27 resultaten
Dam | 1675-05-24
Arch. Gecommiteerde Raden Noorderquartier Inv 51
Achternamenindex
losrenten kantoor Alkmaar: contingent Outcarspel, verschijndag 1676-09-15: Jan Dam in de Rijp fl 321 - fl 12-16-12
1583-11-30 - 1584-01-23~ | Koedijk
R.A.H. O.R.A. 6218 fol 23, 24
Jaartallenindex
Gleyn Pieter Aelbertsz en Gerrit Cornelisz schotvanger als voogden van Jan Heynis alias Jan Jansz weeskint, genaemt Marytgen Jansdochter, transporteren aan Pouwels Cornelisz Moeijhillis een acker saetland, groot 10 sneesen, gelegen in Outcarspel, belend zuid: Yde weijt, noord: die wa..ne van wijlen Pieter Jan Garbrantsz van Coedyck. Borgen: de voorn. voochden die tot onderpand stellen de helft van een acker saedtlands genaemt "Breesant", toecomende de voors. weeskinderen, groot in t geheel 18 sneesen, gelegen binnen de ban van Outcarspel, oost: dat kercke slijck van Coedyck, west en zuid: Reynier Cromhout, burgemeester van Alkmaar. Gerrit Cornelisz Schotvanger verheelt borch voor hem selfs, set tot een onderpand een stuck saetland binnen Outcarspel, groot 1 gars, noord: de weduwe van jonge Jan Heijnis, van Coedyck, zuid: Pieter Heyn Jan Wouters van Warmenhuysen
1592-01-25 | Koedijk
R.A.H. O.R.A. 6218 fol 63
Jaartallenindex
Pieter Dircsz heeft vercoft Jacob Jansz, van Barsingerhoorn, nu ter tyt woonachtich op t noortendt van Coedyck in de ban van Outcarspel een acker saetland, groot 27 sneesen, leggende op "Luijmoort" in de ban van Outcarspel, west en zuid: de bagynen, noord: Aerian Maertsz Coetenburch, west [!]: t noorder zoofun [?]. Onderpand: ½ van een acker saetland, groot in het geheel 2½ gars, de andere helft toecomende zijn broer Yf Dirc Yfsz, noord: de grafelijkheid, zuid: Yf Dirx, oost: het cleyne Cleymeer
Jan Gerritsz, schout, Gerrit Yfsz en Jan Bartholomeusz, schepenen
1593-01-20 (II) | Koedijk
R.A.H. O.R.A. 6218 fol 67
Jaartallenindex
Reijer Cornelisz, schotvanger, scheldt quyt Jan Pieter Luijtgis en Jacob Yfsz, van Coedyck, twee ackeren saetland, eertyts gemeen liggende in de ban van Outcarspel, groot tesamen 13 ½ snees, oost: Cornelis Reyersz Rus, zuid: Jan Cornelisz Rus, met syn ackers in t west in de Ooster Grob die gemeente van Outcarspel. Onderpand voor de vrijwaring: een acker saetland groot 10½ snees, gelegen in de ban van Coedijk, belend noord, oost en zuid: de grafelijkheids vroonlanden, west: Jan Hopmans
Jan Gerritsz, schout, Pieter Cornelisz en Jan Claesz, schepenen van Coedyck
1589-11-29~ | Koedijk
R.A.H. O.R.A. 6218 fol 54
Jaartallenindex
(zonder datum) Gerryt Garbrantsz Buijser heeft vercoft aan Gerrit Cornelisz, schotvanger, 3 snesen in een acker saetland genaemd "Oske bon", de andere deelen toecomende de voors. Gerrit Cornelisz, leggende in de ban van Outcarspel, noord: de weduwe van jonge Jan Heijnis, zuid: Heyn Jans (volgt een akte van 23 december 1589)
1591-01-20 | Koedijk
R.A.H. O.R.A. 6218 fol 90
Jaartallenindex
Jacob Jacobsz alias jonge Jaepkes scheldt quyt Pieter Pietersz van Outcarspel, een saedtacker leggende in denselven ban, groot 12 sneesen, west: Pieter Pietersz voorn, noord: Sijpke sloot, oost: Aeriaen Claesz, van Warmenhuysen. Onderpand: zijn huis en erf daer hij nu ter tijt in woont op de Koech, zuid: Claes Dircsz, noord: Gerryt Cornelisz met zijn broer en zusters
Jan Gerritsz, schout, Cornelis Reyersz hopman en Jan Pieter Luytgis, schepenen
1591-01-31 | Koedijk
R.A.H. O.R.A. 6218 fol 90
Jaartallenindex
Pieter Allertsz scheldt quyt Aeriaen Jan Aeriaensz een acker saetland, groot 12 snesen, in de ban van Outcarspel, zuid: Luijte Oorts weijt, noord, noordoost: het kerckeslyck; onderpand: zijn huis en erve op Coedyck, belend zuid: Cornelis Cornelisz Buecke, noord: Jaepe Jacob. Borg: zijn broer Yf Allertsz, die tot onderpand stelt "de Bijl", liggende over de cleymeer binnen onsen banne, zuid: de coman vroon laen, noord: Aerjan Jacobsz
Jan Gerritsz, schout, Jan Harcxz en Cornelis Harcsz, schepenen
1582-02-15 | Koedijk
R.A.H. O.R.A. 6218 fol 12, 13
Jaartallenindex
schout en schepenen te Coedyck oorkonden dat Jan Claesz, waert in t Vaele Paert tot Alcmaer, heeft vercoft Cornelis Pietersz en Pieter Jacobsz de Laet als voochden van het weeskint van wijlen Wouter Garbrantsz, tot Coedyck, ⅙ part van een stuk land groot in t geheel 9 geers en genaemd "Dirck Tyssen weijt", liggende in de ban van Outcarspel, noord: Wyerts weijt, zuid: die Con. Maj. vroonlanden genaamd "die Sytwind". Stelt tot onderpand voor de vrijwaring al zijn goederen. Borg: Frans Michgielsz, van Coedyck, die tot onderpand stelt een stuk lants genaemd "Platven", groot 2½ geersen, binnen onsen banne, zuid en oost: die dycgraaf van Geestmerambacht, Cornelis Jansz van der Nyburch, noord: die kerckeweijt. Vervolgens transporteert hij aan Cornelis Pietersz en Pieter Jacobsz Laet (boven staat: Jan Dircsz, en in margine staat: ut Brueck op Langedyk), voogchden van het achtergelaten weeskint van wijlen Wouter Garbrants, buerluiden tot Coedyk, ⅙ part in een stuk land, groot het gehele land omtrent 9 geersen, in de ban van Outcarspel, genaemt "Dirck Tyssen weyt", noord: Weijerts weyt, zuid: Vroonland Sydtwinde. De voorn. Cornelis Pouwelsz belofft q.q. vrijwaring
Jan Gerritsz, schout, Egbert Jacobsz en Pieter Cornelisz, schepenen
1593-01~ (III) | Koedijk
R.A.H. O.R.A. 6218 fol 67, 68
Jaartallenindex
(zonder datum) Jan Harcxz schelt quyt Aerjan Aerjans Spanjaert, van de Sijtwint, ¼ part in een stuk land genaamd "de Knip", de andere delen toecomende de voorn. Spanjaert, Cornelis Nanis en Wiert Jans ouwe kinderen [?], van Outcarspel, de rest de kerck van Outcarspel, groot Jan Harcxz deel 1¾ geersen, gelegen in den polder onder de Waertmolen, zuid: het land van de kerk van Noort Scherwoude, noord: de H. Geest van Noort Scherwou. Eijl Willems scheldt quyt Willem Pietersz Schotsman, van Coedyck, een stuck weyland gelegen ten noorden in de Daelmeer, groot 3½ geersen, noord: de noorder Rynsloot, west: Pieter Jan Claes van Alcmaer, oost en zuid: de Bijl. Onderpand: een stucksken lant in de Aftergeestlande, groot 1½ geers, gelegen in de suijder Daelmeersweijt binnen onsen banne, belend met de Vroonlanden ter wedersyden. Pieter Pietersz Put schelt quyt Jan Dircksz Maran een acker saetlands gelegen in St Pancras, groot 15 sneesen, oost, zuid en west: de grafelijkheid, noord: de casteleyn van Schagen. Onderpand: een acker saetlant genaamd "Glippersacker", groot 14 sneesen, noord: de grafelijkheid, oost: t Weyver, zuid: Hendrick Jansz, west: Pieter Pancras
1594 (XII) | Koedijk
R.A.H. O.R.A. 6218 fol 78, 79
Jaartallenindex
(zonder datum) Jan Jansz Ros scheldt quit aan Cornelis Claes Nelis, een acker saetlants genaemt "de Breetwijne", groot 9 snees 9 roeden, gelegen in de ban van Outcarspel, west en noord: de Veer, zuid: Jan Aerntsz. Waarborg: zijn zoon Jan Jansz en Cornelis Gerritsz, de zoon van Foockel Jansz. Onderpand: de huizen daer zij nu in wonen; - Jan Hendriksz kent schuldig Jacob Claes Hot, de rente 3½ gld verschenen op Carstyt 1595; - Aerjan Cornelis, van Nierop, moller van de Grob, erkent schuldig te zijn aan Neel Garbrantsdochter van Outcarspel, de somma van 75 gld, te betalen op Carstyt 1595 met 85 gld 5st; - Marten Symonsz transporteert aan Cornelis Dircsz Pater een acker saetlant gelegen op Berckmeer in de ban van Bergen, groot 3 Coedykse sneesen, belend oost: een notwech, zuid: Marten Symonsz, noord: Yff Allertsz. Onderpand zijn huis en erf gelegen op Coedyck, zuid: Lantheer, noord: Pieter Jacobsz. Borg: Yff Symonsz Claver, die tot onderpand stelt zijn huis en erf te Coedyck, zuid: Lysbet Coenis, noord: Marytgen Pietersdochter, weduwe Gerrit Jansz [?] Sloof