65 resultaten

Arkel, van | 1415-03-24

R.A.H. Coll Aanw 72 fol 247v
Achternamenindex

hertog Willem oorkondt, dat hij met wijlen heer Otto van Hueckelom overeengekomen was, dat deze hem met zijn luden en sloten helpen zou tegen de hertog van Gelre, Jan van Arkel en Willem, zijn zoon. Dat nu een zoen gesloten is met de hertog van Gelre en met Willem van Arkel met uitsluiting van heer Jan van Arkel, zo is Dirc van Huekelem, als voogd van zijn neef Jan heer to Hueckelem, met de hertog overeengekomen, dat hij vijand blijven zal van Jan van Arkel. Wordt het slot tot Hueckelem onverhoopt door Jan van Arkel genomen, dan zal de hertog hem zetten in de heerlijkheid van Tholen en de stad van die naam

Gaasbeek, van | 1426-08-13

Van Mieris IV p 847, 841
Achternamenindex

hertog Philips oorkondt dat na zijn inhuldiging de Kennemers een oploop gemaakt hadden tegen zijn neef Jacob heer van Gaasbeek, kapitein van deze land en met banieren naar Haarlem gekomen waren, waar zij zo lang bleven dat onze kapiteins en ons goed van Haarlem hun kwijtschelden moesten de geerste soldij en breuken die zij tot nu toe gedaan hadden, waar de hertog zich bij neerlegde; nog niet tevreden hebben zij Haarlem weer belegerd, na een dading met Jacob van Gaasbeek dd 1426-05-08 (p 841) waren zij weer weggetrokken; de hertog verklaart dat de Kennemers deze dading gebroken hebben en de sloten de Nyenburch en Middelburch met geweld genomen hadden; ook zijn zij in Purmerend en voor het huis te Medemblik geweest, Enkhuizen namen zij in en Hoorn belegerden zij, daarom wordt de dading vernietigd en de hertog legt zware straffen op

Visser | 1533-01-21

Ons Voorgeslacht 09-1988 p 384, 385
Achternamenindex

leen van Amstel: no 63) 3 morgen bij de wildernis van Bylmerbroec, aan de Bancmeer, Pieter Jan Vissersz, na koop, na de dood van Willem van der Haar, voor 128 £, nadat het in bezit genomen was door Stans Claesz en Jan Bruningsz; 1552-06-16 (15?): Jan Arnoutsz voor zijn neef Cornelisz Visser, bij dode van zijn vader Pieter, belend noord: de leenheer, noordwest: de stad Amsterdam met land behorend tot da ambachtsheerlijkheid van Sloten en Sloterdijk, zuidwest: de papenprove van Ouderkerk, westzuidwest: het Abcoudermeer; 1568-06-27: Cornelis Pieter Vissersz doet zelf hulde; 1573-09-20: Pieter Visser te Bylmerbroec, na dode van zijn vader Cornelis: 1614-03-27: Pieter Visser Cornelisz, die kreupel is, niet te versterven, waarna overdracht aan zijn broer Claas Cornelisz; 1626-11-19: Heussen Cornelisz voor zijn neef Cornelis Claesz, na dode van diens vader Claes Cornelisz; 1631-11-19: Cornelis Jacobsz te Bylmerbroec voor zijn zwager Jan Claesz, na dode van diens broer Cornelis Claesz; 1632-09-15: Cornelis Jacobsz voor zijn vrouw Jannetje Claesdochter, na dode van haar broer Jan Claesz

Baesrode, van | 1563-1567

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl VII dossier 613
Achternamenindex

Steven van Baesrode ging in 1562 een maatschap aan met Claes Dircsz Verhouff over het oprichten van een mouterij op een stuk grond te Amsterdam buiten de Jan Rodenpoort opt Meeterspat, van Symon Appelman. Van de koopsom van 2000 gld zou 200 gld contant worden betaald, verder elk jaar 200 gld, vanaf het jaar 1563. Van Jan ten Grootenhuis kochten ze 40 lasten en een aantal mudden gerst voor 1250 gld en 8st. Ieder zou hiervan 625 gld 4st betalen. Later kregen ze meningsverschil. Op 1563-10-01 sloten ze een accoord: Steven zou de mouterij behouden en aan Claes de 200 gld die hij aan Appelman betaald had en voor de gerst betalen. Al wat ze samen aan Appelman en ten Grotenhuis schuldig waren zou Steven voldoen. De termijn die in april 1564 verviel, groot 625 gld 4st, verschuldigd aan Grotenhuis werd door Steven echter niet voldaen. Claes Verhouff raakte in financiële moeilijkheden en werd gegijzeld. Toen hij cessie van zijn goederen voorstelde, weigerden 3 van zijn crediteuren. Schepenen van Amsterdam stelden op 1563-12-23 hun beslissing uit. Ook Steven kon zijn crediteuren niet meer betalen. Bij accoord april 1564 droeg hij hun o.a. het huis "de drie Ouwenaars" over, dat verkocht werd aan Pieter Fransz. De crediteuren legden beslag op de koopsom; 1566-10-23: schepenen verklaarden dit beslag terecht gedaan. Ook Claes Verhoef diende een vordering in tegen Steven die intussen naar Mechelen verhuisd was. Processen voor schepenen van Amsterdam, het Hof van Holland en in oktober 1567 voor de Grote Raad te Mechelen

Bekesteyn, van | 1530-01-07 (4)

Ms op Straeten v.d. Molen dl III fol 719 t/m 730, verkorte versie
Achternamenindex

testament Margriet van Bekesteyn: de kinderen van mr Jan de Jonge en wijlen juffr Anna van Bekesteyn ontvangen tesamen: 1) een losrente van 8 £ op Gerrit Jan Huijssersz op de stad Haarlem; 2) een losrente van 7 ½ R gld sjaers op Wouter van Bekesteyn op de stad Haarlem, brief dd 01-08-1472; 3) 1¼ Vrancr scilt op een huijs staende bij den Dael te Hoorn, belast met een erfpacht van 2 R gld 1 braspenning; 4) op Jan Meeuwsz de snijders huijs te Hoorn 9 blancken sjaers erfpacht, daer men voor betaelt 6 st 1 blanck; 5) 17 morgen lands met een huijs daerop staende gelegen tot Woggenom, bruyct Claes Allertsz om 112 R gld sjaers. Hier staet op 14 st sjaers erfpacht tot een toertys; 6) een stuk lants groot 5 morgen geheten die Biesche weyde (andere copie: Luscheweijde) mede gelegen te Woggenom ende bruijct Pieter Symonsz om 40 R gld sjaars; 7) 3 morgen 1 hont, gelegen tot Woggenom, ende bruijct Jan Allerstz Jan Saelssoon om 19 R gld sjaars; 8) 4 gaerden lants gelegen te Assendelft, ende bruyct Guert Dirc Huijsersz om 11 R gld en 12 R gld sjaers; 9) 5½ gaerden getaxeert voor 5 morgen in Assendelft ende bruijct Henric Dircsz om 16 R gld en 9 st sjaars; 10) 5 gaarden off 5 morgen in Assendelft ende bruijct Jan Arisz om 15 R gld 10 st sjaers; 11) 1½ morgen in Assendelft, bruijct Aernt Pietersz om 5 R gld en 8 st sjaers; 12) 2 morgen lants, bruyct Gerrit Claes Marten Simonsz om 8 R gld sjaars; 13) een pacht van 1 Eng nobel sjaers betaelt bij Dirck van t Hoff daer men voor betaelt 2 R gld en 10 st jaers; 14) ½ van twee halve landen en ¼ deel gelegen op geen sijde die Heemste beeck (de andere copie: die Heusde beeck) bij de Reguliers buijten Haerlem, ende elck ½ land is een morgen ende bruyct Machtelt Dirc Claesz weduwe om 7 R gld sjaers ende op dese helft staet te erfhuur 38 st en 5 duits, die sij mede betaalt; 15) 5½ maden lants in de Waert, onderdeelt met Henrick Jansz in 11 maden, en bruijct Pieter Dircsz ende Frans Dircsz om 11 R gld sjaars; 16) 5 geersen in Castricum in een stuk groot 8 geersen, en bruijct Nanne Gerritsz om 12 R gld sjaers; 17) 5½ maden 1½ hont gelegen in Wessanen en bruijct Willem Dirck Gerritsz om 14 R gld en 10 st sjaars; 18) ½ van een pachtbrief van 12 R gld sjaers op een stuk land in Wessanen en wordt betaelt bij Dirc Claesz op Wormerveer 6 R gld sjaers; 19) ½ bogartgen buyten St Janspoort, daer Wouter van Bekesteyn die ander helft of toebehoort, en bruyct Dirc Pietersz om 1 R gld sjaars; 20) 2 maden lands omtrent Haerlem buiten Sparwouderpoort bruijct Claes Rommersz om 5 R gld en 10 st sjaars; 21) 1/9 deel van 5 maden en 22 roeden lants gelegen in de Waert achter Dirc Jansz van Sloten, bruyct Claes Outgersz om 22 st sjaers; 22) 7 geersen 28 roeden goet land behalve dat snoode lant gelegen in Heyloo, bruyct de weduwe van Dirc Nannenz. om 9 R gld 10 st; 23) ontfangen van Henrick van Berchenroe 6 £ gr Vl. eens, in ruil voor de 8 £ gr op Haerlem, die hij aan de kinderen gaf, waarvoor Henric ontvangt 4 £ sjaers op de vleysaxcijs binnen Haerlem en noch 15 R gld op Haerlem (deze hele post ontbreekt in de eerste copie)

Haarlem en Heemstede