14 resultaten
1530-01-03 |
R.A.H. Coll Aanw 118 Caput Z.H. fol 78
Jaartallenindex
Karel oorkondt dat Jan van Outhuysen [Outheusden] Jansz voor den stadhouder van lenen opdroeg tbv Willem van Drenckwaerde Bouwensz: 1) 15 morgen lands mit huysinge en berge, daer t op staet, liggende binnensdyks van Puttershoek, daer Burqhaert Luydenz op te wonen placht; 2) 4 morgen lands op Puttershoeck en Thomas Beuckelaer in zijn leven verkreeg door coop van Jan van Tempel, en dat hij vervolgens Willem van Drenckwaerde met 1 en 2 beleend heeft tot een onversterfelijk erfleen
Floris van Assendelft, heer van Goudriaen, castellein van der Goude, Vincent Dammas, auditeur v.d. rekenkamer, Cornelis Barthoud Jansz, leenmannen
1500-11-24 |
R.A.H. Coll Aanw 112 Caput N.H. fol 88
Jaartallenindex
Philips beleent Jan van Barry na dode van zijn zoon mr Jacob van Barry 6 blocken tienden gelegen in onsen lande van Putten, in den ambachte van Westenryck op Drenckwaerden, tussen den Oestvogelwech [Oost Volgerwech ?] ende den middeldweerswech, daer den werf van Drenckwaerde in gelegen is. Leen van Putten, tot een erfleen
present: Tielman van Dullecum, Dirck van Boneem, Jordin van Raemsdonck, Crispyn Jansz, cleen Jan Bruin
1499-12-09 |
R.A.H. Coll Aanw 112 Caput Arkel, Putten fol 48v, 49
Jaartallenindex
Philips beleent Willem Jacobsz na dode van zijn moeder jvr Machtelt Symon Vredericksdochter met ⅙ van 6 blocken tienden gelegen in den lande van Putten in den ambachte van Westenryck op Drenckwaerde, tussen den Middeldweerswech ende den Oostvolgerswech, daar de werf van Olairtsmat in gelegen is. Leen van Putten. Tot een onversterfelijk erfleen, te verheergewaden met een rode sperwer of 10 schell Holl daarvoor
present: Gillis van Valckenstein, Joost Willemsz, Dirk van Boneem, Jordin van Raamsdonk
1503-06-23 |
R.A.H. Coll Aanw 112 Caput Arkel, Putten fol 119v
Jaartallenindex
Philips oorkondt dat gecompareert is voor onse leenmannen Jan van Barry mr Jacobsz en droeg op tbv Dirck Symonsz Claes Corfsz 6 blokken tienden gelegen in onsen lande van Putten, in den ambacht van Westenryck op Drenckwaerde, tussen den Oost Volgerwech ende den Middeldweerswech, daer den werf van Drenckwaerde in gelegen is, welk leen Jan van Barry aangekomen is van zijn vader, die het tijdens zijn leven verkregen had in coop van Gillis van Valckensteyn, onder conditie dat Gillis of zijn erven dit leen te allen tyde zouden mogen lossen met 924£ van 40 gr Vls het pond. Welk recht van lossing Dirck Symonsz nu van Gillis heeft overgenomen, zodat de voorn. Barry nu vrije overgifte aan Dirck doet. Vervolgens wordt Dirck Symonsz met dit leen beleend, tot een onversterfelijk erfleen, leen van Putten. Te verheergewaden met een rode sperwer of 10 schell Holl (Barry: 1505-07-15, 1505-07-28, 1500-02-10, 1500-11-24, 1500-12-24)
present: mr Jacob van Almonde, Jacob Pynszoon, Jan Michielsz van Eversdyk, Tielman van Dullekum, Dirck van Boneem, cleyne Jan Bruijn
1541-09-21 |
R.A.H. Coll Aanw 121 Caput Z.H. fol 199v, 201, 204v
Jaartallenindex
Wouter Oom wordt na dode van zijn vader Bouwen Oom beleend met: 1) de heerlijkheid van Papendrecht, hoge en lage, die tiende van Mathena, de bierexcijs, jaarscot, die beterschap van ⅓ deel van het veer, die visserij, die tiende van Pelzeroerde ende die beterscip van Mathena, 8½ morgen lands op t Schorre, onversterfelijk erfleen; 2) ½ van 6 viertelen lants mitter steenplaetse, gelegen in den ambacht van Ouderkerk in onsen lande van Zuid Holland, oost: Pieter Poppes, west: Glorie Jan Hermansdochter, erfleen. Ende dit al zonder prejuditie van de douarie en lijftocht daerinne, zijn moeder jvr Marie Wouter Moermansdochter, achtervolgende onse brieve van octrooi van wijlen haar man Bouwen Oom, verleend, bevestigd door keizer Karel. Onder staat: Bouwen van Drenckwaerde, Raad des keizers en rentmeester generaal van Z.H. als gemachtigde van Willem van Drenckwaerde, burgemeester van Dordrecht, heeft ons vertoond een mannenbrief bezegeld met 3 zegels dd 1553-11-22, daarbij jvr Elisabeth van Dorkenbeecke, weduwe van jhr Francois van Giessenburch [= van Wena, heer van Giessenburch] met Henric Thomas gerenuncieert en te buiten gegaan is, alsulke douairie als zij hadden van het gebruik van de wintmolen en rosmolen in t blancke van desen verhaelt tbv haar zoon Jacob van Wena
leenmannen: heer Johan van Renesse, heer tot Maigny en Malle, ridder, Cornelis Barthouts
1528-01-05 |
R.A.H. Coll Aanw 118 Caput Z.H. fol 11, 12v, 13
Jaartallenindex
Karel beleent vrou Cunera van Meerdervoort, na dode van haar vader Adriaen van Meerdervoort met: 1) ½ van de ambachtsheerlijkheid van Puttershoeck, van tienden, veren, visserij, vogelrie, corfsteking, 2) ½ van alsulke uiterlande als jvr Aechte wylneer huisvrouw van Pieter Abelsz, te anderen tyden bedyct heeft gehad, buitensdycs van Puttershoeck. Te houden tot een onversterfelijk erfleen. Hulde doet voor haar haar oud oom Jan van Drenckwaerde, onse schout van Dordrecht. Behoudens dat haar voogd in der tijd wesende de eed moet doen. Op 1543-06-09 doet haar man Aert van Liert de eed
Franchoys Cuebel, Willem Pijn, onse Raden in Holland, Cornelis Barthouds, Barwout Willemsz, leenmannen; 1543-06-09: Andries van Bronckhorst, Hendrik van der Schoot, ridder, Raad des keizers in Holland, Cornelis Barthouts, Willem van Criep, Anthonie le Bucq, Nicolaes Barthoud
1538-07-20 |
R.A.H. Coll Aanw 123 Caput Zeeland fol 56v
Jaartallenindex
Karel beleent Willem van Drenckwaerde Bouwensz, burgemeester van Dordrecht, na dode van zijn moeder jvr Margriete van Cleyenburch met ¼ deel van de ambachtsheerlijkheid en ambachtsgevolge van den slycken en gorssen van nieuwe Natairs, gelegen ende bedyckt oostwert van Pancrasgors, en daartoe 1/16 deel van de ambachtsheerlijkheid en ambachtsgevolg van Natairs, bedyckt mitten nieuwe gote, gelegen in onsen lande van Voorne. Leen van Voorne, tot een onversterfelijk erfleen. Daar Willem "personelycken niet komen en mocht" doet mr Nicolaes Bartholomei als zijn gemachtigde de eed (procuratie gepasseerd te Dordrecht)
mr Cornelis Zuys, onse Raad in Holland, Cornelis Barthoud, leenmannen
Bies, van der | 1534-12-06
R.A.H. Coll Aanw 118 Caput ZH fol 277, 299, fol 278, 299v
Achternamenindex
leenmannen van Holland oorkonden dat heer Lodewijk van Praet geseyt van Moerkercken, ridder, opdroeg t.b.v. Willem van der Bies Jansz, 22 morgen land gelegen in den houffslagh binnendycs in den Pietershouck [Puttershoeck ?], belend noordoost: Gheen Luyten, oost: Willem van Drenckwaerde, noord: de dyck, zuidwest: de Groene dyck, zuidoost: Staets Govertsz. Met het verzoek willem van der Bies hiermede te belenen. Op 1535-01-27 oorkondt Karel dat hij Willem Jansz van der Bies hiermede beleend heeft, te houden tot een onversterfelijk erfleen. Het einde en de datering ontbreken, deze vindt men op fol 279v
Staetst Govertsz, Willem van Drenckwaerde Bouwensz, Govert Staetsz, leenmannen van Holland; 1535-01-127: mr Reynier Brunt, onse Raet en Proc. Gen, Jan Hendricsz, ontfanger van onse exploicten, Cornelis Barthout Jansz, Willem Pietersz Criep, leenmannen
1543-11-08 |
R.A.H. Coll Aanw 121 Caput Z.H. fol 300v-304
Jaartallenindex
leenmannen van de grafelijkheid van Holland oorkonden dat Jacob van Wena here van Ghysenburch erkende vercoft te hebben aan joncker Pieter van Chanu, een rente van 100 Kar gld per jaar, losbaar den penning 16, of ter somma van 1600 Kar gld. Jacob verhypothequeert hiertoe het huis van Ghyssenburch met al zijn toebehoren, die heerlijkheid van Ghyessen nijekerke met alle manscappen, thiende, profyten, visserijen, swaandriften, molen, en voorts al zijn andere goederen. Jacob verzoekt confirmatie op deze brieven. In margine: op huyden compareerde Bouwen van Drenckwaerde Willemsz en exhibeerde twee gecasseerde brieven, daerof t inhouden hier geregistreerd, ende versochte, alsoo dese rente in deze gementioneert afgelost is, dat men mitsdien t selve hiermede soude mogen uytten registere doen tot ontlastinge van zijn vader Willem van Drenkwaarde. Eodem die beleent Karel joncker Pieter van Chanu met deze losrente
leenmannen: Cornelis Barthouts, Nicolaes Barthouts; Wouter van Beeckesteyn, schout van Haarlem, Cornelis Barthouts, Willem van der Criep, Nicolaes Barthouts
1500-02-10 (1499) |
R.A.H. Coll Aanw 111 Caput N.H. fol 70v, fol 73
Jaartallenindex
Philips beleent Jan van Barry mr Jacobsz met al de lenen die zijn vader mr Jacob van Barry, in zijn leven onsen futaris ordinaris, van ons gehouden heeft: 1) dat huys te Nesse, gelegen in onsen lande van Woerden, mit synre hofstede mitten boomgaarden ende mit 22 morgen land tot denselven huyse behorende; 2) een woninge ende huysinge metten hofstad en 33 morgen land in den ambachte van Ryswijk, daar Jan van Hodenpijl t'anderen tijden op te wonen plach; 3) 6 blocken tienden in onsen lande van Putten in den ambachte van Westenryk op Drenckwaerde, tussen den oostvolgerwech ende den middeldweerswech, daer die werf van Drenckwaerde in gelegen is; 4) noch een weer lands tot Koudekerk, groot 18 morgen, belend west: Dirk van Swieten, oost: Hoornekinsweer, zuid: die boomgaert van Poelgeest. Alles onversterfelijke erfleen, met heergewade: rode sperwers. Overmits die absentie van de voors. Jan van Barry mr Jacobsz die ter schole leggende is, doet zijn oudevader Jan van Barry de leeneed voor hem. Op huyden den 22e ...... 1500 so dede Jan van Barry zelf de eed in handen van den grave van Holland. Op diezelfde dag werd Jan van Barry verlydt, ende hij hem seide oock aen bestorven te wesen by doode van zijn vader, met: 1) een huysinge, hofstede, boomgaert en bossche, gelegen tot Velzen bij der kercke, mitten lande daeraen ende omme gelegen, belend west: Willem Gerritsz, met leen van Brederode, oost: dat kerckpat, zuid: die overduijnre kerckwech, noord: Adrichemmer kerckwech; 2) een tiende te Velzen, geheten die corentiende van den Hogen Geest, tot een recht leen, in aller maniere als Willem van der Voort die te houden plach. Op 1526-12-03 compareerde in de registercamer van Holland mr Jan van Barry, commissaris v.d. Camer v.d. rekenmeesters en verklaarde dat hij, hoewel hij na dode van zijn vader beleend was met een weer lants van 18 morgen te Koudekerk, doch hierop geen enkel recht kon doen gelden en hiervan geheel en al afstand deed (vgl 1497-04-22, 1497-06-13)
present: Tielman van Dullekum, Jacob Clamp, Dirck van Boneem, Jorden van Raamsdonck, Crispyn Jansz; 22e: Tielman van Dullekum, Dirck van Boneem, cleen Jan Bruijn