13 resultaten

Asperen, van | 1530-08-10

Partic Leenkamer Asperen 1 fol 48
Achternamenindex

de heer van Asperen oorkondt dat Claesken Engbertsdochter hem heeft opgedragen 13 hont land gelegen after in den Vierdel, belend boven: Willem Petersz erven, beneden: Folpert Mathysz; vervolgens wordt haar zoon Wouter Jansz ermee beleend. Behoudens zijn moeder haar lijftocht eraan. Ghysbert van Malsen doet de eed, daar Wouter onmondig is (vgl 1503-12-11)

mannen: Gherit Ariaensz, Jan Dobben

Zevender, van der | 1434-12-11

R.A.H. Coll Aanw 204 fol 573, 212 fol 305, 311v, 323v
Achternamenindex

Floris van Alkemade contra Jan van der Zevender, gedagvaard op 1434-11-15 met jvr Liesbeth van Vlueten, Willem van Bouchout, Jacobus van Dobben, Daniel Dirksz, schout van Langerak; 1434-12-11: Jan van der Zevender zal zich verantwoorden bij de Raad betreffende zekere brieven die Floris "ontzeyt ende verbernt waren bij zijnen wijve, ende geleyt hadden geweest onder de priorin van de Witte Vrouwen te Utrecht"; 1441-03-12 (1440): geschil van Jan van de Sevender van de Wael met Floris Willemsz en Henric van Alkemade over de erfenis van Florys van Alkemade, leengoed en tiende; Jan was te Den Haag verschenen doch de anderen niet; 1441-05-21: Jan is in het bezit van dit leengoed en hij verweert zich door te zeggen dat deze zaak voor leenmannen thuishoort; de Raad wijst sententie en Jan wordt in het gelijk gesteld omdat zijn brieven een jaar ouder zijn dan die van Floris en Henric

Wilde, de~ | 1373-01-02

Inv Arch Abdij Egmond no 1 fol 79, no 2 fol 5v
Achternamenindex

Jan, abt van Egmond, oorkondt dat Gheryt Willem Aerntsz.z. met zijn consent verkocht heeft al het goed dat hij van hem in leen hield, gelegen binnen de parochie van Egmond, behalve een stuk land geheten Stevenscamp, dat hij nog in leen houdt, hiervoor heeft hij opgedragen: 1) 7 morgen in Maesland gemeen met Jan van Hodenpijl en jvr Margriete Claes Florisdochter, van de dijk tot aan de Middelwech; 2) 3½ morgen in Maesland, belend west: Willem van den Veen en Arnt van Delft, oost: Cralingerweteringe, strekkende van de wegtot aan de scede; 3) 4 morgen gemeen met Ghisbrecht Philipsz, tot aan de Borgerdycsenwec, belend west: Kerstant van Alkemade en Gysbrecht Philipsz, oost: Ghisbrecht voorn.; 4) 3½ morgen gemeen met Bartelmeus Claesz en Heynric Dircx, strekkende van de Lierwegh tot aan de Bordgesenwech; 5) 4 morgen in het ambacht van Rijswijk, belend zuid: de Canoniken van den Haghe, noord: het klooster van Rijnsburg, strekkende van de Delfweghe tot aan de Zytwinde; 6) in de Vryen Ban, 7 morgen gemeen met Ghise Bedronghen en met zijn broer Mathys, van de kerf tot aan de Dobben, belend zuid: de kinderen van Henric van Borssel, noord: Ghise Bedronghen en zijn broer Mathys; vervolgens wordt Gheryt Willem Arntsz door de abt ermee beleend, niet te versterven zolang er nog iemand van de maagschap leeft