71 resultaten

Baarn, van | 1453-03-10

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 153v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Roelof van Baern wordt beleend met zijn venen te tijns en te lene in het gerecht van Zoess, achter Zoesenge in de grote en cleyne Slage, en in Hezer Veen, met alle overganc ter Vuersen wert; vervolgens draagt Roelof op 3½ hoeve veen in Heserveen, belend oost: Reynaer Lambertsz en Goedvaert Heinric Bottersz, west: Peter Hamertvelt en de erfgenamen van Aernt van Amerongen; Reynaer Lambertsz draagt op al zijn recht op ½ vierdel veen, die van Lysbeth van Wede waren in de 3½ hoeve; Roelof draagt op: - ½ hoeve veen in Hezerveen, oost: Peter Hamertvelt en Aernts erfgenamen van Amerongen, west: Peter Hamertvelt, - 8 vierdeel veen in Zoesserveen, in de cleijne slage, belend zuid: Steven van Zuylen van Nyevelt, noord: die gemeen grafte, - 3½ morgen in de cleyne slage, belend zuid: nakomelingen van Heinric van Rijn, noord: Heinric Ghysbertsz, - de helft van ½ hoeve veen in de Grote slag, waarvan Henric Godevaert Bottersz het andere deel heeft, zuid: Jacob Nenninc Petersz, noord: Jacob Scadenz; vervolgens wordt Roelof van Baern met dit alles beleend; "versocht bij Roelof zyn zoon infra fol 191 eodem libro"

Goyert de Coninck, Volken van Baern, onse mannen; Zouwe van Rijn, Jan Mouwer, onse tynsgenoten

Maet, van der | 1435-10-30

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 128v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: jvr Foijse, die vrouw van Ghysbert van der Maet was, draagt over: ½ van de slage, gelegen in de Slage, belend landwaarts: jvr Belye, vrouw van Vrederic van den Voerde en Lubbert Symonsz, zeewaarts: Heijnric van Endhoven erfgenamen; vervolgens wordt Johan Willemsz, burger tot Amersfoort, ermee beleend; 1435 op Alre Heyligen avond: maakt Johan Willems uit dit goed tot lijftocht voor zijn vrouw Gerbrigh Evert Botsdochter, 6 g.g. oude Vrancr schilden

mannen: die oude Jan die Coninck, Goessen Bosch Willemsz; Goessen Bosch Willemsz en Goesen van Schawyck

Vlug | 1452-06-01

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 152
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Goyert Vlug beleend met ¼ deel van een heel slag land; 1453: Claes Hubertsz van der Burch beleend met een stuk land in de Rudestraet in de maelscap van Coelhorst; 1454 St Mathysdach: Korstyn Claes Bannendochter, ook met de ledige hand beleend met 11 dachmaet land beneden op Seldert, Claes Gelisz doet hulde en eed voor haar

mannen 1453: Ot Slingelant en Jacop van der Weteringe; 1454: Goyert de Coninck, Ot van Slingelant

Colenberch, van | 1423-03-26

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 58, 80v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Geryt van Damassche beleent jvr Foyse, vrouw van Wouter van Colenberch, na dode van haar zuster jvr Kerstine, met de helft van het goed tot Hagenouwen [onder Leusden]; 1452-05-31: beleend jvr Foijse, vrouw van Wouter van Colenberch met als voogd haar zoon Pieter van Zulen

mannen: Daem van Lochorst, Vrederic van den Voerde, Tyman de Lange; 1452: Zouwe van Rijn, Govert die Coninck

Drakenburg, van | 1512-01-27

Berigten Hist Gen IV p 117/Arch Nyenrode
Achternamenindex

huwelijksvoorwaarden tussen Frederik van Drakenburg en Janna van Nyenrode: Frederik brengt mee het huis Drakenburg en de oude hofstede Drakestein, in het gerecht van Baarnd, leenroerig aan het Sticht, en andere goederen. Willem Turk geeft met zijn schoonzuster Janna het goed geheten de Ticheloven, buiten de Tolstege te Utrecht, dat door wijlen Dirk van Zuylen was gegeven aan Johan van Nyenrode, in huwelijksvoorwaarden met zijn dochter Elisabeth, en andere goederen

huwelijksvrienden: Frederik de Coninck, kanunnik ten Dom, Berend Uten Eng, Johan van Darthuizen, Berend Freys van Dolre, kastelein van Duurstede

Nyenrode, van | 1512-01-27

Berigten Hist Gen IV p 117/Arch Nyenrode
Achternamenindex

huwelijksvoorwaarden tussen Frederik van Drakenburg en Janna van Nyenrode: Frederik brengt mee het huis Drakenburg en de oude hofstede Drakestein, in het gerecht van Baarn, leenroerig aan het Sticht, en andere goederen. Willem Turk geeft met zijn schoonzuster Janna het goed geheten de Ticheloven, buiten de Tolstege te Utrecht, dat door wijlen Dirk van Zuylen was gegeven aan Johan van Nyenrode, in huwelijksvoorwaarden met zijn dochter Elisabeth, en andere goederen

huwelijksvrienden: Frederik de Coninck, kanunnik ten Dom, Berend Uten Eng, Johan van Darthuizen, Berend Freys van Dolre, kastelein van Duurstede

Jutfaes, van | 1422-06-23

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 69, 69v, 81v, 82v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Gheryt van Damassche oorkondt dat hij Jacob van Jutfaes Florensz beleend heeft binnen jaar en dag na dode van zijn vader Florens van Jutfaes, met 36 £ uit de tiende van Eemnesse; uit een vidimus van 1439-06-05: van 3 brieven dd 1322-08-12, 1377-03-08, 1422-06-23; vervolgens verleent abt Willem van Huekelem op verzoek van Jacob van Jutfaes Florensz, dat die rechte nahant en die rechte leenweer van de 36£ uit de tienden van Eemnes, na Jacobs dood te komen op zijn zoon Loeff, die hij heeft bij zijn vrouw jvr Meynten Herboertsdochter van Pallaes, behoudens haar lijftocht; 1454-06-30: beleend Loef van Jutfaes, na opdracht door Jacob van Jutfaes Florensz, met lijftocht voor zijn ouders Jacob en Mente; 1452-10-14: abt Jacob van Poelgeest beleent Jacob van Juytfaes met de ledige hand, met het leen waarmee hij 1422-06-23 beleend was (vgl 1439-06-05)

mannen: Tyman die Lange, Vrederic van den Voerde; 1452: Souw van Rijn, Govert die Coninck; 1454: Goeswijn van Scadewyck, Geryt Scade

Grawert | 1465

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 189
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: mr Dirc Grawert, deken van Oudmunster, wordt na dode van zijn broer Gherijt Grawert beleend met: 1) ½ van ter ouder Zijlhorst, 2) stuk land, "Bredersveen", belend noord: Airnt Zeghersz van Emmelaer, zuid: de geer met de brenck, west: Reyner Evertsz, daarnaast: Jacob van Lyenlaer, 3) "Alferslant", west: de abdij, oost: Egbert de Beer, 4) "de Bredeacker en de Geer", oost: Jacob van Lyenlaer, west: Egbert de Beer, 5) "Hoeveracker", oost: Egbert de Beer, west: de abdij, 6) "Coepskamp", oost: de abdij, west: de Zijlhorst zelf, 7) "dat Huysstuck", oost: Egbert de Beer, west: de abdij, 8) "dat Winckelstuck", oost: de abdij, west: Egbert de Beer, noord: Reyer Evertsz, 9) "dat stuck dat Gysbert Gysbert Lambertsz.z. gepangelt heeft tegen Egbert die Bere aen die Vaeste", belend beide zijden: de oude Zijlhorst, 10) de Duijstcampen, onderdeylt, tegen nyewe Zylhorst, belend zuid: Derick die Coninck, noord: Goesen van Voerde en Egbert die Beer, 11) een Duijstcamp, onderdeijlt met nijer Zylhorst, noord: Deric die Coninc, zuid: de abdij, 12) stuk veen geheten "Henrickscamp", onderdeylt met nyer Zylhorst, noord: Jan Pouwelsz, zuid: Claes Ban, 13) alsulke utslage en veen als totter Ouder- en Nyer Zylhorst hoeren, 14) an der helfte van den leen en goede ter Nyer Zylhorst: aan Evert Freijse van Dolre behoort de andere helft van deze goede; Melis uten Enge doet eed en hulde; ["item dit heeft nu Jan van Doornick ut infra fol 189"] 1468: overdracht aan Jan van Doornick

Bekesteyn, van | 1600-06-15

Ms Opstraeten v.d. Molen III fol 788
Achternamenindex

op den dach van huyden compareerde voor den Hove van Holland mr Adriaen de Jonge Dircsz, als procureur van jhr Cornelis van Bekesteijn, wonende tot Dordrecht. Verder genoemd Gerrit van der Burch als procureur van de voorn. [!] gequireerde [hier begint blijkbaar in het origineel een schepenakte van Spijkenisse, waarvan in dit afschrift alleen het slot vermeld wordt]

met zegel van Heerman Leenertsz Robol, onse jegenwoordige schout [in margine: schout van Spyckenisse ende Brabant]; van der Bol, Beyer Mathysz, Pieter Claesz Proeijen; 1600-10-17: mr François de Coninck, Pieter Couwenburgh van Beloys, raedsluyden

Duvenvoorde, van | 1525-04-10

V.Ro.A. 1920 dl I p 368 regest 201/Arch Duivenvoorde Inv no 34
Achternamenindex

verzoening tussen de verwanten van de door Jan van Duvenvoorde Jansz gepleegde doodslag op Alpher van Oestrum

oorkonders: Frederick die Coninck, kanunnik ten Dom, Tymen die Waell, Jan van Waell, Johan van Renesse, ridder, Dirck van Zuylen van Hermelen en Ernst van Nyenroden; Jan van Oestrum vader van Alphert en van Adriaen van Renesse, kanunnik ten Dom