Bedoelde u soms?
ziekhuis

16 resultaten

1554-12-28 |

C.W. Bruinvis: Aanv Inv Arch Alkmaar dl II p 192
Jaartallenindex

Pieter Arentsz timmerman en zijn vrouw Alyt Symonsdochter vermaken huisjes aan de arme huiszitten, de armen en het mannengasthuis, wat het laatste betreft tbv de arme zieken in het onlangs gebouwde ziekenhuis te Alkmaar

1475-02-28 (1474) |

G.A. Haarlem Inv I no 1534 Lade R/Arch Leprooshuis Harlem
Haarlem Algemeen

schepenen in Haerlem oorkonden dat de Lazarusmeesters gelieden aangenomen te hebben Symoen Moensz als provenier in het ziekenhuis. Hiervoor staat hij aan het ziekenhuis af al de onroerende en roerende goederen die hij zal nalaten

Jan van Huessen en Jan van der Meer Jansz, schepenen

1461 |

Bruinvis: Aanv Inv Arch Alkmaar p 29 no 3/Verz Eikelenberg L 3002
Jaartallenindex

Margriet Jacob Reiner Mentzen [Clemensz] weduwe legateert aan de kerk, de drie zusterhoven der 3e orde van St Franciscus, de minderbroeders, de arme huiszitten, het H. Geesthuis, het ziekenhuis, het gasthuis aan de Langestraat, het St Elisabethsgasthuis en de memorie [te Alkmaar]

Grebber, de | 1519-02-10

Arch Gasthuizen Leiden regest 1884
Achternamenindex

Pieter de Grebber heeft verkocht aan de ziekenhuismeesters van StAnthoniskapelle een rente van 1 gouden Engelse nobel, verzekerd op een woning toebehorend aan het ziekenhuis, met 11 morgen land aan de Banwetering te Wassenaar

Kinbac | 1130-1161

v.d. Bergh I no 140; Bijdr Hist Gen jg 1914 p 33
Achternamenindex

Wouter abt van Egmond schenkt aan het ziekenhuis te Egmond enige inkomsten uit landerijen te Petten, Schoorl, Leiderdorp, Alkmaar en elders "itemque dimidiam libram in Sadenhorne pro Wilhelmo Kinbac cognomento oblatam"(nl opgedragen aan St Adelbertus)

1502-08-25 |

G.A. Haarlem N 184 achterin/Cartul Leprooshuis
Haarlem Algemeen

schepenen in Haerlem oorkonden met leenmannen der grafelijkheid van Holland dat Pieter Pietersz, schoemaicker, voor zichzelf, en zijn dochter Geertruydt Pietersdochter, met haar vader als voogd, gelieden dat zij gezamenderhand, uit liefde voor het ziekenhuis buiten de stad Haerlem, daer zij beyde geprovent zijn hoer leven lang gheduerende, vermaakt en besproken hebben na hun beider dood, al de goederen die zij in het ziekenhuis gebracht hebben. Verder wil Pieter Pietersz dat het ziekenhuis hebben zal vuijt die custinge van twee huysen met hueren erven, die de voors. Pieter noch vercopen sal, daer of dat een huys staende is in de Cruijsstraet, ende dat ander in St Jansstraet, de somma van 50 R gld tot 40 gr per stuk etc (vgl 1512-04-03, 1519-11-19, 1531-03-10, 1531-03-15, 1531-03-30)

Frans Gerritsz en Geryt van Warmond, schepenen; Evert Jansz van der Meer en Florys Bolle, leenmannen

Leyden, van | 1468-04-26

Arch Gasthuizen Leiden regest 1784/Arch Leprooshuis Inv no 1413
Achternamenindex

Gerijt Hugenz, die apteker, verkoopt voor schepenen van Leiden aan de ziekenhuismeesters van St Anthoniscapelle een huis met tuin aan de Ryndijk aan der stede veste buiten de Hagepoert, naast het genoemde ziekenhuis, te Leiden, waarna hij hiervoor vrijwaring belooft met Gerrit Mouwerijnsz van Leyden

1474-11-08 | Uitgeest

Bijdr Bisdom Haarlem dl 16 no 145/Arch Zijlklooster Haarlem
Jaartallenindex

leenmannen der grafelijkheid van Holland oorkonden dat Ysebrant Pietersz, Jan Harpersz, Pieter Michielsz en Heinrick Diricxz als ziekenmeesters van het St Lazarus ziekenhuis te Haarlem erkennen verkocht te hebben aan het Zijlklooster te Haarlem de rechte helft van een stucke lants gelegen in den ban van Uytgeest, geheten die Litke Lotsven, onverdeelt, daer die ander wederhelft van den voirs. lande eijgentlic of toebehort den convent der regularissen voirscr, ende hebben belent mit eygen ende mit erve te weten west: Reymkensven, oost: Rebbroeck, noord: Claeis Jansz, zuid: Diric Diricxz mit die grote Lotsven

Lambrecht Claesz en Jan Jacobsz, leenmannen met hun zegels

1427-07-28 |

G.A. Haarlem N 184 fol 85/Cartul Leprooshuis/Origineel: I no 1525a Lade R
Haarlem Algemeen

schepenen in Haerlem oorkonden dat zij zich begeven hebben naar Claes Jacop Ysbrantsz.z, ziek op een stoel zittende, en dat deze gelied: "want hij ghepruijft ende bevonden is als dat hij besmet ende besijecht is van Lazarien, soe dat hij daerom buyten der ghemeenscap der gesonder menschen uyter stede van Haerlem bij den anderen Lazariser ziecken wesen, wonen ende bliven moet". Hij scheldt daarom kwijt aan de Lazarusziekenmeesters tbv de Lazaruszieken wonende buiten de Cruyspoort binnen de vrijheid van Haerlem, ½ van een stucke lants dat in voirtijden plach toe te behoeren Dieuwer Screvels, gelegen in den ban van Heemstede in Roesenprieel mit Jan Claes Sniederszoon die wederhelft daerof toebehoirt. Onder voorwaarde dat de ziekenmeesters hem en Gheertruyd, zijn bastaertdochter "om heem te meer ghemacx te hebben ende toe doen" in het ziekenhuis op te zullen nemen en onderhouden. Na zijn dood zullen zij uit zijn goederen mogen nemen ½ camp lants daar Louwerijs Jansz die wederhelft of toebehoort, gelegen binnen de vrijheid van Haerlem buyten Spaerwouder poerte en daarvan de bruickweer hebben van 2 nobelen sjaars zoolang Geertruid voorn. in het ziekenhuis woonachtig blijft. Gaat zij er echter uit dan vervallen die 2 nobels aan haar. Blijft Geertruid tot haar dood in het ziekenhuis, dan zullen zij na haar dood 1 nobel van deze 2 nobel sjaars eeuwig behouden, en zal de andere nobel komen aan Claes Jacobsz erfnamen. Sterft Claes binnen sjaars na datum des briefs, dan behouden zij de bruikwaar van de 2 nobel zoolang Geertruid in het ziekenhuis blijft, doch bekomen daarvan, ook niet naar haar dood, nimmer den eigendom (in het Cartularium staat: 1527, doch het origineel zegt: 1427)

Doeve van Riedwijc (zegel: een keper rechtsboven 6 puntige ster), Jan Claesz van Dam, schepenen

1507-03-20 (1506) |

G.A. Haarlem Inv I no 1544a Lade R/Arch Leprooshuis Haarlem
Haarlem Algemeen

schepenen in haerlem oorkonden dat de Leproosmeesters aldaar gelieden dat zij Geryt Willemsz die wielmaker als provenier hebben aangenomen, benevens zijn vrouw Alveraet Ysbrantsdochter. Al de goederen die zij nalaten zullen aan het ziekenhuis komen; 1506-03-20 na den scriven der voor stede van Haerlem

Jan Gysbrechtsz en Andries van Foreest (zegel: een hoekige dwarsbalk, waarboven een barensteel), schepenen