122 resultaten

Veen, van | 1317-07-28

Alg Ned Familieblad jg 1901 p 190/Reg EL 2 fol 6v no 32
Achternamenindex

graaf Willem geeft toestemming aan Jan Uten Waerde, dat het goed dat hij houdt "ende ons van hem ancomen mach met allen rechte dat hi dat opdraghe ende sette in Heynrics hant van den Vene, die dat houden sal in sien handen ende ontfanghen die renten" 1317-10-10: Heynric van den Vene ontvangt in pand de goederen van Jan uten Waerde

Ackoy, van | 1490-12-28

ARA Algemene Aanw 1924 II no 1/Leenregister Ackoy fol 1v
Achternamenindex

Jan van Rodenburch, drost en casteleijn op Ackoy, oorkondt dat Gerit Bervoet hem opdroeg 2½ morgen land in de heerlijkheid van Ackoy, belend boven: Mertijn van Ackoy, beneden: het convent van Asperen, zuidwaarts. Vervolgens wordt Wouter Willemsz met dit leen beleend tot een onversterfelijk erfleen te verheergewaden met 1£ goets gels, ten Zutphenschen rechte. In margine: Wouter Willemsz (vgl 1490-11-08 en 1494-09-13)

Ackoy, van | 1513-03-31

Leenregister Ackoy fol 3v
Achternamenindex

Joost van Cruyningen heer van Ackoy beleent Jan Dirksz met 11 hont lant in de heerlijkheid van Ackoy, met alsulcken dyck als daartoe behoort, belend boven: Joost van Cruyningen, heer van Ackoy en beneden: Merten van Ackoy's erfgenamen, zoals Jan van den Berge dat in leen hield. Ten Zutphenschen rechte, tot een onversterfelijk erfleen, te verheergewaden met 10 swarte Tourn (vgl 1551-07-02)

mannen: Ot van den Berch, Jan Michielsz

Schoten, van | 1393-1394

R.G.P. 174 p 31/Rek Baljuw Den Haag fol 2
Achternamenindex

"Item alsoe hem Dirc van Scoeten an die een side ende Claes verLoren an die ander zijde verwilkoerden an des baljuws hant op een peen van 50 oude sc, wiet op den anderen eerst begon de dat dadinc dat si onderlinge hadden, daerof Dirc voors. verwonnen wordt met rechte, daer die bailliu zijn goede dede antasten ende deedse pachten ende worden ghepacht voor 3£ "

Hamelenberge, van | 1454-03-22

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 428v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: Gysbert die Wolf van Hamelenberge maakt de rechte nahand na zijn dood van een erve gelegen tot Zoes, mitte camer ende husinge soe dat betimmert is, strekkende van den Brenck in die Eme, belend zuid: Henric Jacob Goedenz, noord: het convent in die Birckt, aan zijn zoon Geryt van Hamelenberge, die hij heeft bij zijn vrouw Agniese Gerytsdochter van Hensbeeck

mannen: Jan van Hamelenberge, mr Jacop D… [Dier ?]

Heerdt, van | 1586-05-24

R.A. Zwolle inv Arch hav. Wegdam bij Goor regest 98
Achternamenindex

burgemeesters, schepenen en raad van Goer oorkonden dat Berendt van Heerdt en Anna van Coeverden, Wyllem van Hovel en Gertruydt van Coeverden, juffr. Catryna van Coeverden, geassisteerd met Roeleff tho Merhem, hun moeder juffer Henrica van Haersolte, weduwe van Wylleken Enthes, en hun broeder en zwager Wolter van Coeverden hebben gemachtigd om voor hen in rechte op te treden terzake van de door Hynderick van Mervelde nagelaten goederen

Ackoy, van | 1521-03-18

Leenregister Ackoy fol 10v
Achternamenindex

de heer van Ackoy oorkondt met zijn drost tot Ackoy Aelbert Storm dat Ot Jansz hem heeft opgedragen ongveer 4 morgen land geheten "die overste 13 mergen" te Ackoy, belend boven: Steven van Zuylen van Nyvelt, beneden: Hilbrant van Aelst; hij beleent Mathys Helmich Dobbe natuurlijke dochter er mee tot een onversterfelijk erfleen ten Zutphenschen rechte. Hulde doet voor haar haar gecoren voogd Walich Geritsz (vgl 1542-07-04)

Stees Jansz en Gysbert Ottenz

Herlaer, van | 1489-02-05 (1488)

Coll Aanw 108 Caput Arkel fol 62v, 63v, 65
Achternamenindex

Heynrick van Alckemade als procureur van het St Brigittenklooster te Utrecht tbv jvr Elisabeth van Sprewesteyn, professyde suster in genoemd klooster, als rechte leenvolgster van wijlen haar broer Coenraet van Sprewesteyn, beleend is met de hoge heerlijkheid van Oosterwijk met toebehoren en ambachtsheerlijkheid van het dorp; dezelfde dag draagt Elisabeth met toestemming van het klooster de heerlijkheid over aan mr Andries van Hargen, die er vervolgens mee beleend wordt

Jutfaes, van | 1422-06-23

Leenregister Abdij St Paulus Utrecht 505 fol 69, 69v, 81v, 82v
Achternamenindex

leen van de abdij St Paulus te Utrecht: abt Gheryt van Damassche oorkondt dat hij Jacob van Jutfaes Florensz beleend heeft binnen jaar en dag na dode van zijn vader Florens van Jutfaes, met 36 £ uit de tiende van Eemnesse; uit een vidimus van 1439-06-05: van 3 brieven dd 1322-08-12, 1377-03-08, 1422-06-23; vervolgens verleent abt Willem van Huekelem op verzoek van Jacob van Jutfaes Florensz, dat die rechte nahant en die rechte leenweer van de 36£ uit de tienden van Eemnes, na Jacobs dood te komen op zijn zoon Loeff, die hij heeft bij zijn vrouw jvr Meynten Herboertsdochter van Pallaes, behoudens haar lijftocht; 1454-06-30: beleend Loef van Jutfaes, na opdracht door Jacob van Jutfaes Florensz, met lijftocht voor zijn ouders Jacob en Mente; 1452-10-14: abt Jacob van Poelgeest beleent Jacob van Juytfaes met de ledige hand, met het leen waarmee hij 1422-06-23 beleend was (vgl 1439-06-05)

mannen: Tyman die Lange, Vrederic van den Voerde; 1452: Souw van Rijn, Govert die Coninck; 1454: Goeswijn van Scadewyck, Geryt Scade

Berge, van den, Arkel | 1299-04-19

A.R.A. leenkamer Holland 7 fol 2v
Achternamenindex

Johan van Arkel oorkondt dat "wi hebben ghelovet Arnoud van den Berghe onsen neve, ende sullent hem gheloeften, dat wi hem zullen wedergheven alse neghen jaer sijn leden van dien daghe dat deze brief ghegheven wart, of sine gherichte boirt, alle dat goid dat hi ons hevet ghegheven toit alle den rechte dat was eer hijt ons gaf. Ende omme dat dese dinghe vaste bliven immermeeer, so hevet Otte van Hokelem onse neve, overmidt onse bede, syn seghel".