16 resultaten

Dalem, van | 1454-09-16

Arch Nassau Domeinraad regest 1703
Achternamenindex

hertog Philips gehoord de klacht van Roeloff van Dongen als voogd van de kinderen van zijn broeder Jan over het halen van aarde en zoden uit het uitgors te Zwaluwe, dat die kinderen van de grafelijkheid in leen hebben, door dijkers die aangenomen hebben de dijk bij de tol te maken, gelast zijn secretaris Gysbert van der Mije zulks te verbieden, wanneer dat even goed uit andere gorzen, de grafelijkheid toebehorende, gebeuren kan, of anders een vergoeding te eisen voor de leenman

1545-02-03 |

R.A.H. Coll Aanw 250 fol 254-258/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex

alzoe Ghoert van Brecht, ambachtshere van Munsterkerck, mitsgaders de weduwe en erfgenamen van Frederick van Harlair, ambachtshere van Muijlkerck, den Hove van Holland bij request vertoond hebben, dat wijlen mr Aerent Sandelyn, Raad in den Hove van Holland, van wege de keizer gecommitteerd is geweest om in Zuytholland rond te gaan "ende te informeren up seeckere abuysen dagelicx in rechte ofte in den vierscharen van de dorpen van Zuytholland gebeuren". Dat hij toen wel enige dorpen heeft bezocht maar dat er toch nog foute praktijken waren blijven bestaan. Supplianten verzoeken nu het Hof hierin te willen voorzien. Het Hof geeft hieraan gehoor

1539-05-18 |

R.A.H. Coll Aanw 120 Caput N.H. fol 139
Jaartallenindex

leenmannen van de heerlijkheid van heer Wynantsrade in den lande van Valkenburch getuigen dat joncfer [!] Wynant van Retersoeck genaamd Laa.. en joffrou Franxoiss Beuckelaer, desen voors joncker Wynants eyge huysvrouwe, erkent volmacht gegeven te hebben aan mr Floris Zeeman, zwager van de voors. joncker Wynants te zijn haar procureur in der bester voegen, so sich dat gebeuren mach mit recht, om over de goeden etc. Alsulke 16 hont lants welcke sij vercoft had Herman Jacobsz van Schoonhoven of zijn erven. Op verzoek van joncker Wynant en zijn vrouw jvr Franchois bezegelt door Daam, stadhouder, die tevens zegelt voor leenmannen daar zij geen zegel hebben

Daam van Randenrade, volmachtich stadholder van wege heer Willem van den Boongaert [!], ridder tho heer Wynantsrade etc ende Fortwije, Lambracht Wanmans, Quiryn op die Dirinck, Johan der Smijth van Swier, Loeoijss Cluppels, leenmannen

1540-05-04 |

R.A.H. Coll Aanw 247 fol 678/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex

request van de capelmeesters van de H. Geestcapelle, met de capelmeesters van O.L.Vr capel binnen Alkmaar, dat overmits die prochykercke der voors. stede staende is op t een einde derselver stede, tot commodicie van de ingesetenen, dienstboden en andere luyden, men costumelick is geweest in de voirs. capellen t Woirt Gods te predicken bij aenige minderbroeders, doch die dit nu niet meer durven doen op grond van het placcaat van Zijne Maj. tegen het prediken in capellen, en zij daarom verzocht hebben om in de voors. capellen te mogen blijven prediken, vergunt het Hof dat dit blijft gebeuren door religieusen van St Franciscus orde of andere personen, niet suspect zijnde

1537-02-20 (1536) |

R.A.H. Coll Aanw 122 Caput Putten, Arkel fol 6
Jaartallenindex

Karel oorkondt dat voor zijn stadhouder van lenen Gerrit Jan Evertsz opdroeg tbv onsen ontfanger van der espargne over geheel Holland Heyman van den Ketel Vincentsz, de ambachtsheerlijkheid van wijlen Boudin Harts landekin, geheten s Gravenambacht ende van allen aenwassen, slyken en rietbroucken, die daerbuyten aen t voors. landeken tot eniger tyd aencomen en aenwassen sullen mogen, noordwest: die Hijde, noordoost: dat Staeldiep of Claes Demans gat, zuid: t Wyngat, zuidwest: de gront van de heerlijkheid van Roden, ende al tot in den diepe van den laechsten water toe, mit allen ambacht, ambachtsgevolg ende mitt allen alsulcken visscherijen, vogelryen, zwaandriften, die binnen der voors. bepalinge nu zijn of namaals gebeuren en vallen zullen mogen, en van den Droogendyck en Carvelsendyk mitsgaders oock mede alle die thienden die vallen sullen mogen van t gunt dat binnen der voors. bepalinge noch sal mogen bedyckt worden, al tesamen gelegen in onsen landen van Portugael onder de heerlijkheid van Putten, bij wijlen heeren Gerrit van Abbenbrouck in zynen leven uyt synen eygen goederen ons opgedragen. En dat hij Heyman van den Ketel vervolgens hiermee beleend heeft. Leen van Putten, onversterfelijk erfleen. Behoudende de heerlijkheid van Putten de erfpacht daarop staande

Dirck Duyst Heindricsz, Willem Pietersz Criep, Anthonne Lebucq, leenmannen

1497-04-27 |

R.A.H. Coll Aanw 112 Caput Zeeland fol 11v
Jaartallenindex

leenmannen van Zeeland oorkonden dat Hendrik Jansz van Wissenkerke opdroeg tbv der kerken van der Nieuwerkerke in den Oosthouck ende tot profyte van den dorpe van Arnemuyden omme dagelijks van Arnemuyden totter voors. kerke te mogen gaan omme den dienst Gods aldaer te vermeersen tot oirbaer ende welvaren van den kinderen die tot Arnemuyden geboren mogen worden die cranck ter werelt komen, opdat sij t eer haer Christendom gecrijgen mogen, ende opdat die vrouwen die van kint ter kercken gaan ten minsten last ende sorge aldaar geraken mogen, ende oock opdat siecken en onvermogen personen ter selver kerke te bet geraken mogen, ende sonderlinge om alle onversienlycke lasten te schuwen, hetzy van haes-stede, zijecheden of doodtslagen die opt selve dorp gevallen ende gebeuren mogen, alle sulke personen te bet tot haar sacrement sullen mogen geraken. Aan de kerkmeesters van der nieuwerkerken in den Oosthouck in vollen eigendom om een gemeen strate of te maken, ½ gemet leenland binnen derselver prochie, binnen desen gemercken, oost, noord: s graven heerwech, zuid: Jacob Willem Salomonszoon erfgenamen leenland, west: Hendrik Jansz van Wissekerke. Met het verzoek om kerkmeesters hiermede te belenen (vgl 1497-09-23)

1663-03-15 | Heemstede

R.A.H. O.R.A. 585 fol 179v, 180v
Jaartallenindex

voor schepenen van Heemstede compareren de srs Johan Hanneman en Cornelis van Campen als gemachtigden van jhr Rudolph van Arkel heer van Broeckhuysen, mitsgaders navolgende verclaringe daer achter staende en luydende als volcht: Ende alsoo de voors. partijen van landen den verkoper zijn aangekomen by erffenisse van zijn grootouders Cornelis Nobelaer in zijn leven heer van Burgst en van vrouwe Anna van der Wiele (testament 1646-09-27) die hun goederen gemaakt hebben fidei commis tot in de 2e graad met consent om alsnog goederen te mogen verkopen, indien deze ongelegen liggen of dat dit met notabel profijt kan gebeuren, mits hiervoor andere goederen aangekocht worden. Verkoper belooft binnen één jaar de door hem gekochte heerlijkheid Broekhuizen fidei commis te zullen maken (1663-03-02 notaris Johan Vos te 's Gravenhage), transporteren aan Immetje Huijberts, weduwe van Jacob Bossu, onse inwoonster, een stuk weiland gelegen in de Westerhouterpolder binnen de heerlijkheid van Heemstede, groot 1108 roeden, oost en zuid: het St Elisabethgasthuis te Haarlem, west: juffr Geelvinck, noord: de Raemlaen. Koopsom fl 3775. Dezelfden transporteren q.q. aan Dirck Claesz Wyntjes een stuk weiland of hooiland, groot 660 roeden, gelegen in de Veenpolder, oost: de ringsloot van de Trekvaart, west: Fredrik Vroom, zuid: St Elisabethgasthuis, noord: de Gasthuislaan. Koopsom fl 1587

1578-07-12 |

R.A.H. Coll Aanw 141 fol 258, 260/Reg Nassau fol 166, 167
Jaartallenindex

notaris Dirk Jacobsz Can te Edam instrumenteert dat Jan Claassen sone van Claas Jacobsz, poorter van Edam, erkende quitgescholden te hebben tbv Heyn Heynse, Griet en Neel Heynsdochter, te weten Griet Jaap Meeus dochters kinderen, poorter en poorteressen van Edam, alsulk leengoed als hem aanbestorven is van wijlen zijn moeder Luide Jansdochter, te weten ½ van 2½ deimt lants gelegen agter Jan van Loeneshuys. Waarmede verkoper op 1577-05-29 beleend is. Behoudelijk dat de voorn. Heyn, Griet of Neel of haar nacomelingen gelijke last dragen zullen met de voorn. Jan Claassen of sijn nacomelingen van alle costen ofte oncosten die op de voorn. 2½ deymt leengoed gebeuren mogen van heervaart ofte anders, ende dit alles in sulker forme als die oude quitsceldinge hier voormaals van gepasseerd is vermeldende, dd 1521-03-16, gepasseerd onder schepenen zegelen van Edam als namelijk Gerbrant Claesz en Claes Claasz. Gepasseerd ten huize van Claas Jacobsz Huisman int Spuinbrugge; 1578-09-24: koning Philips beleent mits opdragte gedaen bij Jan Claassen ende die sone van Claes Jacobsz, Heyn Heyns met ½ van 2½ deynt lants van 5 deymten aan de noordzijde gelegen tot Edam agter Jan van Loenes huis, noord, oost en west: die afterhave van Edam, zuid: een stuk land dat Heyn Claes Loensen bruikt (vgl 1577-05-29)

Claes Jaap Avis, Claes Mathysz, leenmannen, en beiden poorters van Edam als getuigen; 1578-09-24: Pieter van der Goes en Christiaen van Alkemade, leenmannen

1496-01-29 (2) |

R.A.H. Coll Aanw 111 Caput N.H. fol 200-207v
Jaartallenindex

(vervolg) Jacob van den Woude, heere van Warmond disponeert over zijn leengoederen: 2) zijn dochter jvr Jacob, huisvrouw van Gysbrecht van Raaphorst, zal hebben: a) die ambachtsheerlijkheid van Woude, mit die schout aldaar te setten ende mit ⅓ deel van alle breuken, mit die gift van der kercke, mit die costerye, mit die gruyt, mit die swaendrift, streckende uit den Ryn an die Drecht, van die Drecht totten Aer, van den Aer van t ambacht van Leiderdorp, mit een verlopen thyns door al die voors. ambachten streckende mit die corentiende en mit die smaltienden, maar die pastory heeft daaruijt een weinich percelen van landen voor die kerck, daar hem die tienden alleen of gebeuren mit 10£ uyt den scoten aldaar, ende 2£ uyt die butting als zij verschynt, mit die vissery ende vogelry van heer Jacob ste [!] te weten staende ende t gaende mit die vissery van t Paddegat, mitten vogelry daeraen leggende ende mit die vissery van die wetering in denselven ambacht ende mit die visserij van die brugge; b) 10£ gr Vls als mijn huisvrouw nu ter tyd heeft en opbeurt uyt die tiende in die Poeldyk, en haar zijn aanbestorven by dode van haar moeder vrouwe Margriet van Doornick

1568-09-16 |

R.A.H. Coll Aanw 123 Caput Zeeland fol 93v, 94v
Jaartallenindex

compareerde voor mij Jacob Bruynstet, secretaris ordinaris commis des keizers, en secretaris van diens Groten Rade, joncheer Joost de Plaines, broeder van wijlen Maximiliaen, en geeft te kennen dat hem bij dode van zijn voors. broeder is aangekomen een rente van 300 £ van 14 gr Vls, losbaar den penning 16, sprekende op den grave van Bueren en speciaal op diens heerlijkheid van Conclive [!] gelegen in den lande van Zeeland, en op zijn deel van de Schap polrie, die Gillis van den Bussche namens hem comparant, onbejaard zijnde, verheven had op 1540-20-30. Daar hij nu zelf niet compareren kan om de eed te doen ter plaatse waar dit gebeuren moet, heeft comparant nu in handen van mij Jacob Bruynstet de eed afgelegd, en geeft hij volmacht aan jhr Jan van Paffenrode, Willem van de Werve en heer Cornelis Brandeling, advocaat postulerende voor den Prov. Raad in Holland, om namens hem het voors. leen te verheffen. Gedaan te Mechelen. Op huiden 1568-10-01 compareert voor de stadhouder van de lenen jhr Willem van de Werve, woonachtig alhier in den Hage, als gemachtigde van jhr Joost de Plaines en vernieuwd de leeneed tbv laatstgenoemde in handen van mr Cornelis Zuys, heer van Ryswijk, president en stadhouder van de lenen in Holland, Zeeland en Vriesland (vgl 1530-11-16)

present: mr Cornelis Oom, Claas Colf Heinricsz, Jan Beuckevort Jansz