23 resultaten
Schermer | 1563-03-22
Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl VII dossier 620/4
Achternamenindex
Adriaen Schermer verklaart dat hij in december 1562 getuige was geweest bij de verkoop van zilverwerk te Gouda
1552-09-23 |
Inv Arch Delftse Statenkloosters p 106 regest 357/Klooster Coningsveld bij Delft
Jaartallenindex
heer Abraham van Vannevelt, proost, verklaart in het bijzijn an het convent enig zilverwerk in de conventskist geplaatst te hebben
1485-04-21
folio 7v VI 1484-1486
Transportregister Haarlem
Jan Pouwelsz, ziek thuis, met zijn vrouw Brecht Claesdochter, verkopen Machtelt Roincxdochter alle inboedel, huisraat, zilverwerk etc, die zij heden bezitten. Verleden 21 April
1489-01
folio 177 CLVII 1486-1489
Transportregister Haarlem
Jan Jansz is sculdig Angnijeze Jan Govertsz weduwe 6 R gld sjaars zolang zij leeft. Hierover draagt zij met haar gecoren voogd Aelbrecht Jansz hem over al haar inboedel, zilverwerk etc
Brederode, van | 1618
V.R.O.A. 1909 p 145 no 203/Arch Detmold-Brederode
Achternamenindex
staten van goederen, ten huwelijk gebracht door Floris van Brederode, de meubelen van zijn sterfhuis, het door zijn weduwe [Theodora van Haeften] in 1618 en 1620 verwisselde en het in 1619 aan haar zoon bij zijn huwelijk gegeven zilverwerk
1393-09-22 |
mr Enschedé: Inv Arch Haarlem no 1773
Haarlem Algemeen
confirmatie door Coenrad van Bruynsbergh mr St Johansorde in Duitsland, van een gift van zilverwerk aan het klooster te Haarlem, door den commandeur Jan van der Goude gemaakt
1492-10-04 |
G.A. Haarlem Inv I no 1542a Lade R/Arch Leprooshuis Haarlem
Haarlem Algemeen
schepenen in Haerlem oorkonden dat de Leproosmeesters Claes Lourisz, hun coster aldaar, als provenier aannemen. Zoolang het mogelijk is, zal hij zijn kosterschap blijven vervullen. Alleen over zijn zilverwerk, geld en kleinodiën zal hij mogen disponeren etc
Jan van Schoten (zegel: 1 en 4 een klimmende leeuw, 2 en 3 een kruis [van Zaenden]) en Dirrick Spijcker (keper beladen met 3 bloemen, rechts boven vergezeld van een zespuntige ster), schepenen
1468-03-11 (1467) |
R.A.H. Coll Aanw 238 fol 371/Mem Hof van Holland Mem. Poes Copie
Jaartallenindex
de Procureur Generaal brengt bij het Hof aan dat zekere Mathijs als brodige knecht woonde bij Claes den Grebber "denwelken hij dieflic ontstolen ende ontdragen hadde zekere percelen van gelden en cleynoden, dragende tot grote somme van penninge". Daarna is Alyd Kersten gecomen binnen der stede van Aemsterdam en liet de dief aanhouden door een bode. Zij bracht hem bij haar zuster Lysbeth, wonende in de Warmoesstraet, waar zij ook ontbood Jan Berenz, Jan Claesz en Gerijt Ghijsen, die de dief beschuldigden het zilverwerk van Claes de Grebber tot Delff ter lumbairden gebracht te hebben en daarop 20£ gr ontvangen te hebben. Onder bedreiging dwongen zij de dief een deel van het ontstolen geld en zilverwerk terug te geven. Zij lieten hem daarna lopen. Toen de schout van Amsterdam dit hoorde, begaf hij zich naar de camer waar de genoemde personen nog bijeen waren, die echter zeiden van niets te weten. De schout bracht de zaak bij de Proc. Gen. aan, die nu eist dat elk van de genoemde personen veroordeeld zal worden tot een boete van 500 gouden lyoenen wegens niet aangifte van een misdrijf en het laten lopen van een dief
1495-12
folio 15 XV 1495-1498
Transportregister Haarlem
Jan Berwoutsz als voogd van zijn wijf Guerte Baerntsdochter, voor hemzelf en ook als voogd over Alijt Jacobsdochter, zijn wijfs nichte, ende Claes Jansz de verwer als voogd van Adriaen Pietersdochter, Cornelis Pietersz en Claes Pietersz, zijns wijfs 3 kinderen, verkopen aan Geryt Willemsz van Aemsterdam ⅗ deel van ¼ deel van al de erfenis die Margriet van Haarlem in den Briel achtergelaten heeft, hetzy huis, land, rente, pachten, gelt, zilverwerk, sceepsparten, sculden etc
1572-09-11 |
drs P.C.J. v.d. Krogt: Testamenten verleden te Delft p 81 regest 302
Jaartallenindex
testamenten verleden voor schepenen van Delft, 1536-1691: juffrouw Cornelia van Zuylen van Nyevelt, professide zuster tot Coeninxvelt, ziek te bedde liggend, benoemd tot universeel erfgenaam juffr. Marye van Woerden van Vliet en diens broer Anthoenis van Vliet, wesende haar zusters kinderen. Deze twee erfgenamen moeten hun andere broer en 2 zusters, als jonker Johan van Woerden van Vliet, juffr. Emerentia, weduwe van Gysbrecht van Bronchorst, en juffr Jozyna van Vliet, professide juffr. tot Maryendaal omtrent Utrecht, een zekere erflosrentebrief van 9 Kar gld per jaar uitreiken, waarvan deze 3 legatarissen elk 3 Kar gld per jaar genieten zullen. Indien de juffrouwen van Coeninxvelt wederom kwamen binnen het convent van Coninxvelt (daar zij door deze turbulente tijd uitgeweken zijn) om daar hun residentie te houden zoals zij tevoren gedaan hebben, dan zal juffr. Wendelmoet van der A, met wie zij op een kamer huishoudende is, tot haar nemen al het zilverwerk dat zij tesamen bezitten, te weten ½ van 6 zilveren kroezen, van 10 à 12 lepels en een half schaaltje, alsmede ook het overige kamerhuisraad. Indien dit niet het geval is, komt het zilverwerk aan de voornoemde juffrouw Marye van Woerden van Vliet en Anthoenis van Vliet. Gepasseerd ten huize van Zybrand Cornelisz de Vries, waar zij ziek te bedde ligt, aan de Voldersgraft [te Delft], in presentie van Zybrand Cornelisz de Vries en Jan Musijs, cruydenier, beiden poorter van Delft. Juffr. Marye van Woerden van Vliet zal vooruit nemen een gouden ring met een punt (?) van diamant en een gouden ketting van 40 schakels. Haar neef Anthonis van Vliet zal nemen een gouden ring met 2 steentjes als een robyntje en een diamant