44 resultaten

Vuren, van | 1439

Reg Gelderse Leenakten 5e Stuk Uitheemse lenen p 62
Achternamenindex

8 morgen te Tricht in het land van Buren, belend tussen Johan van der Donck en Willem Rolofsz erfgenamen, geerfd van Herman van Hoekelum op Jut Wannen, weduwe Rolof Gadertsz; met haar zoon Gadert transporteert zij dit goed op Otto van Vueren; 1468: Ot van Asperen van Vueren ontvangt dit leen, geheten de Arkelse hoeven, gelegen in de Maet, benevens het land van Jan van der Donck; 1473-10-05: Otto vernieuwd eed, het leen zal vererven op Alijt van Heukelom Adamsdochter; 1475-09-24: Alijt van Heukelom vrouw van Jan van Weerdenborch; 1481-10-15: Dirck van Weerdenborch, onmondig, erve van zijn moeder Aleijt, behalve de lijftocht van zijn vader Johan; 1487-01-02: zijn broer Johan vernieuwt de eed; 1495: Catrin van Vueren, weduwe van Gysbert van Giessen en vrouw van Johan van Boemel, beleend, met lijftocht voor haar man; 1495: Johan van Weerdenborch, Dircks broeder, "kent dit leen voor sijn nyet ende begeerde het nyet te verheffen"

Beusichem, van | 1410~

Leenregister Culemborg fol 10, 28v, 25, 63, 71
Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Steven Doijs 3 akker land in Wijker maet, belend boven: de meijn strate, beneden Steven van Buesinchem; - Geryt van Buesinchem 6 morgen in die lange Aventuere, belend boven: die jvr van Bueren, beneden: de heer van Culenborch; - Willem die Ridder van Buesinchem 15 ½ hont 12 scaft, strekkende van de Vuercoopsche stege tot aan die Meere. Met later hand: - Herman van Lewen 2 morgen tot Ryswyker maelscap int Overbroec, strekkende van de Broecsteeg en aan t middelpad aan Mijden land van de vrouw van Gerit van Puyflick, belend boven: Jan van Culemborg, beneden: Rolant Heijmansz en Stevensdochteren van Beusinchem; - Alyt van Lewen Hermansdochter van Lewen 20 hont land in Ryswicker maelscap in de Overbroeck, van de Middelpadsende van land van Gerit van Wyck tot aan Heeswickskamp toe, belend boven: heer Johan van Kulemborg ridder ter Mere en de heer van Abcoude van Mere tot aan Heeswickskamp toe, beneden: Stevenskinderen van Buesinchem met land geheten die Hoeve;- Jacob Petersz [later Jan v.d. Lede Engelsz] 5 ½ hond en 21 roeden in Wyckermate, strekkende van de gemene strate tot aan land van Steven van Buesinchem

Doys | 1410~

Leenregister Culemborg fol 8v, 10, 11, 15, 16, 18v, 3v, 21v
Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Gerijt Doijs Heinricsz van Boemel, 2 akker land strekkende van de Wijfdijc an de Broecstege, belend boven: vrouw van Heynric van Boemel en haar kinderen, beneden: de vrouwe van Bloys en de vrouwe van Gulick; - Steven Doijs 3 akker land in Wijker maet, belend boven: die meijn straet, beneden: Steven van Buesinchem; - Geryt uten Weerde 3 morgen in die Husmate, belend boven: Heinric Doys van Mauderic, beneden: de heer van Culenborg; - Steven Doijs 4 morgen en 2 hont in Ryswiker maelscap aen 1 ½ akker van de ½ akker, belend boven en beneden: Jan Scele, en van de akker boven: Jan Scele en beneden: Gherijt van Wijc; - Herman van den Oerde 5 morgen tot Mauderic, belend boven: Steven Doijs van Voern en de Zandwech, beneden: Herman die Muerder; - Heinric Roelantsz 8 morgen op den Perric, belend boven: Heinric Doijs, beneden: Claes Ghibenz; - Dirc Doijs Henricsz 3 korte akker, houdende 2 morgen in Wijkermate naast Otte uten Weerde tot aan de dijk (fol 18v). Manne: Gysbrecht van Culemborg; - Mergriet Jacob Taetsendochter 1 ½ morgen land die Doys Henricsz waren; - Steven Doijs tot Mauderic 3 morgen in de Nuwe Weyden, 8 hont aan de Roghcamp

Tuer | 1424-09-21

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 61v, 134v, 135v, 152v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: jvr Margriet met haar man Lambert Tueren als voogd draagt over de lijftocht die zij had aan: 1) 4 dachmaet lants gelegen op ter Eme in den kerspel van Zoes, lantwaarts: Gerijt Lambertz, Ghijsbert Hermansz en Jacob Willemsz onderdeylt, zeewaarts: Gherijt Rutgersz en zijn broer Dirck, onderdeylt, 2) een camp lant streckende van den Brinck an Wouter Willamsz maet toe, die Stevens plach te wesen, lantwaarts: Rose Lambert Wotuer Muschenzdochter, zeewaarts: Henric Lambert Vierlinxz kinderen, 3) een hofstede mitten engeland, van den brinck streckende an den overwech, lantwaarts: Jacob van den Doem, zeewaarts: Ghysbert Scael, 4) den Gheer, zeewaarts: Jacob Heijn Zwagersz, lantwaarts: Ghysbert van Hagenouwen, 5) dat waterstuck, zeewaarts: Ghysbert Harmansz, lantwaarts: Wouter Mattenz, 6) den Bramert, zeewaarts: Ghysbert Harmansz, landwaarts: Jacob van den Doem, 7)½ mud lands, zeewaarts: Ghysbert Scael, landwaarts: die heren van Oudmunster, 8) een schepel lants, zeewaarts: Ghijsbert Hilhorst, landwaarts: Jacob van den Doem, 9) een vierdeel veen, zeewaarts: Henric Noten erfgenamen, landwaarts: Jacob van den Doem [1453 in margine: dit vierdel heeft ontfangen overmits een maeck Willem van Oostrum Dircsz (fol 4); mr Aelbert Buer, prior van de Certrosen te Utecht ontvangt älles; "dit heeft nu Peter van Coelenberch, apud dom. Ger. de nova ecclesia fol 292"; "Daerna hebben de Carthuizers dit goet overgegeven ende heeft ontfangen Claes van Oestrum fol 134"; 1440-03-23: broeder Johan Voss van het Carthuizer klooster draagt op al dit goed en Claes van Oestrum wordt beleend, en maakt het tot lijftocht voor zijn vrouw Agniese Willemsdochter van Nyenvelde; 1453-03-04: beleend Dirc van Oestrum na dode van zijn vader Claes

mannen: Gysbert Godscalc, Vrederic van Voerde, Willem van der Meer; 1453: Zoude van Rijn, Gosen Willamsz