21 resultaten

molenaer | 1413-02-02

Carth te Raamsdonk Cartul 1518 fol 27
Achternamenindex

Dieric Dieric Godevaertsz.z. richter in het gericht van Eethen en Robbrecht Willemsz, Hessel Jan Bijesz, Gysbrecht Mercke, Peter Reijnenz en Jan mijns herensoen, geburen, getuigen dat Dieric Willem des Buijsersz opdroeg Tielman den Wint 2 ½ morgen lants, die gelegen zijn in die Hove voir in die Steltkamp, belend oost: Dieric Willem Buysersz en Wouter Woutersz, west: over de sloot Pter Artsz en Dieric Claes Molenersz [ook belend 1414-12-13, 1464-12-05], strekkende van Dieric Willems Buyser gesaet totten dwerssloot toe; Dieric Buysersz en Arnt Noye Jacobsz beloven vrijwaring zoals recht en zede is in Jans lande van Dronghelen, ridder, heer van Eethen en Meduwen. Vervolgens geeft Tielman die Wynt weer aan Dieric Willem Buysersz tegen betaling van 1 goede Eng nobel per jaar rente

bezegeld door Dieric Diericsz, richter

Carthuizers St Geerdenberg; Eethen (vgl 1412-212-20 en 1564-12-05)

Sluijs, van der | 1537

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl V dossier 411
Achternamenindex

Aert Jansz van der Sluys, inwoner van 's Hertogenbosch, kocht van de keizer als hertog van Brabant 7 morgen land te Drongelen, belast met 6 ½ roeden dijk en 6 morgen te Eethen belast met 3 roeden dijk. Toen in 1532 de dijk te Drongelen doorbrak, werd de nieuwe dijk 13 roeden langer. Proces over het onderhoud, door Aert verloren

Wyffliet, van | 1341-05-24

Van Mieris II p 650
Achternamenindex

hertog Jan van Brabant oorkondt "dat wij oever een gedraagen zijn met onsen lieven weerden man Jan van Drongelen heer van Eethen ende van Meeuwen alse van eenrehande punden, die hem Jan van Wyflet op die tijt onse borchgrave van Huesden eyschende was, ende seggende dat hij niet schuldigh waar te gebruycken na zijn brieven in die gerechte van Eethen, Meeuwen ende Drongelen, waaraf hem die voers. Jan heeft met goede verscende raaden ..... ende bekendt heeft dat heer Jan van Wyflet, onse borchgraven van Huesden ofte diegene, die na hem borchgrave van onser weghe wesen sal, rechten ende opbueren magh .... in den gerichte van Drongelen vallen, boven 9sc toe; ende daer beneden die roeren hem te berechten sonder argelist. Voert heeft hem bekent de vors. Jan, dat Jan heer van Wyflet, onse Borchgrave ....."

Drongelen, van | 1478-11-29

Leenkamer Holland 119 Cap ZH fol 10v, 11, 11v/Ned Leeuw jg 1939 p 69
Achternamenindex

Philips van Ranst wordt beleend met twee hoeven moer, door hem vroeger in leen gehouden van wijlen Odilia van de Merwede. Bovendien de heerlijkheid van Eethen, Meeuwen en Babilonienbroek en met het slot te Meeuwen en de ambachtsheerlijkheid van Drongelen, die hij door koop verkreeg van Adriaen van Drongelen en geeft dit als lijftocht aan zijn vrouw Oede van Drongelen

Heukelom, van | 1452-04-10

Mr Bondam: Reg Leenbrieven Ambachtsheerlijkheid Zuidewijn p 11
Achternamenindex

jvr Odilia van de Merwede, oudste wettige dochter van Dirck van de Merwede heer van Eethen en Meeuwen, en diens bastaardzoons Jan en Claes, komen in presentie van hun vader met bezegeling van deze en van Robrecht van Drongelen Petersz, Antonis van Wifflit en Jan Henricsz van Hoekelem, overeen dat Jan en Claes na hun vaders dood op het Slot te Meewen zullen mogen blijven wonen, mits zij Odilia als het hoofd der familie erkennen

Wyffliet, van | 1452-04-10

mr Bondam: Reg Leenbrieven Zuydewyn p 11
Achternamenindex

jvr Odelia van der Merwede, wettige en oudste dochter van heer Dirck van der Merwede heer van Eethen en Meuwen, en diens bastaardzoons Jan en Claes, komen in presentie van hun vader, met bezegeling van deze en van Robrecht van Drongelen Petersz, Antonis van Wifflit en Jan Henricsz van Hokelem overeen, dat Jan en Claes na hun vaders dood op het slot te Mewen zullen mogen blijven wonen, mits zij Odilia als het hoofd der familie erkennen

Merwede, van der | 1463-09-07

Ned Leeuw jg 1939 p 68/Grote Raad Mechelen Sententien 1966 p 22, 66/Hof van Holland no 466 no 10 fol 7v, 30v, no 36 fol 47v, no 57 fol 62v, no 467 no 7 fol 57v en fol 53
Achternamenindex

proces tussen Odilia van de Merwede en Raso van Borchove, namens zijn vrouw Hadewich van Drongelen, haar vader was wijlen Jan van Drongelen heer van Eethen en Meeuwen. Uit zijn eerste huwelijk was een dochter die zijn leengoederen zou erven; in zijn 2e huwelijk met Maria van Schoonhoven had hij als dochter Hadewich. T.b.v. Maria en haar kinderen belastte Jan de heerlijkheid Eethen en Meeuwen met een rente van 200 gld. De dochter uit het eerste huwelijk verkocht vervolgens deze heerlijkheid aan Dirk van de Merwede, vader van voornoemde Odilia. Maria van Schoonhoven overleed rond 1458 en Hadewich erfde de rente, doch Odilia staakte de betalingen toen de heerlijkheid niets meer waard was dan 100 clinckaerts per jaar. Zij had de heerlijkheid overgedragen aan Robbrecht van Drongelen Pietersz, waarvan in de leenregisters niets te vinden was, terwijl zij nog steeds in het bezit ervan was, daarom wordt zij in het ongelijk gesteld en Raso mag de heerlijkheid aanvaarden tegen betaling van 50 Vr Cronen per jaar aan Odilia, maar eerst zal hij zijn achterstallige renten van 1200 gld ontvangen

1471-01-18 (1470) verkoop en verdeling van de heerlijkheden Meeuwen, Eten en Drongelen (p 22); 1473-09-15: gerechtelijke verkoop (p 66)

Drongelen, van | 1463-09-07

Ned Leeuw jg 1939 p 68/Grote Raad Mechelen Geëxtendeerde Sententiën 1966 p 22, 66/Hof van Holland no 466 no 10 fol 7v, 30v, no 36 fol 47v, no 57 fol 62v, no 467 no 7 fol 57v en fol 53
Achternamenindex

proces tussen Odilia van de Merwede en Raso van Borchove, namens zijn vrouw Hadewich van Drongelen, haar vader was wijlen Jan van Drongelen heer van Eethen en Meeuwen. Uit zijn eerste huwelijk was een dochter die zijn leengoederen zou erven; in zijn 2e huwelijk met Maria van Schoonhoven had hij als dochter Hadewich; t.b.v. Maria en haar kinderen belastte Jan de heerlijkheid Eethen en Meeuwen met een rente van 200 gld. De dochter uit het eerste huwelijk verkocht vervolgens deze heerlijkheid aan Dirk van de Merwede, vader van voornoemde Odilia. Maria van Schoonhoven overleed rond 1458 en Hadewich erfde de rente, doch Odilia staakte de betalingen toen de heerlijkheid niets meer waard was dan 100 clinckaerts per jaar. Zij had de heerlijkheid overgedragen aan Robbrecht van Drongelen Pietersz, waarvan in de leenregisters niets te vinden was, terwijl zij nog steeds in het bezit ervan was, daarom wordt zij in het ongelijk gesteld en Raso mag de heerlijkheid aanvaarden tegen betaling van 50 Vr Cronen per jaar aan Odilia, maar eerst zal hij zijn achterstallige renten van 1200 gld ontvangen

zie ook 1471-01-18 en 1473-09-15

Drongelen, van | 1254

Pirenne: Livre Abbé de Ryckel St Truyen p 163, 164, 166, 167, 172, 175
Achternamenindex

in ecclesea de Etene vult ponere sacerdotem Henricus de Drongelen; 1254: decimam de Doveren emit Henricus de Drongele et Giselbertus filius Marschi pro 15 £ ; decimam de Drongelen emit dominus Henricus de Drongele; decimam de Madene emit Johannes Stemare voor 11 £ Holl; 1255: decimam de Drungele, miles pro 4 £ Lov. Item Henricus emit decimam de Madene pro 11 £ 10 sc Holl; 1256: Henricus de Drongelen borg voor dominus Willelmus de Hosedinne; 1260: Henricus de Drongelen 15 £ de Drungele et de Eethen; 1262: Henricus de Drongelen

borgen: Henricus et Theodericus uter Gans

Vuren, van | 1569-01-27

R.A.H. Coll Aanw Caput Lecke fol 40; R.A.H. Coll Aanw 156 fol 10v; Arch Nassau Domeinraad dl I 5e stuk p 35
Achternamenindex

lenen van de geconfisqueerde heerlijkheden: jvr Johanna van Asperen van Vuren, vrouw van jhr Goessen van Honsselaer, de gehele blocktiende gelegen te Eethen, genaamd de Corte Brouckwair (Bruijckaert), na dode van haar moeder jvr Henrica Pylijser, per jaar somwijlen 16 à 22 £; 1569-03-12: koning Philips beleent jvr Johanna van Asperen van Vuijren na dode van haar moeder Heynrica van Pylijser met een geheele block thyende tot Ethen genoemt den Cortenbroeck, tot een onversterfelijk erfleen. Hulde doet voor haar haar man jhr Goessen van Hontzelaer, wonende te Buren, leen van de heerlijkheid van der Lecke en Polanen