Bedoelde u soms?
peijn | poert | poeyt | poijt | poirt | preijt | proeijs | proeijt | profijt | pruijt | pueijn | puijt

6 resultaten

Poeijt | 1657-06-01

Ons Voorgeslacht 07/08-1988 p 313
Achternamenindex

leen no 698) en 698A): Jordaan Poeijt doet de leeneed voor Daniel van Weede heer van Tienhoven die beleend wordt met 6 morgen in Outena (1563: Tienhoven)

Poeijt | 1421-02-22

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 112v, 113, 126v, 127v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Jorden Poeijt Evertsz draagt over dat ½ slach lants, onderdeylt, gelegen in den Slage, belend landwaarts: jvr Belije, vrouw van Vrederic van Voerde en Lubbert Symonsz, zeewaarts: Henrix erfnamen van Endoven; vervolgens wordt Reyner Poeijt Evertsz hiermee beleend; onder staat (doorgehaald): "Int jaer dat men screef XXV op den 8e dach van OLVr conceptio, droech Reyner Eversz, op alle alsulke goede als hi van onser abdien hielt, ende die ontfenc Jan van Amerongen"; daaronder staat (Doorgehaald): "Int jaer ons Heren als men screef XXVI des Donredages na St Pauwelsdach conversio droech Jan van Amerongen op ½ van desen goede voors. ende dat ontfenc Joffer Foijse Gysberts wijf van der Maet was dair voir gehult Proest van Stoutenborch"; 1425-12-16~: Reyner Poijt Evertsz draagt dit op tbv Jan van Amerongen, die beleend wordt; 1426-07-04: Jan van Amerongen draagt "die alinge helft van den slage" op tbv jvr Foijse, die vrouw van Ghijsbert van der Maet was, zij wordt beleend; 1426-04-03: Jan van Amerongen draagt over: een ¼ tbv Godert van der Maet, en ¼ tbv Geertruud Rolofsdochter van der Maet, en zij worden beleend

mannen: Tyman de Langhe, Evert van Doem; Jacob die Voecht, Roelof van Wisschel; 1426: Vrederic van den Voerde, Gysbert Godscalc; Tyman de Lange, Roloff van Wisschel

Poeijt | 1438-02-07

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 131v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Willem van Huekelem beleent Reyner Poijet Bertoutsz na dode van zijn vader Bertout Peter Reyniersz.z met diens leen

mannen: Henrick van den Rijn, Goesen Willemsz [Bosch]

Reede, van | 1656-12-10

Ons Voorgeslacht 07/08-1988 p 313
Achternamenindex

leen van Vianen: no 698) halve hoeve in Outena, gesplitst in A en B; 698A): strekkende van de Goudenesserwetering tot de achterst camp (1563 in Tienhoven), mr Cornelis Vervels, advocaat bij het Hof van Utrecht, voor de crediteuren van Agnes van Rheede, douairiere van Stavenisse, Rhijnhuizen; 1657-06-01: Jordaan Poeijt voor Daniel van Weede heer van Tienhoven na overdracht door mr Cornelis Vervelst voor de crediteuren van Agnes van Rheede

Blokland, van | 1673-04-09

Geneal Herald Bladen IV p 293
Achternamenindex

Geregte en tienden buiten en binnen de borgewall then Bloemendael tot Amersfoort: Johan Diederik van Blokland namens zijn vrouw Maria Remburg Poeijt na dode van haar vader; Jhr Johan van Blokland was heer van Giessen en overleed 1694-02-26, zoon van Gerard van Blocklant heer van Emmichoven en Susanna Dierout. Hij testeerde 1694-02-20 voor notaris Joan Andries Becker en praelegateerde de ambachtsheerlijkheid Giessen aan zijn zoon jhr Gerard Joseph van Blocklant. Hij hertrouwde Gysberta Maria Philippina van Renesse van Wilp, weduwe. Uit zijn eerste huwelijk: 1. Gerard Joseph van Blocklandt heer van Bloemendael; 2. Petrus Philippus van Blocklant heer van Oyevaarssnest, huwde met Maria Margaretha Bruinincks; 1687-10-22: jr Gerard Josephus van Blocklandt heer van Bloemendael en Giessen, geboren in 1662, huwde Anna Maria van Papenbroeck, geboren 1670, overleden mei 1694, dochter van Johannes en Anna Maria Bloemaert. Hij werd 1690-03-17 door zijn broer Petrus van Blocklandt, die van den Hove van Utrecht veniam aetatis bekomen had als successeur en erfgenaam van zijn grootvader jr Jordaen Poeijt, gemachtigd rekening en verantwoording af te leggen; 1702-12-11: draagt jr Gerard Joseph het gerecht Bloemendael over aan Johan Aertsz van Dalencamp

Stoep | 1441-06-18

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 139v, 151
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Jan Stuep draagt op een hofstede met een stuk land gelegen in Zoeskerspel, belend zeewaarts: Ricout Ricoutsz, landwaarts: de heer van Abcoude, strekkende van de Brink tot aan de Torfwech toe, vervolgens wordt Jan Stuep en zijn vrouw Evert Jan Evertsdochter beleend; Jan Evertsz doet hulde voor zijn dochter; 1439-05-13: Jan Stoep beleend volgens zijn leenbrief

mannen: Dirc Poeijt, Goessen Willemsz, Jacob van der Vloetheringe