118 resultaten

Haren, van | 1218~

De Fremery no 48
Achternamenindex

Albert, heer van Cuyk, constateert giften door Albert van Dinther (voor het zieleheil van zijn vrouw Machteld) en Amelricus van Heeswijk, ridders, aan de abdij Berne geschonken. Verder koop van een goed door de abdij van heer Ywanus van Hogesvort, beleningen aan Wouter van Bernhese en Heidenricus de Machare en nog een gift van Dirk graaf van Megen

getuigen: dominus Henricus de Kuc, pater meus, dominus Hubertus de Hesewic, dominus Bernier; testes voor Hendrik van Cuyk: hijzelf, zoon van Albertus, Albertus de Oss, Henricus de Splindere, Godenoy, Eugene de Haren, Hermannus de Uden en zijn broer Arnoldus, Macharius de Cheldunc

Weent~ | 1555

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl VI dossier 513
Achternamenindex

Jan Wentsz: bij zijn huwelijk met Adriane beloofde haar vader Cornelis van Megen hun 2000 gld als bruidschat te geven, maar betaalde niet; na Cornelis dood kwam zijn weduwe Wyve in financiële moeilijkheden en verkreeg cessie; Jan vroeg preferentie voor zijn vordering; 1550-12-10: Jan Wentsz Jacobsz gehuwd met Adriana van Megen, dochter van Wyfve Cornelisdochter weduwe van Cornelis van Megen, waardin in de Hollandse tuin te Dordrecht; 1550-12-10 had Wyfve haar huis verhypothequeerd, als zekerheid voor haar schulden. Haar schoonzoon Jan Wentsz stelde zich als borg. In verband met haar insolventie verkreeg zij op 1551-08-08 van de vorst brieven van cessie, die in oktober d.a.v. ten uitvoer werden gelegd. Processen over de preferentie van de vorderingen: aan Jan Wentsz was bij zijn huwelijksvoorwaarden dd 1546-06-28 fl 2000 toegezegd, dat nog niet was uitbetaald. Dit laatste werd door Jenneke ontkend. Zij eiste van haar kant preferentie voor een bedrag van 166£ voor geleverde goederen, en 35£ voor een bedrag op haar als borg van Wyfve Cornelisdochter verhaald. Intussen werd ook geprocedeerd met Hans (Jan) Fobis die zo snel mogelijk contanten wenste te zien (eis afgewesen in december 1553) en met Andries van Baesroede e.a. Vermoederlijk deed de Grote Raad omstreeks 1562 uitspraak. Bijgevoegd onder f: attestatie van notaris Marten Omen van 1527-01-08, 1527-07-25, 1527-09-27 en 1531-07-08, betreffende de nagelaten goederen van Henricsken Jacobsdochter, weduwe van Jan van der Schore [de oude ?] tbv Jan van Scaftenberch e.a., erfgenamen onder beneficie van inventaris

Dinter, van | 1196

De Fremery Suppl regest no 20/Hermans: Charters Land van Ravestein I p 545-548/Van Alen: Beschrijving van Grave/ Noordbrabantse Charters p 16
Achternamenindex

Albertus heer van Dinther schenkt aan de abdij Bern het landgoed Bernhese en de beemde Loosbroek onder Heeswijk. Hier wordt melding gemaakt van een sala [herenhuizing] te Bernhese en een kasteel te Herpen van Albert en zijn zoon Hendrik van Cuyk, Dirc van Herlaer, Hubert de Heeswick en Willem graaf van Megen. Albertus van Cuk bevestigt deze gift alsmede die van Almericus de Heeswijk, die zijn landgoed ook te Bernhese gelegen aan de abdij Bern geeft

Heeswijk, van | 1196-05-13 - 06-04

Noordbrabantse Charters p 16
Achternamenindex

Albertus heer van Dinther schenkt aan de abdij Bern het landgoed Bernhese en de beemde Loosbroek onder Heeswijk. Hier wordt melding gemaakt van een sala [herenhuizing] te Bernhese en een kasteel te Herpen van Albert en zijn zoon Hendrik van Cuyk, Dirc van Herlaer, Hubert de Heeswick en Willem graaf van Megen. Albertus van Cuyk bevestigt deze gift alsmede die van Almericus de Heeswijk, die zijn landgoed (curia) mede te Bernhese gelegen aan de abdij Bern geeft

Bernhese, van | 1218~

De Fremery no 28, 48
Achternamenindex

Albert, heer van Cuyk, constateert giften door Albert van Dinther en Amelricus van Heeswijk, ridders, aan de abdij Berne geschonken. "Quidam Walterus de Bernehese habuit censualiter mansum ibidem (Bernehese) a domino Alberto de Dinthere pro dimidia marca annuatim, et ille mansus habuit duas falces in pratis juxta Lozebruc" ; (zie ook op Van Dinther); verder verkoop van een goed door de abdij, van heer Yuan van Hogesvort, beleningen aan Wouter van Bernhese en Heidenricus de Machare en nog een gift van Dirk graaf van Megen

getuigen: dominus Henricus pater meus, dominus Hubertus de Hesewic, dominus Bernier. testes voor Hendrik van Cuyk: me, filium suum Albertum, Albertum de Ossem Henricus de Splindere, Godenoy, Egene de Haren, Hermannum de Uden, Arnoldum fratrem eius, Macharius de Cheldunc

Cuyk, van | 1218~

De Fremery no 48
Achternamenindex

Albert, heer van Cuyk, constateert giften door Albert van Dinther (voor het zieleheil van zijn vrouw Machteld) en Amelricus van Heeswijk, ridders, aan de abdij Berne geschonken. "Quidam Walterus de Bernehese habuit censualiter mansum ibidem (Bernehese) a domino Alberto de Dinthere pro dimidia marca annuatim, et ille mansus habuit duas falces in pratis juxta Lozebruc". Verder koop van een goed door de abdij van heer Ywanus van Hogesvort, beleningen aan Wouter van Bernhese en Heidenricus de Machare en nog een gift van Dirk graaf van Megen

getuigen: zijn vader Henricus de Kuc, Hubertus de Hesewic, dominus Bernier; testes voor Hendrik van Cuyk: hijzelf, zoon van Albertus, Albertus de Oss, Henricus de Splindere, Godenoy, Eugene de Haren, Hermannus de Uden en zijn broer Arnoldus, Macharius de Cheldunc

Hogesvort, van | 1218~

De Fremery no 48
Achternamenindex

Albert, heer van Cuyk, constateert giften door Albert van Dinther (voor het zieleheil van zijn vrouw Machteld) en Amelricus van Heeswijk, ridders, aan de abdij Berne geschonken. "Quidam Walterus de Bernehese habuit censualiter mansum ibidem (Bernehese) a domino Alberto de Dinthere pro dimidia marca annuatim, et ille mansus habuit duas falces in pratis juxta Lozebruc". Verder koop van een goed door de abdij van heer Ywanus van Hogesvort, beleningen aan Wouter van Bernhese en Heidenricus de Machare en nog een gift van Dirk graaf van Megen

getuigen: dominus Henricus de Kuc, pater meus, dominus Hubertus de Hesewic, dominus Bernier; testes voor Hendrik van Cuyk: hijzelf, zoon van Albertus, Albertus de Oss, Henricus de Splindere, Godenoy, Eugene de Haren, Hermannus de Uden en zijn broer Arnoldus, Macharius de Cheldunc

Arkel, van | 1465-10-23

Bibl Nij megen Reg brieven Predikheren fol 103/ Arch Predikheren klooster Den Bosch
Achternamenindex

testament van Elisabeth weduwe van Johannes van Dordrecht, legaterende aan het convent een rente van 3£ op al haar goederen, 1448-11-06; 1465-10-23: met transport van deselve op Rutgerus van Arckel door het convent; 1465-10-25: Rutgerus weer op het convent

s Hertogenbosch

Dalem, van | 1466-12-29

A.R.A. Leenkamer Holland 117B Reg Charolais fol 61/Ons Voorgeslacht 02-1985 p 52
Achternamenindex

Anthonis Michielsz beleent Adrijaen van Dalem, na dode van zijn oom Gerijts (Gerbrand?) van Beesde, als leen van Arkel, met: 1) 10 hont land op Westeringen tussen Herbaren van der Doncke erve wylnaer en Alijdt van Megen met haar kinderen erve wileneer; 2) 4 ½ morgen in Dalem in het oudeland, samen met Alijd die Henricswijf was ut er Kuecken, tussen Jans erve van Dalem en Gheryt Claesz erve; 3) 4 ½ hond gelegen mit wijlen Alijt voirs onderdeelt, tussen Gheryt Claesz erve en Aernts erve van Goch; 4) nog 10 ½ hont gemeen met wijlen Alijt, tussen Gherijt Claesz en Dirck Segersz erve te wesen placht

Meynaert | 1406-06-18>

Rechtspraak Graaf van Holland II p 225, 198
Achternamenindex

lijst van personen die het zoengeld voor de doodslag binnen Haarlem op Jan van Sevenbergen moeten betalen: o.a. Meynaert Claisz, Meynaert Jacobsz, Meynaert Dircsz, Claes Meynaertsz, Willem Meynaert; 1407-02-11: vrijgeleide aan Meynaert Claesz en Willem Meynaertsz; 1407-02-12: verblijven de uitspraak: o.a. Meynaert Claesz en Willem Meynaert; 1407-09-26: vergiffenis voor o.a. Jacob Roelof Lisenz, Meynaert Roelof Meynaertsz.z., Roelof Meynaert, Roelof Geriit Mijntsz

1407-09-26: Volpaert Moynaertsz en zijn zoon Geriit Megen, Volpaert zijn zoon, Geriit Moynaert, Willem Moynaertsz, Meynaert Roelof Meynaertsz.z. Roelof Meynaert en Geriit Megen

Haarlem