58 resultaten

Culemborg, van | 1410~

Leenregister Culemborg fol 63v, 65, 65v
Achternamenindex

leenregister Culemborg: - een hoeve land in Beesderbroeck over die Grave door heer Johan van Kulenborg opgedragen tbv Johan van Beesd, belend boven: de kerck van Buesichem, beneden: de joncker van Arkel. Latere aantekening: mannen: Gysbert van Kulenborg, bastaard, onze oom Geryt van Kyllestein; - Johan van Kulenborg 5 morgen, belend zuid: de Zantwech, noord: Hille Peters, west: Rolant Heymericsz, Johan van Kuck, oost: de scheijdinge; - 2 ½ morgen int Nye Slach, boven: Floris Engelsz, zuid: Claes Ottenz, noord: die gemein tochtgrave; - een husmate, 8 hont, boven: Gerefaes Dirksz van der Wade, beneden: de heer van Culemborg; - 3 ½ hont in de Medelsche Kamp, belend boven Johan zelf, beneden: Johan Vranckenz; - 3 morgen in het maelschap van Mauderick, van de Zoelse wetering tot de Maudricker wetering, tussen Johan zelf en Steven Roelantsz; - Wolfart van Kulenborch 3 morgen 1 hont in de Medelsche kampen, belend boven: Wolfart en zijn zuster jvr Belye, beneden: Steven Roelantsz; - halve morgen en 75 roeden in de Medelse kamp, belend boven: Wolfart en jvr Belije, beneden: Willem Lubbertsz

Weerde, uten | 1410~

Leenregister Culemborg
Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Doys uten Weerde dat Geryt van Kulenborg opdroeg, de helft van 13 morgen aan de noordzijde op Hoirnincxvelt, belend boven: heer Willem van Broechusen, beneden: Henrick Ottenz; 1414: draagt Doys uten Weerde dit over op Geryt Willemsz (fol 79v); - Geryt uten Weerde een hofstede met 4 morgen op de Slage, belend boven: jhr Peter van Kulenborg, beneden: Steven van Mauderick met zijn zuster, 1417: "dit en was niet toe gegaen"(fol 79v); - Gerefaes van Hollant dat Gerit uten Weerde Geritsz opgedragen heeft: de helft van 10 morgen in de Husmaten, samen met Geryt die Brune, belend boven: Hubert Zassen erfgenamen, beneden: Gerefaes van der Wade (fol 85v); de tijns op 11-11: - Evert uten Weerde en Herman Matheeusz 1½ morgen in Wykermate; Evert uten Weerde: zijn hofstede 8½d, 6 morgen in de Husmaten 2d, 10 hont in de Husmate 2d; -Gerrit uten Weerde van 2 oude weyden 5d; - Roelof uten Weerde van 6 morgen op het Rietvelt 3d (fol 108, 108v, 109v); - Evert uten Weerde Roelofsz van 2 vijfgherden op het meerland, 10 d (fol 110)

Bruijn, de | 1410~

Leenregister Culemborg fol 27, 35, 78v, 17v, 75v, 79v
Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Peter Hughe Phijlipsz.z een tiende tot Achthoeven in het gerecht Leiden, belend: Danels Brunenland Ansemsz; - Geryt Doijs Gerytsz 1 ½ morgen tot Mauderick, belend boven Hinrick Doys, beneden Arnt die Brune; - Reymbrant Claes van Zweten Petersz.z. een tiende te Achthoeven in het ambacht Leiderdorp, belend: het land van Danyels des Brunen Ansemsz tot de Bovensloot; - heer Sweder van Bloemensteyn 1 hoeve in het land van Haghensteyn, daar Jan Puusche op woont, belend boven: heer Sweder, beneden Jan die Brune; 1423: - Fije van der Woerde Jansdochter van Myddelwijck een camp in der Merschen, geheten die Hogemate, strekkende zuidwaarts op die Ledegrave, belend boven: Geryt die Brune (vervangen door Lambert die Brune), beneden: Evert Freyse (vervangen door Dirc van Dolre Dircsz); - Geryt uten Weerde Gerytsz ontvangen het goed dat Geryt van Culenborg opgedragen heeft, 10 morgen in de Husmalen, van de meente tot aan Nyeslach, belend boven: Jan van Oijduyel (?), beneden Gerefaes v.d. Wade. Dit erf hebben Gerefaes van Hollant en Geryt die Brune als hierna beschreven staat. Geryt van Culemborg behoudt 1 Vrancr schilt uit dit leen. Vervolgens komt de belening van Willem Vlaminck met dit leen, waarbij staat "dit en was niet toe gegaan"

Bont, de | 1410~

Leenregister Culemborg fol 3, 48, 75, 106
Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Willem Heinricsz van der Mase o.a.: - 1 akker van 11 hont land tussen der Weijde en de Oude A, belend boven: Flyps Alaerts van der Muelen , beneden: vrij land; - 1 akker land van 3 morgen en 1 hont bij Buesinchemer windmolen, belend boven: Goesen Goesen Heynmansz en beneden: Jan die Bont Hermansz met leen van Buren; dit voornoemde land was van Gysbert van Blasenborg. Dit land is voorts verleend aan Lambert van der Wade; - Jan en Jacob Jacobsz 10 hont aan de Aude A, belend boven: Jan die Bont, beneden: Goesen uten Bogaert. - Henrick van der Maze Willemsz een akker land van 3 morgen en 1 hont bij Buesinchemmer windmolen, belend boven: Gosen Gosen Heynmanszzn, beneden: Jan die Bonte Hermansz met leen van Buren. Dit zijn de eigen erven en landen van de heer van Culemborg: - een halve morgen en een hofstad belend aan de nederzijde: land van Culemborg, overzijde: Herman Bonten land; - 3 morgen achter Goeswijn Heynmansz hofstede en zijn land aan beide zijden; - 5 akker bij de Oude A, waarvan 2 hont gelegen zijn, belend aan de overzijde: het land van Culemborg, nederzijde: land van Goewijn Heynmansz; - bij de Oude A, 4 hont belend overzijde: Goeswijn Heynmansz, nederzijde: Neuden erfgenamen van Waterbuesinchem

Eck, van | 1410~

Leenregister Culemborg fol 64v, 72v, 80, 75, 110
Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Otte van Wyck Ottenz een akker land in de maalschap van Rijswijck mit Wyfsdycxvelt, van de Wyfdijck tot aan de Broecsteeg, belend boven: Geryt van Wyck Ottenz, beneden: Jorden Doijs, na Ottens dood te komen op zijn zoon Jan (eerst zoon Willem, doorgehaald) bij Hadewich Dircxdochter van Ecke. Mannen: Jan van Eck Woutersz, Wouter van Overrijn; - Jacop Coppier Willem Spierincsz dat Willem opgedragen heeft 4 morgen te Goedbertingen, van de wetering in de Lecke, belend boven: Willem van der Lochte en Jacob Crafte met leen van Vianen, beneden: Johan van Eck Woltersz met leen van Culenborg; - Johan van Eck Dircxz een huijsmate tot Mauderic, 8 hont, belend boven: Gerefaes van der Wade, beneden: jhr Peter van Culenborg; - 2½ morgen int Nijslach geheten die Gheren, belend zuid: Claes Ottenz en een altaar in de kerk van Eck, noord: die gemeyne Huetgrave, (dit land heeft Jo van Eck Derexz opgedragen ende die Huesmate van 8 hont land ontvangen jvr Belije, zijn zuster, en die 3 morgen heeft ontvangen Otte Claesz); - Reyner Reijnersz 4½ morgen dat Lampholle van Ecke opgedragen heeft, belend boven: Reyner Reynersz met 8 hont land, beneden: Roelof van der Eme. De tijns van Culemborg tot Mauderick: Deeuken van Eck van sinen goede 48d

Dam, van den | 1410~

Leenregister Culemborg fol 6, 19v, 30, 49, 62, 72v, 80v
Achternamenindex

leenregister Culemborg: - Jacob van den Dam 1 viertel in het gerecht van Jaersvelt; hij draagt dit leen over tbv Willem van den Vliet; - Hubert Corstken Hubertszdochter, de vrouw van Egbert van den Dam, 1 viertel land ter Weijde, belend boven: Egbert van den Dam, beneden: Wenmer Wenmersz; hulde doet haar man Egbert van den Dam (fol 20); - Willemsz van den Dam een acker op Goodbertingervelt van 10 hont bij Pariserwech; - Jan van den Dam, 1 akker op Goodbertingervelt strekkende in de Lek, belend boven: oude Aernt, beneden: Staes; - dezelfde Jan 1 akker van 10 hont op Goodbertingen bij de Pariserwech, belend boven: Ghibe Jacobsz, beneden: Jacob van Wellincwijc; - Johan van Beesde 1 viertel, dat de vrouw van Hubert Egberts van den Damme opgedragen heeft, belend boven: Johan de Rode en Herman Claesz, beneden: Wemmer Wemmersz en het gasthuis van Culemborg; -Gerrit van den Dam 6 ½ hont land aan de Oude A, die Willem Meynaert opdroeg, belend boven: Willem Meynaert, beneden: Roelof Landmeters kinderen; - 1 hofstat van 1 hont en 12 roeden te Buesinchem, belend boven: Geryt van den Dam, beneden: Balthazar van Buren met leen van Vianen; - Henric van der Wade Lambertsz die hij had bij Henricsdochter van Riebeeck heeft ontvangen dat Roelof die Goijer Henricsz opdroeg, o.a. 1 akker in den Hout, belend boven: Jan die Vette, Alijt van Dorn, Claes van Dorn, Kerstken van der Mere, Alijt Zasse en Jutte van den Damme, beneden: Marienweerd

Herpen, van | 1260-05-13

Sloet no 835/Noordbrabantse Charters bl 292
Achternamenindex

huwelijk tussen de dochter van Otto graaf van Gelre en Dirk van Cleve; borg voor Dirk van Cleve: o.a. Rutger heer van Herpen en zijn zoon Hendrik

borgen voor Dirk van Cleve: heodericus dictus Loef, Rutgherus de Herpen, zijn zoon Hendricus, Conradus de Mulenarke, Johannes de Heusdene, zijn zoon Johannes, Bertoldus de Oye, Robertus de Heusdenne, Henricus de Husedenne, Henricus de Lecka, Gerardus [Everardus] de Horst, Weselus de Buzelar, Theodericus de Monemunth, Gerardus de Wisschel, Stephanus de Sulen, Stephanus de Wisschele, Theodericus de Brinen, Theodericus de Vondere, Johannes de Wade, milites

Lecke, van der | 1260-05-13

Sloet no 835
Achternamenindex

Henricus heer van Lochka is getuige van de graaf van Cleve bij het huwelijksverdrag tussen de dochter van de graaf van Gelre en Dirk, oudste zoon van de graaf van Cleve

getuigen van Gelre: comites de Kessele, Wilhelmus de Authena, Goswinus [Wilhelmus] heer van Borne, Adam de Monte, Theodericus de Wissche, Gerardus de Batenborch, Otto de Zuelen, Alexander de Eile, Wilhelmus dictus Schilbrinc, Gosewinus de Rotheym, Johannes de Grusbeke, Heinricus de Homene, Gerardus de ... [Vrine], milites; Ludolphus de Stralen, Wilhelmus dictus Dous, Fredericus de Reden, Gerardus de Reden, Gerardus [Everardus] de Barsdunck; van Cleve: Theodericus dictus Loef, Rutgherus de Herpen, zijn zoon Henricus, Conradus de Malnerehken [Mulemarke], Johannes de Hosdinne, zijn zoon Johannes, Bertoldus de Oye, Robertus de Husdinne en Henricus de Husdinne, Henricus de Lochka, Gerardus [Everardus] de Horsth, Wescelus de Bochelar [Buzelar], Theodericus de Monemunth, Gerardus [Everardus] de Wiscele, Stephanus de Sulen, Stephanus de Wischele, Theodericus de Brinen, Theodericus de Vondere, Johannes de Wade, milites [ [] = volgens Lacomblet]