10 resultaten
Gellicum, van | 1438-10-09
R.A.H. Coll Aanw 208 fol 499/Mem Hof van Holland fol 207
Achternamenindex
proces tussen Jan van Gellicum samen met Jacob van der Duijn tegen Aernt Yewynsz wordt drie weken uitgesteld, bij vervolge van de baljuw van Zuidholland Jan van der Dussen
1435-05-12 |
R.A.H. no 86 fol 110v
Jaartallenindex
bevelinge van het schoutambacht van Hem en van Veenhuysen op Jan van Hove. Nota: al ist dat Jan van Hove bij vervolge van Floris Jansz van Cranenbroeck beveelinge ghegheven is, nochtans hout Floris voorn. den voors. dienst in pacht (zie 1434-01-07)
1521-04-08 |
R.A.H. Coll Aanw 116 Caput Zeeland fol 61v
Jaartallenindex
Karel oorkondt: dat wij ten vervolge en ernstiger bede van mr Balthasar van Hoogelande heeren Lievynszoon ridders, als gemachtigde van onsen getrouwen neve en ridder van onser ordene, heren Adolf van Bourgongnien, heer van Beveren etc, approberen en confirmeren alsulke belasting van 12£ gr Vls per jaar op zijn heerlijkhede van Duvelant, leen van Holland, tbv vrouwe Marie Hegels, weduwe heer Johan van Nyewenhoven, ridder
1532-03-18 (3) |
R.A.H. Coll Aanw 118 Caput Z.H. fol 120v
Jaartallenindex
Karel confirmeert ten ernstigen bede vervolge van jvr Emerentiana van Borsselen, weduwe Johan van Woerden heer ten Vliet, alsulcke duarie van 8 £ gr Vls per jaar als de jvr Emerentiana bij seeckere procuratie en verly daerop gevolgt, gereserveert sijn geweest, haer leven lang gedurende, te ontfangen uit de ambachtsheerlijkheid van sheren Aerntsberge en Amerstoll, sulx als die verlyt is haer zoon Geerloff van Woerden, breeder blijkende uit de verlijbrief (1532-04-05, 1532-03-05)
1459-10-11 |
A.R.A. Copie Leenkamer 39 fol 7v/Leenkamer 117B/Reg Charolais fol 5
Jaartallenindex
is Kerstyn Henrick Claeszdochter, die op dese tyt drie jaer oudt is, ten vervolge van Jan die Rode, haar voicht, een utsettinge gedaen, van wege myn heer van Charolais, van 13 morgen lands, die zij schuldig is te houden van myn here van Arkel, dat sy mit waenenversoecke niet versuymen, noch verbeuren en sall, tot der tyd toe dat sij tot hoeren mondigen jaren gecomen sal wesen, mits dat sij betaald heeft 3£ goets gelt tot 40 gr st, die sij sculdich was van heergewade nae uytwysinge haers briefs. Ghedaen by mr Anthonis Micielsz, daer ick mede by was T de Zwyeten (Graaf van Charolais vergunt aan Kerstyn Henrick Claeszdochter, nu oud 3 jaar, met haar voogd Jan de Rode, dat zij haar leen niet door wanverzoek zal verzuimen tot zij mondig is)
1399-08-28 |
R.A.H. Coll Aanw 47 fol 609v (608v ?)/Reg Albrecht V fol 348v
Haarlem Algemeen
hertog Albrecht oorkondt dat hij schuldig is aan Heer Henric van Croonenburch, onsen neve, door wijlen diens vader heer Willem van Croonenburch aan hem geleend 7500 oude Vrancr schilden, waarvoor hij aan heer Henric voorn. bewijst ende in handen geset onse hopgelt of grute tot Hairlem, totdat genoemde som betaald is etc. Hij verzoekt zijn zoon hertog Willem mede te zegelen. "Ende wij Willem van Beyeren etc bi bevelen ons liefs Heeren ende vaders voirn, ende om dat dit bi onsen wille, bi onsen rade ende bi onsen vervolge geschiet is, ende om recht liefte, gunste ende goet betruwen dat wij tot Heeren Henric voirn. hebben, ende omdat hi van onsen bloede ende maechscip gecomen is, alle dese voirs. punten geloift ende loven te houden en te doen houden" etc
1516-11-23 |
R.A.H. Coll Aanw 242 fol 164v, 165 (losinliggend)/Mem Hof van Holland
Jaartallenindex
zoe dede heer Jan van Duvoirde, heer Willem van Alckemade, ridders, Willem van der Bouchorst en Floris van Assendelft als heemraden van Schieland in handen van mynhere de Stadhouder, de Grave van Nassau. Ende mits dat heer Jan en heer Willem hem zeggen te wesen heemraden van Rynland en sonder redene gesuspendeert te wesen, daervan zij onlancx bij appointemente van den Coninck gestelt zijn in justitie, dat zij in meeninge zyn te achtervolgen, waeromme zij protesteerden nietjegenstaende den eedt dat indien zij wederomme gerestitueerd worden, dat zij meenden te kyesen welke van den heemraadscippe, van Rynlant ofte Schielant, zij zouden willen houden. Daerup hen geseijt was dat zij huer recht bij justitie vervolge mochte, ende dat gedesideert des Conincx meeeninge niet en was hen eenich ongelyck te doen. Dezelfde akte in de tekst op fol 170
1469-10-19 |
zonder bron
Jaartallenindex
den heer van Brederode roerende van Vyanen. Dese twee volgende brieven sijn bij mondelinge ordinancie ende bevel van den Hove van Hollant tot ernstiger bede ende vervolge van Reynoult heer tot Brederode etc alhier te register gestelt, onverminderd mynen genadigen heer ende hertoge van Bourgognen ende enen ygelicken daerinne zyns rechts, behoudelic oic specialiken dattet denselven minen heer etc. in toecomenden tiden niet verminderen en sal dat se alhier te boecke gestelt zijn, even verre dattet aencleeft dat die ½ van den Seven hoven mit allen horen toebehoren leen is gehouden van de heerlicheyt van de Lede ende Schoonrewoirde; 1) een brief van 1392-03-23 (des Saterdages na St Geerdendach in Maerte anno 1392): ic Alyt Johans wijf van Schonauwen etc; 2) een brief van 1422-06-05 (des Vrydages na des H. Pinsterdach anno 1422): ic Otte van Schonouwen heer Jansz van Sch.
1533-05-27 |
R.A.H. Coll Aanw 119 Caput Zeeland, Voorne fol 85v
Jaartallenindex
Karel oorkondt dat voor onse stadhouder van lenen Dirck Heyn Thou opdroeg tbv Marie Jansdochter, huisvrouw van mr Jan van Vuytrecht, onse baljuw van Delfland, ¼ deel van ½ van den bedyckten landeken genaamd de Streuijt, nu genoemd den ouwen en nieuwen Struijt, met thienden en andere toebehoren, uytgenomen ¼ deel van de voors. geheelen bedycten landeken, met alle toebehoren. En droeg nog op ¼ deel van de uytgorssen en aanwassen van de voors. Streuijt buyten an den voors. dyck gelegen. Leen van Voorne. Vervolgens wordt Marie Jansdochter ermee beleend tot een onversterfelijk erfleen, met last van erfpacht daaruit gaande. Haar man mr Jan van Uytrecht doet de eed voor haar. Op den 20e december 1533 soo is tot verzoek en vervolge van Dirck Heyn Thou bij de Keiz. Maj. verklaard dat de landen van de Streuijt, bedyct en onbedyct, wesen sullen vrij eygen erve, sulx als die in de brieven van gifte hier voormaals gedaen Aernt Vranckenz, schout der stede van Delft, gegonnet en gegeven zijn geweest bij wijlen keizer Maximiliaen, geconfirmeert bij brieven, mits dat men van de heerlijkheid Voorne ten onversterfelijke erfleen blijft houden de ½ van de voors. tienden. Opnieuw bevestigt op 1524-09-21
heer Jan van Duvenvoorde, heer Willem van Alckemade, ridders, Gerrit van Poelgeest, heer van Hoochmade, schiltknape, mr Joost Sasbout, mr Reynier Brundt, Raden v.d. Camer v.d. Rade, Cornelis Barthoud Jansz, leenmannen
1434-12-07 |
Coll Aanw 204 fol 565, 566v/Mem Rosa II fol 202v
Jaartallenindex
hertog Philips schrijft aan burgemeesters, schepenen en Raad van Hoorn en Jacob Jan Pietersz.z, schout van Wogenem. Toen de Raad in Augustus j.l. te Hoorn byeen was werd aan Jacob bevolen dat hij zulke recessen als hij sprekende had op onse voirs. schoutambacht voor onse Raad zoudt brengen, die u betalen zou hetgeen men nog daarop staande had; des wordt u corts daerna ut vervolge van onse stede van Haerlem geconsenteerd onse voirs. schoutambacht [van Wognum] te bewaren. Toen de Raad echter op 15 Sept te Schoonhoven een dagvaart hield waarop gy had moeten verschynen werd noch door u noch van uwentwege recesse gedaan. De Raad vindt dit zeer vreemd, en beveelt hem nu zyn handen af te trekken aan het schoutambacht en op St Nycolaesdage e.k. in den Hage te comen. Op St Nyclaisdach e.k. verschenen van wegen de stad Hoorn Pouwels die bode, Claes Hage en Jacob Jan Pietersz.z en verklaren dat zij hun handvesten van het schoutambacht van Wognum niet meegebracht hebben. Zij verzoeken uitstel. De heer van Santez weigert dit te geven. Zolang zij hun handvest niet vertoond hebben, beheren zij dit schoutambacht op eigen risico