18 resultaten

Breda, van | 1208

Noordbrabantse Charters p 287
Achternamenindex

Godefridus de Scoten doet afstand van zijn vermeend recht op het allodiaal goed van Schoten aan de abdij van Villers door Engelbertus de Scoten gegeven, ten overstaan van de hertog van Lotharingen

Heesbeen, van | 1163

Noordbrabantse Chartes bl 282
Achternamenindex

in een oorkonde van Godefridus hertog van Lotharingen tbv de abdij Tongerlo komt als getuige voor: Willem van Hesbenne; idem als getuige in de opdracht van het patronaatschap van de kerk van Diest aan de abdij van Tongerlo

Cats, van | 1258-04-30

v.d. Bergh II no 42/Bijdr Hist Gen dl 34 jg 1913 p 491
Achternamenindex

Gerolphus en Henricus milites de Kats oorkonden dat zij Henricus hertog van Lotharingen en Brabant, door de voogdes Aleid tot mederegent gekozen, "consanguinea nostra domina Aleydis relicta Johannes de Avennis" behulpzaam zullen zijn in het besturen van Holland en Zeeland

Ochten, van | 1199

Noordbrabantse Charters p 18/Butkens: Troph de Brabant I p 50/Geld Charterboek p 276; Sloet no 397
Achternamenindex

overeenkomst tussen de hertog van Lotharingen en de graaf van Gelre, aangaande de tollen te Herwaarden, Arnhem en Driel; vermeld: Rinoldus de Oste [Oss ?; van Ochten] en Godefridus de Helmont; 1200-01-22: verdrag tussen graaf van Gelre en de hertog van Brabant; vermeld: Brustene de Driele, Ricoldus de Oste, Johannes de Gotkeforde

Alphen, van | 1203-10-01>

Noordbrabantse Charters p 285/Oorkbk Brabant I no 99 p 165
Achternamenindex

verdrag tussen Hendrik I hertog van Brabant en Otto II graaf van Gelderland: de laatste doet afstand van zijn rechten in Megen en van "de eninge" in de Kempen. Burgenses de Silva juxta Orten hebben tolvrijheid door geheel Gelderland; idem aartsbisschop van Keulen en de hertog van Lotharingen [datering onjuist, zie op 1200-11-03]

sigilla nobilium: Henricus comes de Kessele, Rogerus de Merehem, Ingelbertus de Horne, Theodericus de Milne, Theodericus advocatus de Hechte, Giselbertus de Bremmet, Theodericus filius suus, Rutgerus de Bremmet, Wilhelmus Morken, Theodericus de Altena, Alardus de Driele, Henricus de Vorste, Ricoldus de Hoyte, Walterus Spierinc, Theodericus de Wighen, Gerardus de Winshen, Lambertus de Monte, Henricus de Burclo, Wilhelmus de Brunchorst, Egbertus de Malsen, Walterus de Capella, Warnerus de Herte, Arnoldus de Droten, Theodericus de Alfen, Hermannus de Oie. Nomina ministerialicum juratorum: Ingelbertus de O, Franco de Houthem, Hermannus de Kaminata, Theodericus de Rozemonde, Theodericus de Elmet, Reinerus de Tiegele, Gerardus de Strale, Godevaert Gronturat, Reinerus fater suus, Henricus de Hertenvelde, Theodericus Grutere, Henricus de Boningen, Wilhelmus Bobbe, Sibertus Suevus, Stephanus de Plesie, Theodericus Bastert, Theodericus Vollinc, Reinerus, castellanus de Sulenkem, Nicolaes de Vurne, Cristianus et Rudolfus de Arnhem, Theodericus fater comitis, Arnoldus de Arnhem, Helmerich Felix

Breda, van | 1212-02-24 (1213)

Noordbrabantse Charters p 21; v.d. Bergh I no 231; Miraeus: Opera Dipl I p 408, 572; Butkens: Trophees de Brabant dl I boek IV p 61
Achternamenindex

Godefridus van Breda ontvangt van de hertog van Lotharingen in leen: 1) de helft van de tollen per Strynam et Scaldam; 2) inwoning van wederzijdse onderdanen; 3) onderdanen van de heer van Breda in Oisterwijk, Arendonk etc mogen daar blijven; 4) Godefridus zal de hertog dienen, met 240 ridders en ridderzonen; 1213-02-25: Godefridus ontvangt de helft van de tol tussen Striene en Scaldis, Schakerslo en Ossendrecht, dat anderen verbeurd hadden

getuigen: Walterus Bertholt, Gerardus de Grimbergen, Arnoldus de Ranst, Godefridus, castellanus Bruxellensis, Arnoldus de Wesemale, Arnoldus dapifer, Rolin de Thenis, Wilhelmus de Ekerne, Wilhelmus de Lira, Waltherus de Ruman, Arnoldus amman Antverpiensis, Wilhelmus de Halle

dapifer | 1214-11-05

v.d. Bergh I no 245/Butkens: Trophees de Brabant dl I boek IV p 65
Achternamenindex

huwelijksverdrag tussen Floris, zoon van graaf Willem I en Machtild van Brabant, dochter van Henricus van Lotharingen: de hertog geef haar 250 marcas Colon, op de dag dat Floris 12 jaar zal worden, ontvangt hij van de hertog 200 marcas Colon. apud Grave, en wat hieraan te Grave ontbreekt zal komen uit de inkomsten van Atwerpen; graaf Willem geeft zijn zoon 500 Holl ponden uit allodio suo et de feodo in Rederwerd, curia de Harlem et in Arlecterveen

A. Antwerpiensis, S. de Tongerlo, Godefridus de Breda, Theodoricus en zijn broer, Richardus de Bevere, Johannes de Husden, Arnoldus en Willemus de Ranst, Arnoldus de Wesemale, Arnoldus dapifer, Willemus Vulpes en zijn broer Theodericus, Arnoldus Ammannus, Deiso en Johannes de Helrode,Sigerus notarius, Arnoldus de Ossendrecht, Witto de Burchvliet, Betto de Stavenesse, Walterus de Cruninge, Florentius de Wurth, Willelmus de Wurth, Otto de Alblas

Cuyk, van | 1339-09-10

Van Mieris II p 622
Achternamenindex

Reinoud van Gelre oorkondt dat hij "naer t seggen des conincks van Vranckryck dat hij met syne opene seghelen besghelt heeft, tusschen Jan Hertog van Lotharingen etc onse lieve neve aen d'een zijde, en ons an de andere, als van den landen van Oudheusden, Vliemen, Hedichusen ende Engelen, aen de een zijde, ende Tiel, Santwijck ende Herwerden aan de ander zijde; ende oock naer klaringhen die een edelman, heer Otte van Cuyck, als een overman met mannen van onser beyder weghen, daer op ghesacht ende gedaen heeft mit sine openen brieven", eerstgenoemde plaatsen aan hertog Jan heeft afgestaan, waarna hertog Jan aan hem de laatstgenoemde heeft afgestaan