12 resultaten

Vos | 1351-03-30 (1350)

A.R.A. Leenkamer 32 Copie fol 2v/Reg EL 25 fol 1v
Achternamenindex

hertog Willem geeft aan Vos, "onsen knecht van onsen lewen [lenen ?], dat puijr-ambocht van onsen dorp van der Hage", "als sine vorders gehat hebben"

1574-09-24 |

R.A.H. Coll Aanw 139 Caput Amstelland etc fol 8; R.A.H. Coll Aanw 141 fol 470/Reg Nassau fol 279
Jaartallenindex

koning Philips beleent Jacob Teus Gerritsz, schepen, tbv de stad Amstelredam (procuratie 1 sept. jl) met: 1) de ambachtsheerlijkheid van Amsterveen, met al zijn renten en toebehoren, 2) het ambacht van Nyewer Aemstel, 3) het ambacht van Slooten en Oesdorp met visscherijen en toebehoren. Tot een onversterfelijk erfleen, gelijk heer Reynouldt here van Brederode ende zijn vorders die te houden placht (vgl 1570-05-06, 1574-09-01, 1579-05-14)

mr Cornelis Oom, mr Jacob van der Meersche, Raden ord. in den Hove van Holland, Jacob de Jonge, secretaris, Pieter van der Borch (Reg Nassau: Pieter van Boreel), eerste deurwaarder van den Hove, leenmannen

1530-08-27 |

R.A.H. Coll Aanw 119 Caput Sticht, Woerden fol 16, 17, 19v
Jaartallenindex

leenmannen van Holland oorkonden dat Jan van Rutenburgh opdroeg tbv mr Vincent Cornelisz, Raad des keizers en eerste meester v.d. Camer v.d. rekening, die heerlycheid van Cabau, in hooge- en lage, tienden, belast met een eeuwige erfelijk rente van 60 gouden Koervorstse R gld, als hij den voors. mr Vincent op gisteren daaruit vercoft hadde. Met het verzoek om mr Vincent ermee te belenen. Op 1530-08-30 beleent Karel mr Vincent Cornelisz met het dorp van Cabau, mitter heerlijkheid, hoge, lage, tienden, fourfayten, renten, te houden tot een erfelijk leen, zoals Jan van Rutenberch en zijn vorders als Lodewyk van Treslonge, heer Jan van Treslonge, heer Jan van Treslong, heer Lodewijk van Treslonge, Ghysbert van Hemerten, Jan van Hemerten en hun vorders dit te houden plagen. Op 1530-08-27 verklaart Jan van Rutenberg dat het vercochte goed met niet meer belast is dan met 60 Kar gld per jaar. Voor de vrijwaring verbindt hij zijn huis ter Huele met 26 morgen in het kerspel van Lopick, leen van Holland. Op 1530-08-30 confirmeert Karel deze brief

Claes van Essche, Raad des keizers en rekenmeester, Jacob Coppier, Cornelis Barthouts, leenmannen; 1530-08-30: mr Joost Sasbout, Cornelis Bartouts

Dirc Symonsz | 1462-1463

Rek Rentmeester Kennemerland fol 7v
Voornamenindex

Dirk Symonsz, schout van Alkmaar, gebruict een stuk land geheten "Berchwerk" [te oude Niedorp], hetwelk is Vroenland, ende houdt dat in enen erfpacht, als him an bestorven wesende van sinen vorders die dat hadden bij brievenv an hertog Albrecht. Gegeven 1463-07-05

1448-03-15 (1447) | Ooosthuizen

R.A.H. Coll Aanw 102 Caput Amstelland en Waterland fol 1v/Reg Principum fol 1
Jaartallenindex

hertog Philips geeft aan Clais Rolle Gysbrechtsz den eigendom van 4 morgen lands, die hij en zijn vorders in leen hielden int Sticht van Utrecht int gerecht van Loeven [Loenen ?]. Hiervoor heeft hij weer opgedragen en in leen ontvangen een deymde lants gelegen in den ban van Oisthuysen bij dat blockhuys dat Clais Rolle, zijn oudevader, placht te hebben, dair an die oistzijde naest gelant is die papelike provende van Oisthuysen, ende west: Jan Heynenz, die beter is dan die voirs. 4 morgen. Tot een erfleen

1531-03-28 |

R.A.H. Coll Aanw 117 Caput N.H. fol 138
Jaartallenindex

Karel beleent [na opdracht door Arent van Grieken] zijn zoon Dammas Aerntsz met 8 morgen land gelegen in het ambacht van Alphen aan de oostzijde van de Goude, gemengder aerde in een weer lants van 29 morgen, streckende van Simon Cornelisz huiswerff tot aen den toeganck, belend oost: Jacob Coppier, west: de Goude kade, en dit uit kracht van het verleende octrooi. Te houden tot een recht erfleen, gelijk zijn vader Gerrit van Griecken [te lezen: Aernt ?] en diens vorders te houden plagen (vgl 1515-06-11 en 1530-12-10)

Crispyn van Bosschuysen, Raad en Rentmeester Gen. van Z.H, Gerrit van Loo, onse secretaris en clerck v.d. Rekenkamer, Pieter Willemsz, Cornelis Barthoudsz, Anthonie le Bucq, Joachim Cornelisz, Barrewout Willemsz

1450-06-04 | Bergen

R.A.H. Coll Aanw 102 Caput Kennemerland fol 12, 41v/ Reg. Principum fol 9, 32
Jaartallenindex

hertog Philips oorkondt dat Vrouwe Marie van Haemstede weduwe van wijlen Wolfairt van der Maelstede hem heeft opgedragen tbv onze getrouwe raad en rentmeester Bewesterschelde Pieter Annocqué, de hooge- en ambachtsheerlijkheid van Bergen in Kennemerland, met alles wat daartoe behoort. Hij wordt er vervolgens mede beleend tot een onversterfelijk erfleen, te verheergewaden met een rode sperwer of een Vrancr. schild hiervoor. In margine: dese brief is geacasseerd en vermaect op een ander manier van derselver data, zie fol 41v: de ambachtsheerlijkheid, zooals Floris van Haemstede ende zijn vorders die hielden

1530-05-18 |

R.A.H. Coll Aanw 118 Caput Arkel, Putten fol 49-50v
Jaartallenindex

Karel oorkondt dat hij na ingewonnen advies van de stadhouder van de lenen en de rekenkamer, die met Reyer Rolofsz van Gorcum als man en voogd van Digna Arentsdochter, een overeenkomst getroffen had ter zake van twee partijen van lenen: 1) 6 morgen lands mitter timmeringe en griendinge daerop staende, gelegen in Poedersintsambacht, streckende van de Giessen tot Joris Pietersz lant toe, oost: Claes Gysbrechtsz, west: Jan Roelofsz, 2) 12 morgen lands liggende boven Giesekercke, streckende van de Giessen totten nieuwendyck toe, oost: de H. Geest, west: Cornelis Willemsz, die aan de grafelijkheid vervallen waren als leen van Arkel bij wanverzoek, "mits dat men t verlij van wijlen Dirck van Zwieten onlancx overleden, niet en vant, en vant noch daer te voeren Claes van Zwieten, zijn vader ". Waartegen Reyer Roelofsz uit naam van zijn vrouw geprotesteerd had. Karel beleent Digna Arentsdochter nu met dit leen als Alyt van Zwieten Jan Sproncx dochter en haar vorders gehouden hadde, leen van Arkel. Voor Digna doet haar man Reyer Roelofsz [er staat: Reyer Willemsz] de eed

1434-12-19 |

Coll Aanw 204 fol 591, 553/Mem Rosa II fol 210, 198v
Jaartallenindex

hertog Philips oorkondt dat hij zijn buren van Warder ontboden had te antwoorden tegen Heinrick van Haerlem, overmits dieselve Henric hem recht vermat aen ⅓ deel van Warderbroek, daer dieselve buren hem onbruyck of deden. De Raad heeft Heynric in den besten recht bevonden, ten ware hij met beteren recht daaruit gewonnen worden. Claes van Warder is daarop gekomen zeggende beter recht te hebben. Heynric bracht sekere getuigen en oorkonden mee, die getuget hebben dat zij denselven Heynric van Haerlem van ouden tyden, vele jaren geleden in den besitte gekent hebben. Mit welken getugen Clais voirn niet tevreden was, seggende dat er meer getuigen moesten komen. De Raad heeft toen geschreven aan Gysbrecht van Vyanen, onse baljuw van Kennemerland en Otte van Egmond om nader onderzoek te doen. De door deze opgeroepen getuigen bevestigen alle dat Heynric en zyn vorders van ouden tyden in het bezit zijn geweest van ⅓ deel van Wairderbroek. De Raad handhaaft Henric nu in zijn bezit; 1434-11-20: Henric van Hairlem heeft de hertog lange vervolcht en clagentlick te kennen gegeven dat him die buren van Warder ontweldicht ende onbruijck gemaect hebben ⅓ deel van Warderbroeck, en zij worden voor de Raad gedaagd etc

1356-04-20 |

A.R.A. Copie Leenkamer no 32 fol 121v/Reg E.L. 23 fol 78
Jaartallenindex

hertog Willem geeft zijn lieve en getrouwe stede van Delft om menigen trouwen dienst: 1) onse husinge, daer die lombaerden op plagen te wonen, die te gebruiken in oerbaer der gemeenre steden, behoudeliken ons als wi daer comen onse open herberge in te hebben met onse gesinne, 2) onse wissele binnen haere stede te houden, 3) haar poorters zullen geen scot geven dan alleen van hun goeden binnen der stede vryheid, 4) onse Hof van Delf vrihede sal wesen. Zij ontvangen echter geen tolvrijheid, noch sullen sij an den recht wesen deser stede. Als dit land verheert of verwandelt, dan sal men het ontfangen vor onsen rechter en schepenen van Delft, behoudelik ons onse pondgeld. Ende dit voors. land zal gepacht wesen bi onsen scepenen en Rade. Voor 37£ sjaars die wij daarof plagen te hebben zal onse poorte ons uitreiken 10£. Zij zullen ons dien met 18 man in eenvoudige heervaart (tevoren 17). Voort zullen wi behouden op desen lande sulke hofdienst en ongeld als wij en onse vorders daerof plagen te hebben. Voort sullen scepenen en raad setten 5 mannen, die woonachtich syn op ten lande voors, drie mannen bi ooster Delf, ende twee bewester Delf, die sullen helpen scouwen alle banwerck dat scepenen van ...... voertyts plagen te beschouwen, mit den rechter van onser stede ende mid den scoute van Delf

presentibus: dominis de Ysselsteyn, de Brederode, baronibus, Johanne de Poel, Lyone, militibus, T. de Thenis