118 resultaten

Herlaer, van | 1173~

Miraeus: Opera Diplomatica I p 711/II p 709/Gramaije Taxandria p 39/Chartes de la Belgique A Wauters Thome I p 542
Achternamenindex

Fastradus van Uytwijk schonk ⅓ deel van een praedium de Roselo [=Reusel] aan de abdij Postel; ⅙ deel van het allodium Roselo werd door Arnoldus Brabant en zijn zoons Bernerus, Otto en Arnold aan de abdij Postel geschonken; ⅙ deel schonk nobilis matrona Berta de Blaerthem, haar dochter Billa en de zoons van Billa, Alardus comes de Megen, Theodericus en Rogerus de Scademule; ⅙ deel schonk domina Didradis de Ricstel met haar zoon Baldwinus en haar dochter Sibylla; op ⅙ part werd aanspraak gemaakt door Theodericus dominus de Herlaer die echter zijn aanspraken in 1173 afstond aan de abdij Postel. Zijn allodium in Elmeth had hij verkocht aan de abdij van Floreffe, die deze weer overdroeg aan de abdij Postel. Toen Udehilt, de moeder van Theodericus stierf, werd haar erfenis verdeeld. Theodericus gaf zijn zuster, gehuwd met Florentius de Voorne, het allodum Gerdingen in Bastwike

Bentheim, van | 1336-07-11

Mr Krom en A Sassen: Oorkonden Helmond no 17 p27
Achternamenindex

Walraven van Benthem, dominus de Hesewijck, Otto heer van Cuyck, Ludovicus de Berlaer, milites, Henricus de Bocstel, Waltherus dictus Spierinck de Boegen, promisissent quod ipsi dominum Johannem de Hesebeen, militem, et suos post ipsum heredes a 100 libris annui et hereditarii reditur, quas Waltherus dictus Bexken de Eirde [van Boxmeer?] erga Walravium de Benthem patrem quondam dicti domini Walravi erga dictum dominum Walravium, suum filium, erg dominum Robertam de Hesebeen, milium erga dominum Wilhelmum de Megen, militem, et erga Johannem quondam dominum de Heesden dutum acquisiverat quitabunt, deliberabunt perpetue et hereditarie conservabunt libros et indempnes prout in litteris super hio confectis plenius continetur promisit dictus dominus Walravius dominum de Hesewijck ut debitor principalis sub obligatione sui et bonorum suorum omnium quod ipse dominum Ottonem dominum de Kuyck, Ludovicum de Berlaer, Henricum de Bocstel et Walterum Spierinck de Boegeri suos et in hoc condebitores a dicta promissione et a quibuscumque

schepenen in 's Hertogenbosch: Daniel de Agge en Nicolaus de Ouden

Dalem, van | 1422-06-23

Ons Voorgeslacht 01-1984 p 52
Achternamenindex

lenen van Arkel te Dalem: - 10 hont land op Westerigen, belend de erfgenamen van heer Herbaren van der Donk en de kinderen van Aleid van Megen; - 4 ½ morgen in het oude land van Dalem, gemeen met de erfgenamen Aleid, weduwe van Hendrik uter Koeken, belend : de erfgenamen van Jan van Dalem en de erfgenamen van Gerrit Claesz; - 4 ½ hont in Dalem gemeen met de erfgenamen van Aleid weduwe van Hendrik uter Koeken, belend: de erfgenamen van Aleid weduwe van Hendrik uter Koeken en de erfgenamen van Arnout van Goch; - 10 ½ hont in Dalem gemeen met de ergenamen van Aleid weduwe van Hendrik uter Koeken, belend: Gerrit Claesz en de erfgenamen van Dirc Zegersz; 1422-06-23: wordt Floris van Biest hiermee beleend, zoals hij dit leen tevoren van Arkel hield; 1466-12-29: Adriaan van Dalem bij dode van zijn oom Gerbrand van Beest

Heusden, van | 1173

Noordbrabantse Charters bl 283
Achternamenindex

enige goederen te Reusel, Blaarthem, Bladel, en Alphen komen aan de abdij van Postel door gifte

Henricus de Breda, Theodericus de Altena, Gerardus de Bucstel, Arnoldus de Hosden, Hubertus de Heze, Alardus graaf van Megen

Altena, van | 1173

Noordbrabantse Charters p 283
Achternamenindex

enige goederen te Reusel, Blaarthem, Bladel, en Alphen komen aan de abdij van Postel door gifte

Henricus de Breda, Theodericus de Altena, Gerardus de Bucstel, Arnoldus de Hosden, Hubertus de Heze, Alardus graaf van Megen

Breda, van | 1173

Noordbrabantse Charters p 283
Achternamenindex

enige goederen te Reusel, Blaarthem, Bladel, en Alphen komen aan de abdij van Postel door gifte

Henricus de Breda, Theodericus de Altena, Gerardus de Bucstel, Arnoldus de Hosden, Hubertus de Heze, Alardus graaf van Megen

Heeze, van | 1173

Noordbrabantse Charters p 283
Achternamenindex

enige goederen te Reusel, Blaarthem, Bladel, en Alphen komen aan de abdij van Postel door gifte

Henricus de Breda, Theodericus de Altena, Gerardus de Bucstel, Arnoldus de Hosden, Hubertus de Heze, Alardus graaf van Megen

Boxtel, van | 1173

Noordbrabantse Charters p 283
Achternamenindex

de abdij Postel ontvangt goederen te Reusel, Blaarthem, Bladel en Alphen als gift

getuigen: Henricus de Breda, Theodericus de Altena, Gerardus de Bucstel, Arnoldus de Hosden, Hubertus de Heze, Alardus graaf van Megen

Cuyk, van | 1196

Noordbrabantse Charters p 16/De Fremery Suppl no 20
Achternamenindex

Albert van Dinther schenkt zijn landgoed Bernhese en de beemde Loosbroek te Heeswijk aan de abdij Bern. Hier wordt melding gemaakt van een "sala" [herenhuizing] te Bernhese en een kasteel te Herpen. Albert en zijn zoon Hendrik van Cuyck bevestigen deze gift als leenheer, alsmede de gift van Almericus van Heeswijk die zijn landgoed mede te Bernhese gelegen, aan de abdij Bern geeft

Albert en Hendrik van Cuyk, Dirk van Herlaer, Hubert [lees: Herbaren] van Heeswijk, Willem graaf van Megen, Henricus de Batenborch, consobrinus domini Henrici

Herlaer, van | 1196

Noordbrabantse Charters bl 16/De Fremery Suppl no 20/Hermans: Ravestein 3e gedeelte 547
Achternamenindex

Albert van Dinther schenkt zijn landgoed Bernhese en de beemde Loosbroek te Heeswijk aan de abdij Berne

Albert en Hendrik van Cuyk, Dirk van Herlaer, Hubert [lees: Herbaren] van Heeswijk, Willem graaf van Megen, Henricus de Batenborch, consobrinus domini Henrici