73 resultaten

Wilde, de | 1370-08-05

R.A.H. no 50 fol 110v/Reg B.B. Bloys fol 123v
Achternamenindex

Jan van Bloijs oorkondt "want wi onsen bottelgier ende Gherit den Wilden, onsen Camerlinc, gegeven hebben eene hofstede gelegen bi der Borch in onsen lande van Texel, die si bi onsen wille ende goetdencken Jacob Claesz vercoft hebben"

Arkel, van | 1290-11-07

R.A.H. Coll Aanw 43 fol 448/Reg EL 4 fol 37-38 ingestoken papier
Achternamenindex

Jan van Arkele ridder, oorkondt "dat ick mine borch te Gorinchem op hebbe gegeven ten vrijen eigen graaf Floris", die hem ermee beleent niet te versterven op de graaf van Holland "also langhe al tot Arkele een recht erfnaam is"

Heukelom, van | 1436-11-06

Arch Heren en Graven Culemborg regest 1019
Achternamenindex

Anna van Bossuut, vrouwe van Brigdam, Beverweerd en Odyck, als voogdes van Johanna van Vyanen van Beverweerd beleent Dirck van Huekelem Dircksz met de Grevenweerdt boven Culenborch aan de Lecke, na opdracht door jvr Sweder van Vyanen van Rysenborch, vrouw van Jan van den Borch

Bossche, van den | 1285

De Fremery no 238
Achternamenindex

Florens van Holland belooft de poorters van Dordrecht schadeloos te zullen houden van de borgtocht jegens Willaem van den Bosche van 2000 £ 200 £ 17 £ en 10 sch Holl. [De Fremery heeft in het regest: Willem van der Borch. Voor datum: v.d. Wall I bl 74]

Abcoude, van | 1420-01-18

De Raadt I p 292
Achternamenindex

Gerard van der Borch, bouteiller du Brabant, créé par lettres patenter du duc Jean et la cuchesse de Brabant, chatelain de leur huyse van Vlyringen, sa vie durant, comme successeur de Jacques seigneur de Gaesbeek, Abcoude, Putte, Strijen, drossard de Brabant, déchargé de ladde fonction de châtelain

Brederode, van | 1316-12-26

Van Mieris II p 179
Achternamenindex

geschil tussen Dirk van Brederode en Elsebeen, weduwe van Willem van Brederode, over haar lijftocht: - de woning en tiendenvan Vossolle (Voshol) en Valkenburch, - in den hoflant te Voorschooten, - de wintmolen te Vossolle ende in die borch, - ambachte van der Aere [=Liere?], genoemd met bedragen aan renten

Heumen, van | 1412-07-30

De Raadt II p 87
Achternamenindex

Gerard van Hoemen, burgrave d'Oedekerke (Odenkirchen), jure de bien garder die borch ende slot van Rode (Rolduc), dat mij van mijnen genedigen herre den hertoge van Brabant ende van Lymborch in amtsgewise bevolen es, et de rendre ce château au duc, ou à son fils ainé Jean etc

Mathenesse, van | 1347-12-15

Reg Rotterdam en Schieland no 587, 585
Achternamenindex

Willem, abt van Egmond, verklaart op verzoek van heer Jan van Pollanen heer van der Lecke, in leen gegeven te hebben aan heer Danel van Mattenesse, ridder, al het goed dat zijn ouders van de abdij in leen hielden, onder bepaling dat als hij zonder kinderen overlijdt, het goed zal komen op zijn broer Jan van Mattenesse, als die kinderloos overlijdt, zal het goed aan de abdij vervallen; 1347-12-13: Daniel van Mattenesse maakte na het overlijden van zijn broer Dieric aanspraak op dit goed, doch de abt beweerde dat het aan de abdij vervallen was; de heer van der Lecke, heer Mathys van der Borch en heer Jacob van der Borch doen uitspraak hierover

Uytternesse

Polanen, van | 1347-12-13

Reg Rotterdam en Schieland no 585, 587
Achternamenindex

Danel van Mathenesse, ridder, verklaart dat hij aanspraak maakte op het goed dat hij in leen hield van de abt van Egmond, en hem aangeerfd was van zijn broer heer Dierc van Mattenesse, doch dat de abt beweerde dat hem dit was vrijgestorven en hem vervallen, waarop met beider goedvinden door de heer van der Lecke, heer Mattys van der Borch en heer Jacob van der Borch uitspraak gedaan is, doet afstand van dit goed en bezegelt het stuk met heer Janne van Pollanen heer van der Lecke, aan wie hij dit verzocht; 1347-12-15: hij krijgt dit goed in leen van abt Willem, na zijn overlijden zonder kinderen te komen op zijn broer Jan van Mattenesse

Beusichem, van | 1280

Reg Leenaktenboeken Gelre 5e stuk p 50
Achternamenindex

"Die borch tot Culenborch, een open huys, tot Zutphenschen rechten aan graaf Reinold van Gelre verkocht erflick bij Hubert van Bösinchem met believen sijnes ooms Sweders ende broders Splinters voor hondert hollantsche penningen, daertegen hem die grave in pandschap gedaan zijne goeder bij Lexmonde ende Lanxmeer gelegen, met C £ mante voors te lossen"