Bedoelde u soms?
vercregen | verkreeg | verkreege | verkregg | versteeg

5 resultaten

1520-04-23 |

R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Zeeland fol 35v, 36, 36v
Jaartallenindex

Karel etc. beleent jvr Anthonia Adriaen Ydo oudste dochter, na dode van haar vader Adriaen Ydo Jacobsz, met: - ½ van 1/48e deel van de heerlijkheid Vosmaer, te houden tot een onversterfelijk erfleen; - een huis en woning, groot 3 gemeten lant en daartoe nog 29½ gemeten lands, gelegen in onsen lande van der Tholen in Zeelant, in Mosselhoeck, die Ydo verkreeg van Heylwyf Claes die Vriesendochter, tot een recht erfleen; - ¼ deel van 1/12e deel van de heerlicheyt en tienden des alingen lants van Vossemaer, met ambacht, ambachtsgevolg en ambachtsrecht; - ½ deel van 1/72e deel van de voors. heerlijkheid en tienden van Vossemaer mit ambacht etc, al t welk wijlen Ydo Jacobsz vercreeg van Arnout Pietersz, tot een erfleen

1541-04-05 |

R.A.H. Coll Aanw 121 Caput Z.H. fol 166
Jaartallenindex

Karel beleent vrouwe Florence van Heemstede, vrouwe van Thienhoven, huisvrouw van heer Charles van Bernencourt heer van Thienlon, ridder, raad en hofmeester van onse suster de coningin-douagière van Hongarije, haar aanbestorven van haar broer heer Franchois van Heemstede, in zijn leven heer van Liesvelt, ridder: 1)het slot en huys van Liesvelt met de hofstede daar het op staat ende die landen daartoe behorende, met 6 morgen land daaraan gelegen in Gelkenesse, recht erfleen; 2) de heerlijkheid, hoge en lage, van ½ de stede van Nieupoort daar heer Rutger van den Boetzelare ½ van toebehoort, leen van Arkel, te houden tot een erfleen; 3) de heerlijkheid, hoge en lage, van Ammers Gravelant, van Gelkenesse, van den Afterlande, met bannen, boeten, thynsen en ⅔ deel van de tienden die daar vallen. Gerecht erfleen; 4) die coren- en smaltienden van Ammers Graveland, van den Afterlande ende van Poelwyk, ende haar vader vercreeg van heer Rutger van den Bootselare, te houden tot een erfleen; 5) die heerlijkheid van het dorp van Ottelant, gelegen in de Alblasserwaart, in hoge en lage gerechten, met alle den thynse, thienden, exchynsen van de heerlijkheid en het dorp, zoals heer Franchois die hield; 6) die hoge heerlijkheid van Puddersemsambacht, onversterfelijk erfleen. Haar man heer Charles van Bernenricourt doet de eed voor haar

leenmannen: mr Gelain Zeghers, mr Cornelis Suys, onse Raad in de camere v.d. Rade, Cornelis Barthouds, Anthonne Lebucq, Jacob van Busschuysen

1532-06-25 |

R.A.H. Coll Aanw 117 Caput N.H. fol 253v-257
Jaartallenindex

Karel oorkondt een supplicatie ontvangen te hebben van onse beminde schiltknape Aelbrecht van Raephorst, inhoudende, dat hij heeft twee zonen en andere kinderen, dat hij geen of weinig goederen heeft dan leengoed, zeer belast met schulden, bedragende wel 400 Kar gld, mits dat hij groote en merckelijke costen gehad heeft van enen Gerrit van Raephorst, zyn broeder, die in den Hage gevangen lag ter cause van delicten door hem gepleegd, daervan deselve suppliant van ons naderhant vercreeg onse brieven van remissie tot synen grooten costen, alsoo die selve Gerrit selve geen goederen en hadde. De suppliant wordt dagelijks voor zijn schulden gemolesteerd en dreigt in rechte aangesproken te worden, hetgeen veel kosten zal meebrengen. Hij kan niet betalen daar hij geen of zeer weinige goederen te verkopen heeft. Hij vraagt nu verlof om 4 morgen land te mogen verkopen als leengoed, genaemd die Coecamp ende die duynen van Raephorst, gelegen aan t huys te Raelphorst, een jaarlijkse rente van 4£ gr Vls, ter losse den penning 16. Bovendien vraagt hij verlof om tbv zijn jongste zoon over een zeker perceelken of rente te mogen disponeren. Hij ontvangt de gevraagde consenten om bij testament die making te mogen verrichten, en ook op het voorn. land een losrente van 4£ gr Vls te mogen vestigen

1535-03-19 |

R.A.H. Coll Aanw 118 Caput Arkel, Putten en Strijen fol 119v
Jaartallenindex

Karel beleent Pieter heer van Rooden na dode van zijn vader Pieter here van Rooden met: 1) ½ van den lande van Pendrecht geheten het land van Rooden, streckende van den kerckhove van Pendrecht voorn. totten ambacht van Catendrecht, met die hooge-, middele en lage jurisdictie, met tienden, ambachten, gifte van der kerken etc. Te houden tot een onversterfelijk erfleen [er staat hier niet: "Leen van Arkel"]; 2) dat huys tot Rooden metter hofstede, cingulen en graften. Leen van Arkel. Tot een onversterfelijk erfleen; 3) 6 morgen land gelegen in het land van Roden an twee stucken, a) 3 morgen min 1 hond, belend op die een side: des voorn. Pieters here van Roden oudtvader, op die ander zyde: jvr Katherina van Roden, b) drie morgen 1 hont, geheten t landt tegens den Dam gelegen tegen t huys te Roden voorn. Leen van Arkel. Tot een onversterfelijk erfleen; 4) de ½ van de heerlijkheid en het goed van Pendrecht, te houden als leen van de grafelijkheid van Holland; 5) de wederhelft van de voors. heerlijkheid en het goed van Pendrecht, en syn vader vercreeg van jvr Katharina Pietersdochter, huisvrouw van onsen beminden Raad Ord. van onsen Hove van Holland mr Joost Sasbout

heer Zegher van Alveringen heer tot Hofwegen, ridder, rentmeester van onse neve van Nassau, Cornelis Barthout Jansz, Willem Pietersz Criep, leenmannen

1537-09-06 |

R.A.H. Coll Aanw 120 Caput N.H. fol 50, Coll Aanw 121 Caput Z.H. fol 37v
Jaartallenindex

Karel oorkondt dat onse lieve en getrouwe Raad in de Camere van onsen Rade in Holland mr Joost Sasbout, ons heeft doen vertonen dat hij op 1520-03-27 (1519) van ons vercreeg brieven van confirmatie en verlij namens zijn huisvrouw juffr. Catherina Pietersdochter van een losrente van 16£ gr Vls per jaar, hem vercoft en gehypothekeert bij wijlen Pieter van Roon op de heerlijkheid en goeden van half Pendrecht en op zijn heerlijkheid en goeden van Roon, breeder blijkende bij acte van condempnatie voor het Hof van Holland dd 1519-09-24. Te houden deze rente zoals men de heerlijkheid en goeden van half Pendrecht met haar toebehoren van ons houdende is. Daar de genoemde brieven niet de goederen van wijlen Pieter van Roon nader specificeren, waarover mr Joost Sasbout moeilijkheden vreest, verzoekt hij verlij te doen zoals wijlen Pieter van Roden gedaan. Ende overmits dat deselve akte ende verlij mit meer andere brieven in den grooten excessiven brant die tot Delft geschiede den 1536-05-03 (verloren zijn gegaan), zo hij affirmeert verbrant sijn, verzoekt hij andere brieven van verlij voor de losrente van 16£ per jaar bij wijlen Pieter van Rooden den voors. Catheryn Pietersdochter gedaan, nl uit de heerlijkheid en goeden van half Pendrecht en de heerlijkheid en goeden van Roeden. Hij verkrijgt deze en zij doet daarop de eed. Twee akten met dezelfde inhoud. In margine van de ene staat dat deze brieven behoren geregistreerd te staan in het Caput Z.H, in de andere akte in margine: op huyden van ... December 1547 deed mr Aernt Sasbout, Raad Ord. in de Camer v.d. Rade de eed voor zijn moeder jvr Catherina Pietersdochter, weduwe van mr Joost Sasbout, in zijn leven Raad en 1e chancelier van Zyne Maj. in den lande van Gelre

mr Jacob de Jonge, heer tot Baerdwyk, Raad van de keizer en mr v.d. rekencamer, Heyman van den Ketel, ontfanger v.d. espargne, leenmannen