Rossen, van | 1708-01-24

Arch. Gecomm Raden Noorderquartier Inv 51

Achternamenindex

lijfrenten kantoor Edam: Annetje Jans fl 500 ten lijve van Neeltje van Rossen, oud 2 jaren, geboren van Jan van Rossen en Neeltje Mues Mars, beyden in leven, fl 45; Claes Poter fl 300 ten lijve van Mues Jansz van Rossen, oud 1 jaar, ouders als voren; 1709-06-25: Cornelis Mars, fl 1000 ten lijve van Jacob van Rossen, oud 6 jaar, ouders zijn Jan van Rossen en Neeltje Muus, fl 90; idem fl 1000 ten livje van Neeltje van Rossen, oud 4 jaar en fl 1000 ten lijve van Muus van Rossen, oud 2 jaar, ouders als voren; Annetje Jans 500 gld ten lijve van Jacob van Rossen, oud 6 jaren, ouders als voren; 1711-02-20: Claas Dirksz Pater fl 250 ten lijve van Muus van Rossen, oud 5 jaar, ouders: Jan van Rossen en Neeltje Mars, fl 22-10

Rolland, van | 1345-1351

J van Leyden: Kroniek Egmond p 102, 104; pater Hof p 71, 485; Inv Abdij Egmond no 869, 763

Achternamenindex

Willem van Rolland, abt van Egmond; hij deed afstand van deze functie en stierf 1365-04-09, geboren ± 1295. Hij was een zoon van Dirk van Rolland en Brechta, eerder weduwe van Floris van Schoten; 1365-04-09: hij besprak een stuk land te Bakkum

Bernhese, van | 1218~

De Fremery no 28, 48

Achternamenindex

Albert, heer van Cuyk, constateert giften door Albert van Dinther en Amelricus van Heeswijk, ridders, aan de abdij Berne geschonken. "Quidam Walterus de Bernehese habuit censualiter mansum ibidem (Bernehese) a domino Alberto de Dinthere pro dimidia marca annuatim, et ille mansus habuit duas falces in pratis juxta Lozebruc" ; (zie ook op Van Dinther); verder verkoop van een goed door de abdij, van heer Yuan van Hogesvort, beleningen aan Wouter van Bernhese en Heidenricus de Machare en nog een gift van Dirk graaf van Megen

getuigen: dominus Henricus pater meus, dominus Hubertus de Hesewic, dominus Bernier. testes voor Hendrik van Cuyk: me, filium suum Albertum, Albertum de Ossem Henricus de Splindere, Godenoy, Egene de Haren, Hermannum de Uden, Arnoldum fratrem eius, Macharius de Cheldunc

Rossen, van | 1710-07-19

Arch. Gecomm Raden Noorderquartier Inv 51

Achternamenindex

lijfrenten kantoor Monickendam: Claes Timmerman fl 400 ten lijve van Jacob van Rossen, oud 6 jaar, zoon van Jan van Rossen en Neeltje Muus, fl 36; idem fl 400 ten lijve van Neeltje van Rossen, oud 5 jaar, ouders als voren; idem fl 400 ten lijve van Muus van Rossen, oud 3 jaar, ouders als voren; 1710-10-24: de erven van Claes Pooter fl 600 ten lijve van Muus Jansz van Rossen, oud 3 jaar, ouders Jan van Rossen en Neeltje Muus Mars, fl 54; 1733-02-13: de erfgenamen van Claes Pater, fl 300 ten lijve van Symon Verlaan, oud 1 jaar, ouders zijn Jan Verlaan en Neeltie van Rossen, fl 22-10-0; 1741-09-01: Jan Symonsz Verlaan fl 500 ten lijve van zijn zoon Simon Jansz Verlaen, oud 10 jaar, moeder is Neeltje van Rossen, fl 37-10; idem fl 500 ten lijve van zijn dochter Neeltje Jans Verlaan, oud 7 jaar, moeder als voren; idem fl 500 ten lijve van zijn zoon Jan Jansz Verlaan, oud 3 jaar, moeder is Neeltje van Rossen

Hogesvort, van | 1218~

De Fremery no 48

Achternamenindex

Albert, heer van Cuyk, constateert giften door Albert van Dinther (voor het zieleheil van zijn vrouw Machteld) en Amelricus van Heeswijk, ridders, aan de abdij Berne geschonken. "Quidam Walterus de Bernehese habuit censualiter mansum ibidem (Bernehese) a domino Alberto de Dinthere pro dimidia marca annuatim, et ille mansus habuit duas falces in pratis juxta Lozebruc". Verder koop van een goed door de abdij van heer Ywanus van Hogesvort, beleningen aan Wouter van Bernhese en Heidenricus de Machare en nog een gift van Dirk graaf van Megen

getuigen: dominus Henricus de Kuc, pater meus, dominus Hubertus de Hesewic, dominus Bernier; testes voor Hendrik van Cuyk: hijzelf, zoon van Albertus, Albertus de Oss, Henricus de Splindere, Godenoy, Eugene de Haren, Hermannus de Uden en zijn broer Arnoldus, Macharius de Cheldunc

Haren, van | 1218~

De Fremery no 48

Achternamenindex

Albert, heer van Cuyk, constateert giften door Albert van Dinther (voor het zieleheil van zijn vrouw Machteld) en Amelricus van Heeswijk, ridders, aan de abdij Berne geschonken. Verder koop van een goed door de abdij van heer Ywanus van Hogesvort, beleningen aan Wouter van Bernhese en Heidenricus de Machare en nog een gift van Dirk graaf van Megen

getuigen: dominus Henricus de Kuc, pater meus, dominus Hubertus de Hesewic, dominus Bernier; testes voor Hendrik van Cuyk: hijzelf, zoon van Albertus, Albertus de Oss, Henricus de Splindere, Godenoy, Eugene de Haren, Hermannus de Uden en zijn broer Arnoldus, Macharius de Cheldunc