8 resultaten

Zuidwinde, van | 1374

Batavia Illustrata bl 1212
Achternamenindex

genoemd: Johan van Zuydwinde heeft hertog Albrecht geassisteerd met 50 gewapende mannen; 1420: Johan van Zuydwinde

1503-11-27 |

R.A.H. Coll Aanw 112 Caput Vriesland fol 29v/Reg Archidux
Jaartallenindex

leenmannen oorkonden dat Jacob Heyndrixz heeft opgedragen tbv zijn neef Cornelis Geryt Pietersz.z ½ huys met de helft van 7 geersen lants daer 't huys op staet, gelegen in den ban van Oude Nyedorp, streckende bij der zuydwinde langes. Hij verzoekt goedkeuring hiervan

1495-04-09 |

R.A.H. Coll Aanw 111 Caput Z.H. fol 26v
Jaartallenindex

leenmannen van Holland oorkonden dat Jannes Jannesz opdroeg tbv zijn zoon Ocker Jansz, en dat tot zijn huwelijk, 5 morgen gelegen tot Alblasserdam in die Vinckenpolre, oost: die Zuydwinde, west: dat Breeweer. Met het verzoek om Ocker Jansz hiermede te belenen (vgl 1498-01-17)

Heern Adriaen Ockersz, Jacob Willemsz, Huyg Claesz, leenmannen

1500-02-01 (1499) |

R.A.H. Coll Aanw 112 Caput Zeeland fol 33
Jaartallenindex

Philips oorkondt dat Dirck van Wijck Airntsz hem opdroeg tbv Jan Willemsz van den Zuydwinde, 4 morgen lands gelegen in onsen lande van Heusden, in de ban van Harpt in een stuk land gehieten die Zegelair, en dat hij Jan Willemsz hiermede vervolgens heeft beleend. Debet stare capitulo Heusden et dz die Jan Gillisz van der Zuytwinde, ende oock in de stede van 4 morgen lants, het ¼ deel van 17 morgen lants. Uit patet lio maximus et Philips Calo Heusden soo dertien op jvr Catelyne Aerntsdochter van Wyck

1544-10-28 |

R.A.H. Coll Aanw 121 Caput Z.H. fol 335, 336v
Jaartallenindex

leenmannen van Holland oorkonden dat Gerrit Jacobsz van Alblas opdroeg de Zuydwinde gelegen in den ambacht van Alblas, aan de ene zijde: Jans lande van den Noordeloos, aan de andere: Abels land van Bysanten, met allen uiterdyke ende dycke, groot 10 morgen, zoals hij die van de grafelijkheid in rechten erfleen houdt, tbv Pieter Gerritsz op Schairlaicken, poorter der stede van Dordrecht. Met het verzoek om deze ermede te belenen. Op 1545-05-29 beleent Karel, na opdracht door Gerrit Jacobsz van Alblas, Pieter Gerritsz op Schairlaecken, onse poorter van Dordrecht, met dit leen (vgl 1544-06-02)

leenmannen: Albert van Loo, auditeur v.d. camer v.d. rekeninge, Adriaen Sandelyn, advocaat in den Hove van Holland, Cornelis Barthouts; 1545 present: Jan van der Woort, Anthonne Lebucq

Merwede, van der | 1453-10-18

Ned Leeuw jg 1939 p 67 ev/Hollandse Leenkamer 116 Caput Altena fol 4v
Achternamenindex

Odilia van de Merwede wordt beleend met de heerlijkheid van Eethen, Meeuwen en Babilonienbroek en alle gerechten, de lage heerlijkheid van Drongelen, 100 £ per jaar uit de burcht van Meeuwen, een hoeve moer, de hoge en lage heerlijkheid van 's Gravenmoer en Vijftienhoevenmoers, eerder van Luden Henricksz [zgn Hendrik Ludenambacht], de ambachtsheerlijkheid van de Zuydwinde met de gronden van acht hoeven moers achter dit ambacht, erfleen zoals Jan van der Zuytwinde die vroeger had, de ambachtsheerlijkheid en moeren in Zuidholland boven de Zuydwinde (met belendingen), de ambachtsheerlijkheid van Monsterkerk aan beide zijden van de Dussen, het recht vierendeel van de helft in de Grote Waard en nog 15 hoeven en 5 hoeven moers met de ambachtsheerlijkheid in Den Ham te 's Gravenmoer, 5 hoeven en wildernis bij het ambacht van Waspik alle hoven houdende 16 morgen; hulder is Arnt van Wyck van Honsoirde; haar zuster Johanna erfde Burgst

1497-08-23 |

R.A.H. Coll Aanw 111 Caput N.H. fol 30v
Jaartallenindex

leenmannen van Holland oorkonden dat jvr Ymmesoete van der Marck met haar man heer Floris van Alckemade, ridder, opdroeg tbv Jacob Heerman 5 £ gr Vls per jaar erfelijke rente uit een tiende die Ymmesoete van de grafelijkheid in leen houdt, gehieten "die Zuytmaaslantsche tiende", gelegen in Maasland. En nog een tiende gelegen in Hodenpyl, beginnende van Anthonen [Authoven], voirt opgaande bij den ...., tot aen der Leyderdorp toe en van den Leyerdorp streckende van der zuydwinde zuidwaarts tot Anthonen toe, gedeelt in vieren: 1) die nyepolre tiende, 2) die oude polretiende, 3) ook die nye polretiende, 4) die tiende liggende achter die kercke te Schipluiden. Losbaar met 500 cronen (tot 24 st t stuck gerekend). Zij en haar man affirmeren dat zij van mynen here octrooi verkregen om van haar goederen te mogen disponeren, doch dat zij tot nog toe daarof niet gedisponeerd en hebben

Gerrit van Schoten, Huige van Swieten, Dirck van Boneem, leenmannen van Holland

1479-06-28 |

R.A.H. Coll Aanw 111 Caput Z.H. fol 95 IIv - 104v
Jaartallenindex

compareerde voor den Hove van Holland Claas van der Merwede, bastaart, heere van Baarswijk, en toont een octrooi, dat hij geen wetachtige zonen heeft, maar wel dochters, waarvan de oudste zijn leengoederen zal erven, en dat hij daarom over deze goederen bij testament zal mogen disponeren, dd 1479-01-21. Claes maakt nu zijn uiterste wil en ordineert dat zijn drie dochters, als jvr Machteld, Lysbeth en Maria, daer moeder af geweest is jvr Margriete Willem Bogaertsdochter, zyn geechte huisvrouw sal. ged, na zijn dood al zijn goederen hebben, gebruiken en aanvaarden zullen in deze condities: 1) jvr Machtelt gehuwd met mr Cornelis de Jonge, Raad, ontvangen zullen de heerlijkheid van Baardwyk met dorp in het land van Heusden. En het aandeel in de tienden dat Claes aldaar heeft, die hij in leen heeft van de abt van St Truyen. Benevens alle onroerende goederen die Claes in Baardwijk heeft, mitsgaders die huysinge mitten schuren en timmeringe met toebehoren. Zij zal legaten uit betalen en de kosten van zijn begrafenis. 2) jvr Lysbeth en Maria zullen na zijn dood ontvangen vier hoeven moers, mitten gronde, gelegen in Zuid Holland, gelegen boven den ambocht van Zuydwinde in die parochie van Capelle, zoals Claas die van de grafelijkheid van Holland in leen houdt. Al zijn andere goederen zullen zijn 3 dochters delen. Met bepalingen over de vererving. Vervolgens hebben jvr Machteld met haar man mr Cornelis, en haar zuster jvr Lysbeth met haar gecoren voogd Daniel v.d. Merwede, deze making geconfirmeerd. Daar jvr Marie nog onmondig is, zal zij als zij mondig geworden is, voor schepenen van Heusden afstand moeten doen van alle erfenis haar van haar vader aangekomen binnen den bedrijve van Baardwyk, en voor het Hof van Holland de making van haar vader moeten confirmeren. Zij zal niet meer hebben dan ¼ in de vier hoeven moers, vermeld sub 2 (vgl 1479-01-21)

bij here Philips van Wassenaer, ridder, Gerrit here tot Assendelft, Tielman Oom van Wyngaarden, Raadsluden; get. van Swieten