1420-09 - 1420-12 (1) |

R.A.H. Coll Aanw 55 fol 7, 10/Privilegia 1420-1433 fol 3v

Jaartallenindex

een utschrifte van der heerschappije van Hagensteyn. Item ist gheleden omtrent 70 jaer dat tot Hagenstein een Heer was gheheten Jan van den Ghoije, ende die hilt die heerschappye van Hagensteyne in leen van der heerschappye van Kuyck ende in dien tyde soo was Heer Willem van Duvenvoirde Heer van Oosterhout een beleyder van Hollandt ende oock van Brabandt. Jan van Ghoye voorn. liet slechts één kind na nl Mergriet die huwde met heer Heinrick van der Lecke, eenige zoon van heer Peter heer van der Lecke, die verdreven wort ut Hollandt, ende voer woonen opter Ouder Ysel bij aenhoudt, ende timmerde dair een stedeken ende een huijs geheten den Weerde, des soo is Mergriete voirs. ghestorven sonder kinder. Heer Willem heer van Oosterhout voirs. heeft gecoft in dien tijden teghen den Heere van Kuyck alle mannen van leen als die heeren van Kuyck optie tydt hadden binnen den Ghestichte van Utrecht ende daer omtrent. Des soo was nae rechter besterfften op die tijt die nagelnaest rechtvolgher van leen van den heerschappye van Hagensteyn Heeren Steeskyns oudevader van Brakel, want syn moeder Jans zuster van den Ghoye voirs. was. Des zat opten huyse tot Hagensteyn optie tijt van heeren Steeskyns wesen alse een casteleyn ende een ambtman Heer Allart van den Wale

Rumst, van~ | 1423-01-19~

Leenregister Culemborg fol 94v

Achternamenindex

leenregister Culemborg 1410~: Henrick die Witte 1 vierdel land in het land van Hagensteyn belend boven: Gysbert Pijck, beneden: Gijsbert van Ruums

1405-12-24 |

R.A.H. Coll Aanw 69 fol 85v/Memoriale B.H. fol 53v

Haarlem Algemeen

item op ten H. Kersavond beval mijn heer Clais Gheryt Alboutsz die wissel binnen Haerlem te bedriven ende te bewaren. Durende tot mijns heren wederseggen, ende ombiet dat niemand anders wissel en houde. Gegeven tot Hagensteyn

Arkel, van | 1426-12-31

Matthaeus: Analecta dl V p 236

Achternamenindex

Peter van den Steene, proost van Oudmunster te Utrecht beleent heer Jan van Arkel met de heerlijkheid Haestrecht, Everdingen op Outena, geheten die tienhoven strekkende uter heerscappijen van Hagensteyn aen Lange Bolgerien, belend: de heer van Culenburch en de heer van Vianen; - een akker land te Everdingen in Hagensteyn strekkende van de Leck aan de Hautenaeschen wech, belend boven: Herman van Everdingen en beneden: Jan van Arkel

Claes Boerman Jacobsz en Willem van Kessel Claesz

Kessel, van | 1426-12-31

Matthaeus Analecta dl V p 236

Achternamenindex

Peter van den Steene, proost van Oudmunster te Utrecht, geeft aan heer Jan van Arkel Haestrecht, Everdingen op Outena, geheten die Tienhoven"strekkende uter heerscappijen van Hagensteyn aen Lange Bolgerien, daer die heer van Culenburch, boven den de heer van Vianen naest gelant is"; item een akker land tot Everdingen in Hagensteyn van de Leck aan de Hautenaeschen wech, belend boven Herman van Everdingen en beneden Jan van Arkel

Claes Boerman Jacobsz en Willem van Kessel Claesz

1420-09 - 1420-12 (2) |

R.A.H. Coll Aanw 55 fol 7, 10/Privilegia 1420-1433 fol 3v

Jaartallenindex

(vervolg I) Ende heer Allert voirs. die hadde verdaen ende verteert opten huijse van Haghensteyne 100 £ (des payments in dier tijt) méér dan hij inghenomen hadde, want optie tyt geen renten en waren meer dan 2 hoeven lants die men van den Grave van Ghelre hilt mitten huijse van Hagensteyn. Ende doe en woude des [?] van Brakel sijn vader [aen] heren Allert van den Wale sijn 100£ niet betalen. Des vel optien tijt die Heere van Oosterhout voirs an Heeren Allarde voirs, ende nam dat huys mitten heerschappije tot Hagensteyn tot behoef s Hertogen van Holland, en gaf hem zijn 100£. Een wijl daernae doe nam die heere van Oesterhout voirs een erfdochter van Vyanen, ende warff die van den Hertoghe van Hollandt die heerschappye van Hagensteijn ende was daeroff een gheweldich Heer alsoo lange als sijn wijff van Vyanen leefede. Ende doe sijn wyff van Vyanen starff, doe vercoft de Here van Oesterhout voirs. die heerschappye van Hagensteijn den Heere van Culenborch Heeren Hubrecht Scheinck ende heeren Otten heer van Asperen tesamen, ende deelden de heerschappy tesamen: die Heer van Culenborch die nam Everdinghen ende Hontswijck; die Heer van Asperen die nam dat huys tot Hagenstein, Gaspernweerde ende t Wael

Weteringe, van der | 1423-07-24

Leenregister Culemborg fol 96

Achternamenindex

leenregister Culemborg 1410~: - Sweder van der Weteringe een hoeve land in de heerschappij van Hagensteyn, geheten Russchenhove, belend boven: Henric die Witte en Diric die Grijemer, beneden: Henric van den Over, strekkende van de Hagewetering tot in de Lecke

Everdingen, van | 1426-12-31

Matthaeus: Analecta dl V p 236

Achternamenindex

Peter van den Steene, proost van Oudmunster te Utrecht beleent heer Jan van Arkel met de heerlijkheid Haestrecht en met een akker land te Everdingen in Hagensteyn strekkende van de Leck aan de Hautenaeschen wech, belend boven Herman van Everdingen en beneden Jan van Arkel

Claes Boerman Jacobsz en Willem van Kessel Claesz

Spijk, van | 1410

Codex Dipl Neerl dl 3 p 108, 112/Arch Buren

Achternamenindex

gebreken van hertog Reinald van Gelder tegen die van Holland: - Florens van Spijc, Otto Soettersz en anderen die van Han Henster [lees: haren hencsten ?] worden thoer ontweldicht in den lande van Hagensteyn ende Scoenrewoerde; - waren Jan van Blanckenvoirt ende Florys van Spijc 3 coye genomen uit den Twiscilt, die gaven sij weder

Bogaert (Uytten) | 1410~

Leenregister Culemborg fol 48 en 54v

Achternamenindex

leenregister van Culemborg: - Jan en Jacob Jacobsz 10 hont aan de Aude A, belend boven: Jan die Bont, beneden: Goesen uten Bogaert; - Jannes Bongaert (doorgehaald en vervangen door Spronck van Sweten) ½ hoeve land met de straat, gelegen te Everdingen in de heerscap van Hagensteyn, belend boven: Heyn Nyesensz erfgenaam, beneden die Heylige Geest te Utrecht