Bedoelde u soms?
dedinge | deelinge | deijlinge | deling | delinge

11 resultaten

1446-10-28 | Raamsdonk

Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 fol 107v/Carthuizers St Geerdenberg
Jaartallenindex

richter en heemraders in den ambacht van Raemsdonc oorkonden dat Wouter Vastraetsz ende dinghede mit gheachten woirden voir eenre ghebannen vierschaer om een deylinge van erve tegens Jan Goessel dats te weten van 5 morgen broeck die zij gemeen hadden. Ende tfonnis wysde dat hij deylinge hebben zoude soe hijt begheerde mit recht. Des is Wouter voirs. gevallen met 2½ morgen lants an die westzijde gelegen in den ambacht voirs, tusschen west: Jan Smittenz lant, oost: Jan Goessels land, streckende van der Donga noirtwaert der Brouckwatering toe (vgl 1394-02-01, 1455-09-17)

Adriaen Jan Smittenz.z, richter (met zijn zegel), Peter Andriesz, Adriaen Zeghersz, Meus die Bont Jansz, Andries Hubrechtsz, Arnt die bosscher Aerntsz en Jan Gheryt Ansenz.z, heemraden

1532-10-25 |

Ms Opstraeten v.d. Molen dl III fol 1179/Ms van Buchell
Jaartallenindex

attestatie ofte vidimus van here Johan de Wit, priester en deken van t Collegium van St Johans Bapt.kerck binnen Wijck te Duerstede, inhoudende seeckere deylinge van goederen tusschen Anthonis de Ridder en zijn zuster Cornelia, ten overstaan van de schout met Gerrit van Bemmel en Albert van Noord, geschiet den 20 juni 1531 (ander fiche staat op 1531-01-20), waarbij ook blijkt dat Jan de Ridder haerbeyder natuerlijke broeder was

Smid, de | 1375

De Raadt III p 418/Arhem Commanderie de St Jean
Achternamenindex

Willem die Smijt (akte van 1367: van Hoesden) et sa femme Elisabeth, donnent quittance à la commanderie de St Jean à Arnhem, van als alliken jaren alse wij hadden aen der heren bouwinge tot Huesden op ten pelle alse van dingetael, van brande, van deylinge, van beesten, van keerne van tymmeringen ende voert van allen kroen ende schade dien wij op die heren vorderen mochten

1542-02-03 |

R.A.H. Coll Aanw 249 fol 331/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex

gehoort bij den Hove van Holland t rapport van de commissaris om te hoeren ende te verenigen jvr Katheryn Lourysdochter, weduwe van Lenaert Boen Vranckez, requirante, ter eener-, en Maritgen Lenaertsdochter met haar man Aernt Baerntsz en haar kinderen ter andere zijde, heeft het Hof gecommitteerd mr Nicolaes Bueckelaer, advocaat ende Vranck van der Houve, curateurs van de kinderen van de voors. Maritgen Lenaertsdochter, geprocreerd bij wijlen mr Michiel Jacobsz, haar voerman, omme te verstaen uyten name van deselve kinderen mit die voors. requirante ende oick Adam van Segwaert, hoeren swager, tot schiftinge, scheydinge ende deylinge van zulke goeden als den voors. kinderen mogen competeren uyt den sterfhuijs van de voors. Lenaert

1539-05-07 |

Cartul Carth in Raamsdonk anno 1518 fol 42v
Jaartallenindex

Claes Petersz, richter in den ambacht van sGravenmoer en heemraders aldaar oorkonden dat myn heer de pater van Sartroysenklooster heer Jan Gaversz en die erfgenamen en huisvrouw van Jan Jacobsz met Pieter van Ypelaer die jonge een accoord van ener scheydinge ende deylinge gedaen van zekere moeren die de voors. personen ongedeijlt tesamen hadden, te weten 140 roeyen ..... gemeten van der zuidzijde van die moeder Rouwert Jansz van Gorcum, beginnende van Roel Dircsz moeren westwaert, streckende opwaert tot die hoef van Hoekelem toe. Welke loetinge zyn bedeijlt in dwers loeten, te weten Pieter Ypelaer die jonghe zal hebben voor zijn deel 34 roeden, Jan Jacobsz erfgenamen en zijn huisvrouw 52½ roeden, en de Sartroysen 52½ roeden. Ende die loetinge blyft aen die hoef van Hoekelem, ende Jan Jacobsz erfgenamen daeraen gelegen westwaert en Pieter van Ypelaer met zijn gedeelte gelegen neffen Roel Dirksz moeren

Jacop Adriaensz, Robbrechtsz Claes Adriaensz, Thonis Jansz, Wouter Gheritsz, Willem Jansz en Adriaen Jorisz, heemraders; in presentie van: Claes Pietersz, schout voors, Jacob Adriaensz, Gheryt Laurensz van Hout, gesworen lantmeter, Jasper Geryt Laurensz, Meeus Pauwelsz, rentmeester van het Carthuizer klooster

1556-08-03 |

Ms Op Straten v.d. Molen III fol 376
Jaartallenindex

sijn veraccordeert ende gesloten Wouter van Bekesteijn, Hoochheemraet van Rynlant, wesende vergeselschapt met mr Christiaen de Waert, Raedt en Proc. Gen. des Con. Maj, Dirck van Berckenrode, burgemeester van Haarlem, ter eener, ende Frans Adriaensz van Warlant, vergeselschapt wesende met mr Huijch van Eijnde, lincentiaet in de rechten, mr Aernt van der Hooch, Raedt in de Leencamer des Con. Maj. ter andere zijde, dat mr Dirck van Bekesteijn, soon van Wouter van Bekesteijn voorn. ende Adriana van Warlant, dochtere van Frans Adriaensz van Warlant voorn. ter eeren Godte in der heyligen echte vergaderen sullen mette goeden, onder conditien etc. Mr Dirck ontvangt voor zijn huwelijk o.a. 9½ morgen lants etc; Adriana ontvangt ten huwelijk o.a. 12 morgen lants. Ofte oock sij beijde quamen deser werelt te overlijden vóór ons Wouter van Bekesteyn, Frans Adriaensz en Adriana Jansdochter van Muijlwijck voorn, ofte enige van ons drien kint of kints kint off kindskind of kindskinderen achterlieten dat alsdan dat kint off etc met enen hant innetasten ende ter deylinge comen sullen in allen erfnissen ende goeden die wij metter doot ruijmen ende achterlaten sullen. Genoemd: de erfgenamen van Vranc Joosten Huickesloot en Jacob Joosten Huickesloot

zegels van: Bekesteyn een leeuw waarover een dwarsbalk, van Muylwijc: ses burles, op de helm een wrong tussen twee vleugels, Berckenrode: gecroonde leeuw, 3 als eendvogels

1392-10-12 | Rijswijk en Ockenburg

Cartul Carth Raamsdonk anno 1518 fol 114v/Carthuizers St Geerdenberg
Jaartallenindex

den brief van 15 morgen die here Jan van Zanen ons gaf tot Ockenburg. Wij Gysbrecht Jansz ende Henrick Jan Henricsz.z, wonende tot Haerlem, doen cond dat wij daerover ende bij waren dair Jan van Zanen Dircxz van Dordrecht overgaf den convent van der Sartroysen bij St Geerdenberg, 15 morgen lands gelegen tot Ockenberg in den ambacht van Ryswyck. Want dit gesciede eer Jan professy dede in den Sartroysenklooster voirn. ende ons oick wel te hueghen is dat dit voirs. land Jan ten deel viel doe hij met zyn broeder en suster effende en deilde die erfnisse haers vaders ende moeders, zo hebben wij desen brief in kennis der waerheit bezegelt mit onsen zegelen. Anno 1392 des Saterdages na St Victoorsdach. "Nota adhuc in dormitorio vetusto fol 167 sic scriptum est. Ita so is een verticht brief van alrehande goede daer Peter van Zaenden en Jan Diericxz van Dordrecht als mombers van Adriaen Dircszoon van Dordrecht en Ghysbrechts Jansz van Rietvelt van zyns wijfs wegen op de deylinge op gedeylt zyn met scepenbrief van Hairlem bezegelt. Qud littera habetur sub Harlem" etc (vgl 1368-07-03, 1434-12-29)

1629-10-19 |

G.A. Haarlem Recht Arch Inv no 82/2
Haarlem Algemeen

Henricus Hondius voor hem zelf en namens zyn mede erfgenamen van wylen Cornelia Symonsdochter van Eemskerck transporteren aan Sophia Jansdochter van Dijck twee rentebrieven, elk van 300 gld hoofdsom bij Willem Symonsz backer tbv Cornelia van Eemskerk gepasseerd en verzekerd op zyn huis en erf in de St Jansstraat, d'een van 1619-02-12 en d'ander van 1620-08-05. Op 22 Oct. d.a.v: Allart Heyndricsz, getrout hebbende Tryntgen Cornelis van Rijcken, die dese navolgende rentebrief bij erfenis van wylen Cornelia Symons op dewelcke deselve mede successievelyck was gedevolveert vercregen hadde, transporteert aan Grietgen Heynricsdochter een rentebrief van 200 gld hoofdsom, rentende 12 gld 10st sjaars, ten laste van Jan Marcelis en zyn huis in de Lombaertstraat. Geertge Symons van Eemskerck, nichte en mede erfgename van wijlen Cornelis Symons van Eemskerck ende sulcx by deylinge dese naevolgende brieve vercregen hebbende, geasissteerd met de eersame Michiel de Wael, brouwer, als haar gecoren voocht, transporteert aan de eerbare Elysabeth Courtendochter, huysvrouwe van Jacob Arentsz Calantius de oude, een besegelde losrentebrief, rentende 45 Kar gld, losbaar met 900 gld hoofdsom, houdende ten laste van Jan Dircsz en zyn huis op de Baeckenessergraft, dd 1629-04-20

1501-12-19 (1) |

R.A.H. Coll Aanw 111 Caput N.H. fol 111v
Jaartallenindex

Philips oorkondt dat Thomas Beuckelaer, onse geminde Raad en meester van onse reeckeninge, te kennen geeft dat hij van Holland in leen houdt de ambachtsheerlijkheid van Alblasserdam mit Zubburgen en met die Nesse daarachter aan gelegen, met allen andrifte en aenwerpe, swaendrifte, visserij, vogelrye, tollen, veeren, tienden, thynsen, excynsen, hofstedegelt, autgelt [?] e.a, waaronder begrepen zijn de navolgende percelnen, hoewel deselve daarin niet specialijk verklaard staan: 1) 38 morgen 3 hont land, 2) 14 morgen griets uytterlant, 3) 10£ 5 schell van 40 gr Vls t pond erfpacht op een clein polderken van 7 morgen groot, 4) een stuk lants geheten den Dullenhouck, ende nog 7 hont lant, die nu bruyckt Ocker Godschalksz, al liggende tot Alblasserdam. Ende want in die scheydinge, deylinge, geschiet en gemaakt tussen hem en jvr Bely, huisvrouw van Dirck Jan Soonken, tegenwoordich schout van Delft [Sonck ?], ende jvr Maria huisvrouw van Jan heer van Oudheusden, bewaarder van onse charters en registeren van Holland, syn dochters gewonnen bij jvr Marie ...... dochter, sijn eerste wijf, daar God die siele of hebben moet, verklaart is dat dieselve Beuckelaer onder meer de voors. gespecificeerde percelen van goeden syn voers. dochters overgeven soude, soo is't dat de voors. Thomas Beuckelaer opgedragen heeft tbv zijn jongste dochter jvr Marie, de voors. 6 percelen en dat wij haar hiermede vervolgens beleend hebben tot een erfleen en te verheergewaden met een rode sperwer of 1 R gld. Haar man Jan heer van Oudheusden doet de leeneed voor haar

present: Roeland le Fevre, heer van Theemseke, onse hofmeester, Floris Oom van Wyngaerden, onse griffier van Holland, Jordin van Raamsdonk, cleene Jan Bruyn

1437-05-20 (3) |

Kroniek Hist Gen jg 1854 p 377/Arch Harderwijk
Jaartallenindex

(vervolg) 13) Brant Maesz ½ hoge erve, geheijten Cluppelserve, en 2½ morgen lants daertoe hoerende in Erckemeden gelegen; en noch ½ morgen lants in Peperscamp, daer Reijner Huddinck mede in gelant is. ende dit gift 8 alde groet en 1 Brab. te voederkoern en 1£ brievinge en 1 alden grote toe voeghtghelde; 14) Lambert Brinck 8 morgen lants gelegen omme Brinckswerff in Erckemede, en 2 hont, soe die sijns vaders plegen te wesen; en een deel hoege lants toe Putten bi den dorpe gelegen, ende een vierdel van ene vierdel in Spoelderholt, gelegen in Jacob Heijnricszoens deylinge. En dit gift 3£ brievinge en 12 alde groet toe voeghtgelde en 7 alde groit en eyne Braban. tot Ermel toe voederkorn en 7 alde groit to Putten15) Mette Kurtbeens hoer erve, gelegen toe Tellicht, ende is geheten Kurtbeenserve, mit 9 ½ morgen lant gelegen in Erkemeden in Slangelant. Ende dit gfit ½ voederkoren, 1 £ brievinge en 6 alde groit ende die thienden halve mergen lants vurs. geven 2 £ brevinge; 16) Geertruijts Aelts een erffken geheten Rensenguet, gelegen toe Hierde. En dit erffken gifft ½ voeder koern en 1£ brievinge; 17) Aelt van Orden een erffken half Kusselremait en 3 roeden buten dyks en een hoeve holts in Putterholt, en 1 morgen lants binnendyks gelegen an Wirlemans camp. Item noch 2 morgen lants gelegen in Valkenmait. Ende dit gfit 2£ brievinge en 20 alde groet toe voederkoern en 3½ alde groet toe voeghtgelde; 18) Johan Claisz 5 malder rogge lants, gelegen bi Begrevenhoff. Item een hoymait gelegen in Roesmede. Item noch Paedzenkamp, gelegen an Steven Hoijenhoff. Item noch 2 malder roggelants, die in Johan Hubertsz erve plegen te hoeren. En dit guet gift 9 alde groten sjaers en noch 3 alde groet toe voeghtgelde en ½ blauwe gulden