22210 resultaten
1563-03-18 | Heemstede
Bissch Oud Arch Haarlem 7 kl A fol 6 (Orig. onder 8 kl A no 58)/Cartul St Michielsklooster te Haarlem fol 6
Jaartallenindex
Godevaert van Moschezel, schout in de ban van Heemstede, oorkondt dat Reijer Pietersz overgaf ten vrijen eigen aan mr Dirck Corstensz, priester en pater van St Michielsconvent binnen Haarlem, 90 roeden lants of daerboven met ¼ deel van een voet dienst, gemeen en onverdeelt in een stucke lands toebehorende den voors. convente, gelegen aen Beatrislaen binnen Heemstede, belend noordoost: tzelfde gehele stuck lands mit denselven Beatrislaen, ende die andere belendens alle gader die landen denselven convente toebehorende
Simon Jansz, Adriaen Symonsz, schepenen, met zegel van Godevaert van Moschezel: een poort of kasteel
1563-03-19 |
Inv Arch Heerlijkheid Heemstede no 270 p 93
Jaartallenindex
Jeroen Willemsz, schout in het ambacht van Hillegom, verklaart dat voor hem zijn gecompareerd Huijch van Treslong, oud ca 45 jaar, Dirrick Symonsz Beest, oud 75 jaar, Willem Claesz, oud ca 61 jaar, vechtelicken gearresteerd zynde, Adriaen Jansz, oud 61 jaar, enz. Op verzoek van Gerrit de Witte, eertijts rentmeester van Z. Kon. Maj. wildernissen, die na den behoorlyken eed in zijn handen te hebben afgelegd, getuigden dat zij wel wisten, dat wie eenig hout plantte voor zijn land, buiten of binnen de banheining in de wildernis, dit hout niet mocht houwen, doch dat dit hout altijd door de rentmeester verkocht werd
1563-03-20 |
V.R.O.A. 1920 dl I p 394 regest 283/Arch Kasteel Duivenvoorde Inv 604
Jaartallenindex
Marie van Essen weduwe van Apeltorn, met de broers Pieter Andriesz en Jacob van Apeltorn, Andrea en Dorothea van Apeltorn, Henrick en Arian van Apeltorn, verkopen aan Annen Schlindewarteng, weduwe van Hendrik Kaelsack, het goed Ossenmondt met bijbehorende landerijen in het ambt van Voorst, in het kerspel van Gorssel en Willep
1563-03-20 (1) |
G.A. Haarlem Inv I no 1732 lade V
Jaartallenindex
leenmannen van de grafelijkheid van Holland oorkonden dat de volgende personen onder ede verklaring afleggen over de topografische toestand rondom Haarlem, ter instantie van mr Cornelis van Alckemade, pensionaris der stad Haerlem: 1) Claes Jansz die men noempt Claes Hagen, oud ± 79 jaren, geboren de Liede: hij herinnert zich dat de grote of Haerlemmermer nog gescheiden was van de Spierinckmeer door de gemeene heerwech van Haerlem op Amsterdam en Utrecht, dat er ook nog vele landerijen tusschen genoemde meeren lagen, dat het meer dit land wegspoelde tot de heerwech toe, en dat zelfs deze doorbrak op een winter, welk gat door die van Ryck en Nieuwerkerck gestopt werd, doch deze dijk brak later weer door en sedertdien is er gemeenschap gekomen tusschen beide meren. Dat er in die heerewech geen enkel canaal, sluijs of sluystocht geweest is. Dat de Spierinckmeer van oude tijden af altijd zijn water geloosd heeft naar Sparendam door de Liede (een zeker canael ende wateringe) ende dat die van Haerlem onlanx na den voors. inbrexel deselve Liede beneffens sijns vaders huys dwers overbedyct ende toegeworpen hebben, welke dam Aernt van Griecken, schout van Alckemade, met 3 Rijnschepen uit de wetering gecomen (toen de Leide door die van Haerlem geheel toegestopt was) weer doorgestoken heeft. Dat die van Haerlem daarna een nieuwe dijk gelegd hebben in de Liede met een sluisje dat er nu nog ligt, waarover de wagens naar Amsterdam rijden. Dit is geschied ± 14 jaar geleden
Ysbrandt van Spaernwoude, Jehan van Duvenvoorde en Christoffel van Schagen, leenmannen van de grafelijkheid van Holland
1563-03-20 (2) |
G.A. Haarlem Inv I no 1732 lade V
Jaartallenindex
verklaringen over de topografische toestand rondom Haarlem vervolg: 2) Jan Aelbrechtsz, wonende buyten Schalckwijckerpoort, out ± 78 jaren, geboren te Rijck, ongeveer dezelfde verklaring; 3) mr Jan van Slooten Jacobsz, out ± 73 jaren, geboren te Slooten aen de kerck. Hij verklaart nog dat de voorn. heerwech door die van Sloten de binnenwech genoemd wordt omme van Slooten tot Haerlem te komen. Hij herinnert zich eens over die weg gereden te zijn en toen het toegestopte gat gezien en erover gereden te zijn. Hij weet dit zo goed omdat zij op die reis aen Nieuwerkerckersluijsgen met de wagen omgeworpen werden; 4) Jan Claesz, wonende in de Raemstege, oud ± 76 jaer, zegt te Nieuwerkerck geboren te zijn en er van zijn 5e t/m 22 jaar met zijn ouders gewoond te hebben in het naeste huijs an den gate aen de Nyeuwerkerkerzijde. Hij verklaart ook dat genoemde Heerwech geen enkele onderbreking bevatte van canalen, sluijsen of sluistochten, en dat de Grootemeer door het Spaerne bij de sluis van Sparendam uitloosde, en de Spieringmeer door de Liede. Dat daarna, na het inbreken v.d. heerwech, ook het huis van zijn ouders weggespoeld is; 5) Jan Jansz alias Jan van Haerlem, oud ± 80 jaren, verklaart tot Haerlem int font geweest [= gedoopt te zijn] en eensdeels in Sparenwouderstraet en deels te Leymuiden niet ver van de kerk opgevoed te zijn bij zijn ouders, aan de weg van Amsterdam naar de Goude. Bezegeld door leenmannnen en op verzoek van de pensionaris van Haerlem onderteekend door Aelbrecht Claesz Raet, keizerlijk notaris, door het Hof van Holland geadmitteert, nae gemeen scryven
1563-03-27 |
Inv Arch H. Geest 's Hage dl II regest 714
Jaartallenindex
schepenen in den Hage oorkonden dat Joris Gherritsz en Gherrebrant Roelofsz, dienaeren van de Procureur-generaal, verklaarden op 27 februari 1563 van huis geruild te hebben, zodat Joris zal hebben het huis waarin Geerebrandt nu woont, genaamd "de Druijff" , behalve een klein vierkant erf aan de oostzijde van het huis dat toebehoort aan Lijne Pieters, weduwe van Willem de Zot. Belast met per jaar: 15st tbv de H. Geest in den Haag, 20st tbv Adriaen Mathysz, 15st tbv Willem Fransz schiemaicker, 20st tbv de memorie, zodat [?] Gerrebrant zal hebben een huis en erf op de Geest, genaamd "de Spaanse Cap", belast met een jaarlijkse rente van 10st aan [!] Jan Wolff en een dito aan de weduwe van Doman Hillebrant. Tevens wordt nog bepaald dat Joris geen quaet regiment off bourdeel in de Druyff mag houden op verbeurte van huis en erf, tbv de H. Geest in den Haag, en dat Gerbrand op mei 1563 6 Kar gld aan Joris zal geven en 2 Kar gld in het gelag [!]
Jacob van Dorp en Adriaen van der Aa, schepenen
1563-03-27 |
Cartul Raamsdonk anno 1518 fol 146/Cartul St Geerdenberg
Jaartallenindex
schepenen in Gorinchem certificeren dat aan het Carth. convent te St Geerdenberg op 1562-10-17, uit kracht van zekere vangbrief dd 1562-10-13, bij schepenen deser stede ter manisse van de scout, aengeschat zijn zekere twee morgen land gelegen in den lande van Arckel op Kedichem, die toebehoorden Adriaen Dircsz alias Smeerom, belend oost: Claes Jorisz, west: mr Marthen van Os Goevertsz, streckende van de halve Thiendweteringe af totten heynthuyn toe, den hoop tesamen voor de som van 450 Kar gld, alles blijkende bij der stede schatbrief daarvan zijnde. Afslaende hieraen die erfrenten (zoverre daer enige zijn) den penn. 20 ende die losrenten daerop gehypothequeert zynde. Ten eynde aan t convent zekerheid deswege te verschaffen, was bepaald dat alle erop rustende rente- en losrente brieven gedeponeerd moesten worden onder mr Gerard Dudyn, in der tijd secretaris deser stede. Dit was afgekondigd door Aerdt Jansz, gesworen bode of roedrager. Voorts verklaart Aerdt Jansz dat hij al de afkondigingen gedaan heeft. Dat niemand gecompareerd is behalve Aerdt Roelofsz, ingestenen poorter deser stede, met een schepenbrief van 7 Kar gld sjaars, ter losse met 100 Kar gld, verhypothequeert op een huis, hofstad en 2 ackeren hoochlands daer after aaen, groot 2½ morgen lands op Kedichem, daarin de voors. 2 morgen land (die het convent gerechtelijk heeft laten schatten) mede begrepen zijn. Van de betaling van deze rentebrief was Adriaen Dircsz nog twee jaar achter, waaraf Aerdt Roelofsz een vangbrief op hem gewonnen heeft, met hoofdgeld tesamen 114 Kar gld eens, behalve alle rechtelijke oncosten van de vangbrief. Schepenen verklaren nu dat degenen die niet gecomen zijn van hun rechten vervallen zijn (vgl 1563-02-11)
1563-03-27 |
Inv Arch Kapittel Den Hage regest 720
Jaartallenindex
burgemeesters, schepenen en Raden an Dordrecht oorkonden dat Jacob de Vries, secretaris der waterschepenen aldaar, op verzoek van heer Adam van den Heuvel, kanunnik op het Hof in den Hage, verklaard heeft, dat hij indertijd op verzoek van Boudewyn van Drenckwaert en Gerrit Tack, voor Jan van den Heuvel zekere jongedochter ten huwelijk heeft gevraagd, die evenwel nog niet begeerde te huwen. Eodem die verklaren dezelfden dat Boudewyn van Drinckwaert heer Willemsz, ruwaard en baljuw van Putten, op verzoek van heer Adam van den Heuvell, kanunnik op het Hof in den Hage, verklaard heeft, dat wijlen heer Harman van den Heuvell, mede kanunnik aldaar, in mei 1558 hem verzocht heeft, met Gerrit Tack, zekere jongedochter voor zijn neef Jan van den Heuvell ten huwelijk te vragen
1563-03-29 |
Bronnen Gesch Abdij Rijnsburg I regest 1322
Jaartallenindex
Elburch van Langerak, abdis van Rijnsburg, oorkondt dat Philips, natuurlijke zoon van Gheridt van Renesse, ridder, gemachtigd door zijn vader (procuratie dd 1563-03-03 te Utrecht gegeven) haar uit diens naam heeft opgedragen 12 morgen te Maasland aan de Grote Vaart, en dat zij vervolgens Dirck, zoon van mr Adriaen van Leijden, in leven pensionaris van Delft, met dit leen heeft beleend. Voor Dirck, die minderjarig is, doet zijn voogd Aerndt Dircsz van Leijden hulde en eed. Er was een proces gevoerd voor het Hof van Holland over dit land waarmede Gerrit voors door Maria van Toutenburg, abdis, was beleend
1563-04-05 |
Partic Leenkamer Asperen 2 fol 11v; H. Bordewijk: Arch Langerak p 187 regest 157, 160, p 188 regest 166
Jaartallenindex
lenen van de heerlijkheid Langerak: Wessel van den Boetzelaer, vrijheer tot Asperen en Langerak beleent Jan Peters, schout tot Goudriaen, na opdracht door Peter Korstensz, met 2 mergen aen de oude zyde van de Goudriaen, boven dieselve Jan, beneden Cors Joris cum suis; 1564-01-25: dit selfde leen bij Joris Jansz, na dode van zijn vader Jan Petersz ontfaen, 2 morgen in het ambacht van de oude zyde van Goudriaen; 1566-02-08: Joris Jansz draagt dit leen op aan de heer van Langerak tbv Jan Mertensz in Goudriaen (vgl 1580-08-14)