertoe een halve campe lants, daer Vrouwelyn van der Voirde mit horen kinderen die ander helft of toebehoirt, gelegen an malcanderen in den banne van Velzen, daer naeste lenden of zijn west: Hofgeesterkercwech, zuid: Gerijt van der Voirde ende Dirck Huygez, noord: Zasse Vranck Gerytsz weduwe, streckende voirt in die Meer. Dit gedaan wezende wordt Dirck de Weent er vervolgens mede beleend tot een onversterfelijk erfleen, te versterven op zijn zoon Aelbrecht, bij diens kinderloos overlijden op zijn oudste zoon Frans, en bij diens kinderloos overlijden op zijn dochter Janne. Sterft deze kinderloos dan op zijn dochter Kerstijn. Na haar kinderloos overlijden, op zijn dochter Willem, alle kinderen die deselve Dirck de Weent gewonnen heeft bij zijn vrouw Janne Jansdochter. Sterft Dirck vóór zijn huisvrouw Janne, dan zal zij de helft van de renten genieten. Als Aelbrecht na zijns vaders dood bezitter wordt van het leen, zal hij zijn broeder Frans daarvan uitreiken 10 R gld sjaers, en na dode van hun beider moeder Janne, 14 R gld sjaars, komt tesamen 20 R gld sjaers des voirs Fransen leven lang gedurende, te verheergewaden met een paar nieuwe handschoenen. Ongedateerd, conceptakte of afschrift

1511-08-12 |

Inv Arch Kerkvoogdij Haarlem no 78/St Bavo Haarlem
Jaartallenindex

notaris Laurentius f. Petri, clericus Traj, instrumenteert het testament van Petrus f. Johannis Raedt, quondam burgimagister, nunc scabinus Harlemensis. Aan de armen bespreekt hij 200 ellen linnen laken, elk el waard wezende 2 st, belopende 20 R gld ten ewigen dage, die de kerkmeesters zullen uitreiken des Vrydages voir St Bavendach. Bovendien nog voor de armen 10 sacken tarwe, ieder jaer uit te reiken door kerkmrs, die ook 10 R gld sjaars aan de armen moeten uitreiken. Voor zijn ziel en die van zijn ouders sticht hij een eeuwige dagelijkse mis op St Cornelis outaer in de parochiekerk te Haerlem, waarvoor hij 20 R gld assigneert, en dat outaer voor licht en ornamenten 2 R gld sjaars. Aan de armen nog 300 manden turf, waarvoor hij 11 R gld en 1 oort assigneert, om dit alles te betalen assigneert de erflater: 1) een sate lants te Velsen op de Hofgeest en bruyct nu Jacob Dircsz, geldende sjaars 40 R gld, 2) een stuck lants gelegen in Heemskerck, bruyct nu Lourys Henricsz, geldende 34 R gld sjaars. Aan de parochiekerk van Haarlem bespreekt hij een stuk land gelegen te Wimmenum en bruyct Cornelis Henricsz, geldende sjaars 7 R gld. Aan de parochiekerk te Haarlem, de Zeven Getijden, het gasthuis, de Witte Heeren, de vrouwe Broerissen, de Augustynen, de Barnedyten in Heemstede, de Minrebroeders en Clarissen tot Haerlem bespreekt erflater ½ van de husinge die hij nu ter tijt bewoont met de helft van al dat daarin is; huisraad, goud geld zilverwerk, cleinodien en juwelen. Dit testament zal berusten onder zijn biechtvader mr Simon Jacobsz, capellaen van de parochiekerk. Hij bespreekt aan zijn executeurs (zie vorige akte) 1£ gr Vls. In dorso: "dit is een testament ghemaikt bij Pieter Jansz Raet daer die heylige kerck groot belang an hanckt ende behoert verswegen ende secreet gehouwen te wesen overmits in t ghemel [de ?] die kerk ende die rechte armen ende andere Godshusen profiteren soude indien t gheniet [?] alst testament verclaert. Ergo behoeft wel bewaert te wesen, ghemaeckt in zijn uterste in t jaer van elven voor mr Louris Pietersz, capellaen en notarius"

presentibus: domino Reynero Taeij, mr Francisco Jacobi, presbytero

1586-02-11

R.A.H. O.R.A. 1062 fol 81
Transportregister Bloemendaal

schout en schepenen in het ambacht van Noortwyckerhout, mitsgaders schout en schepenen in het ambacht van Overveen, oorkonden dat op 11 februari 1586 stilo novo te Noortwykerhout en op 12 februari d.a.v. te Overveen compareerde Jan de Witte, wonende te Haerlem, die erkende verkocht te hebben aan Joffrou Dieuwer van der Laen, weduwe van jhr Heijndrick van Assendelft, wonende binnen Leiden, de eigendom van een woninge met zijn getimmerte, boomgaert en plantinge van bomen met ± 30 morgen land, gelegen in het ambacht van Noortwijckerhout in de groote Zillick, noord: de weduwe van Dirk Claesz, zuidwest: Claes Maertsz, zuidoost: de schouwatering, noordwest: de wildernis. Belast met: 1) 50 Kar gld erfpacht op 12 morgen 4 hont uit de 30 morgen die Anna van der Laen, zuster van joffrou van Assendelft, daarop heeft, 2) een erfpacht of erfhuer van 30 st per jaar die de grafelijkheid op 7 hont gelegen aan de wildernis, 3) een eeuwige pacht van 17½ st per jaar voor OLVr kerk te Leiden, 4) een losrente van 47 gld per jaar, losbaar met 700 gld, toecomende de erfgenamen van Jan Jeroensz tot Hillegom en daaromtrent wonende. Koopster mag de koopsom ad 1000 gld op rente houden, rente den penn 16. Tot onderpand voor de vrijwaring stelt comparant een woning met 30 morgen land in Overveen, nu gebruikt door Jeroen Jacobsz, zuid: Pieter Aelbertsz duinmeier, noord en oost: de wildernis, west: Grietgen Claesdochter, weduwe Jan Verwer te Haerlem, en Jan de Wit. Item nog een woeninge met 6 morgen in de Vogelesanc, gebruikt bij JanJacobsz duinmeyer, zuid: Jan de Witte zelfs, en voorts rondomme met de wildernis, wezende beide erfpachtlanden belast met 14 gld erfpacht per jaar voor den huize van Brederode; 1609-04-02: deze brief gecasseerd

Claes Gangelofsz Vool, schout, Claes Cornelisz en Cornelis Arentsz, schepenen van Noordwijkerhout, Dirck van Bronchorst en Batenburch, schout, Gerryt Woutersz en Jan Pietersz Koeijer, schepenen van Overveen