43 resultaten

Stickel | 1539-04-03

Brief dd 1970-02-23 van mr Dirck Vis
Achternamenindex

schenking van een eeuwige rente van 12 Kar gld aan het H. Kruisaltaar in de kerk te Westzaan, een aangelegenheid van de familie Stickel: zeker drie, mogelijk 4 zijn daarbij vertegenwoordigd; de getuige Hendrik Pietersz zou ook een Stickel zijn. Heynrick Pietersz Oudt-Heyn behoorde tot de familie Stickel en is identiek [volgens Vis] met Hendrik Pietersz hiervoor genoemd; verdere Stickels zouden zijn: Gerrit Jansz Stickel, schepen in 1534, Willem Gerritsz, taxateur 10e penning in 1562, Jacob Gerritsz, schepen in dezelfde tijd, Neu Jansz en diens vader Jan Nannisz. Ook Ysbrand Nannisz zou een Stickel zijn [onbekend aan Boekenoogen]; Heynrick Pietersz had als merk A, het Cardinael wapen

Lockhorst, van | 1674-11-25

R.A.H. DTB 408b
Achternamenindex

gehuwd Geref Muiden, Symon Bouten, jongeman te Muiden en Aeltie Poulus, jongedochter wonende te Amsterdam; 1675-11-24: gedoopt: Boudewyn, zoon van Symon Boudewynsz en Aeltien Poulis, getuigen: Elssien Jans en Gerritien Boudewyns; 1679-09-03: Neeltje, dochter van Symon Lokhorst en Aaltje Poulus; 1681-02-19: gedoopt Neeltje, dochter van Symon Lockhorst en Aeltje Poulus, peeter: Geertje Boudewyns Lockhorst; 1682-07-29: Boudewijn, zoon van Symon Boudewynsz Lockhorst en Aalfje Poulus, getuige: Geertje Boudewijns Lockhorst; 1683-12-08: Poulus, ouders idem, getuige: Annetje Paulus; 1688-02-22: Geesje, ouders idem, getuige: Geertje Gysbers vrouw van Cornelis Vis; 1689-10-30: Boudewyn, zoon van mr Symon Lokhorst en Aaltje Poulus, getuige: Annetje Poulus

Spruit | 1542-1550

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl V dossier 466
Achternamenindex

Digna Spruyten had in 1540 van Joost Boelesz te Amsterdam vis verkocht voor 300 Kar gld met de opdracht om de koopsom te voldoen aan Claes van Halteren. Zij deed dit niet, maar week uit van Utrecht naar Maastricht; Heylwich, vrouw van Claes van Halteren, reisde haar achterna en liet Digna door het gerecht van Maastricht veroordelen tot betaling. Toen zij weigerde, werd zij daar gevangen gezet. Enige jaren later brak daar de pest uit, zodat Digna ongehinderd de gevangenis kon verlaten; zij werd ervan beschuldigd haar goederen bij vrienden verstopt te hebben en bontvellen in onderpand gegeven aan Duyf Adriaen Ockersz weduwe te Amsterdam; ook had zij aan een andere crediteur Then Block te Utecht, waar zij een huis als onderpand gesteld had, een deel van haar schuld betaald en aan Frans Lambertsz wijn en damast mee gegeven om voor haar in Denemarken te verkopen. Het Hof veroordeelde haar tot betaling aan Claes, waartegen zij in beroep ging, wat een onderzoek te Utrecht ten gevolge had