59 resultaten

Spiering | 1527-1551

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland dl VII dossier 618
Achternamenindex

Gherrit Spierinck van Wel, castelein van Heusden, Jan Spierinck van Wel mede namens de andere erfgenamen van Willem Spierinck contra Hughe Spierinck van Aelburg: Willem Spierick kocht 5 morgen te Veen in het land van Heusden belast met rente tbv jvr Adriane Spierinck van Aelburch weduwe van Tielman van Questenborch; toen Willem stierf, was er een renteschuld en Adriana wilde executie, kreeg in 1527 gelijk van het Hof; 1538: eisers veroordeeld in de helft van de kosten; 1533: Adriane was overleden, haar nicht Adriane Spieirnck van Wel zette het proces voort; 1541-01-15: de Grote Raad eist rekening en verantwoording; 1543-1551: Adriana overleden en in haar plaats trad op Hughe Spierinck van Aelburch; 1568-1569: Gerrit Spierinck van Wel, kastelein en dijkgraaf van Heusden

Ledige, de | 1330-10-31

Ons Voorgeslacht 09-1988 p 401-403/Berkelbach v.d. Sprenkel: Regesten Bisschoppen van Utrecht no 963, 964
Achternamenindex

leen van Amstel: no 121) 3 morgen in Mynden in het gerecht van de bisschop, Wouter de Ledige voor 18 £ per morgen, belend noord: heer Harparen van den Bossche, oost: de Brededijk, zuid: de Obbenlaan, west: de Meensloot; 1351-12-17: Gysbert die Ledige Woutersz; 1369-11-01: Willem die Ledige na dode van zijn vader Wouter; 1390: Willem de Ledige Gysbertsz met de ledige hand; 1411-07-10: zijn vader Gysbert de Ledige na dode van Willem [of: Gysbert na dode van zijn vader ?]; 1424-07-26: Gysbert Gysbertsz na dode van zijn vader; 1436-03-14: Gysbert Gysbertsz; 1451-08-14: Gysbert Gysbertsz na dode van zijn vader; 1476-06-12: Gysbert Gysbertsz na dode van zijn vader; 1515-06-21: Valentijn van der Voort na overdracht door zijn schoonvader Gysbert Gysbertsz

Akersloot, van | 1409-02-04

Rechtspraak Graaf van Holland II p 241
Achternamenindex

hertog Willem doet uitspraak over de doodslag door Willem van Adrichem, Claes van Adrichem en Pieter Loys gepleegd op Wouter Woutersz en Clais Woutersz. "In den eersten soe is onse ende ons raidts seggen, dat die hele soene van Wouters ende Clais voir..r dode costen sal 900 Vrancr cronen, die men Andries Claiszoon, Meeus Andrieszoen van der eenre zide, ende Gheryt Hugenz ende Wouter Wouterszoen van der ander zide ende voort dengenen uter maichscip van Akirsloit, die onse getruwe heer Jan van Heemstede van onser wegen daartoe schicket, betalen sal in den Hage voir onsen rade, ende dieselve onse rade sullen den magen voirn van der zoenen voirscr doen hebben also vele, als him redelic ende bescheidelic duncken sal, ende dat sullen sij voirt smaldeelen onder horen magen als dair toebehoirt" . Bovendien moeten zij voor de gedoden 500 zielemissen laten lezen

Dompselaer, van | 1612-11-05

G.A.Amsterdam Not Arch 375 fol 560
Achternamenindex

notaris Nic. Jacobs begeeft zich op verzoek van Jacob Joosten, man van de zuster van Ghysbrecht van Dompselaer, naar het huis van Ghysbrecht en doet hem een insiniatie "Alsoo d'insinnant tegen Styntgen Brants, moeder van u Ghijsbrecht van Dompselaer ende van Judith van Dompselaer u suster ende syne insinuants huysvrouwe langdurich proces heeft moeten sustineren, waerinne soo verre is geprocedeert dat bij de laetste acten in den provincialen raede is geordonneert dat de voorn Stintgen Brants uwe moeder in den Hage soude moeten in gyselinge syn en blijven ter tijt ende wijle toe sy soude hebben voldaen t commisse in den voors rade op den 22 Dec 1605 geweesen". Zij was echter intussen overleden. Hij vraagt nu of Ghysbrecht van plan is het proces tegen hem, door zijn moeder begonnen voort te zetten. Ghysbrecht antwoordde hierop: "dat hij hem gedrouch als t recht ende de justitie"

Egmond, van | 1312-10-28

Van Mieris II p 127/Bockenberg: Egmondanorum Historia et Genealogia p 51, 52
Achternamenindex

twist tussen Wouter van Egmond en abt Bartoud van Egmond over het goed van Egmond; Wouter volgt het advies van zijn Raad: - dat men in den boeme voor dat steenhuys houden sal drie gadinghe s jaers, - dat waar enich man geslagen orde binnen den dorpe, so souder Wouter comen ende vragen den abt wanneer dattet den abt goedtdocht dat menre over rechte, ende sal den abt bidden dat hij daerover ware; als de abt niet thuis is, zou hij de prior aanspreken, also bij mijn te zitten ende dat recht van den dooden manne sal wesen voor t naeste huys van den dorpe voor die bregge. - Hij sal niet rechten over des Godshuys mannen dan van dootslagen ende van vechten. - Voort waert dat saecke, dat die boden van den Hoeve misdaden in den dorpe, dat soude ic, ofte mijnen bode den abt seggen etc

scheidslieden: Hugo prior van Egmond, Gerardus de Heemskerk, Joannes Persyn senior, Walterus Wterwyck [uter Wijc], Theodericus de Rollant

Zevender, van | 1512

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland o.a. dl V dossier 409/4 sub f
Achternamenindex

Jan van Zevender had zich samen met Willem van Cromvliet, Jacob Jacobsz x Sibille van Soutelande Gillisdochter en Willem van Soutelande, verbonden tegenover de vrouwe van Assendelft in een obligatie van 4800 £ Vls, rentende 300 £ per jaar, die echter niet uitbetaald werden; 1516-1537: mr Gillis van Soutelande verkreeg van Aleid van Assendelft cessie van haar vordering op Willem van Zevender, zoon van Jan van Zevender. Toen Gillis de goederen van Willem wilde executeren ontstond proces voor de Grote Raad; 1530-03: Alyd kreeg consent van het Hof van Holland om executie van de termijn van 1529 over te gaan. De deurwaarder verkocht een huis en grond te Voorburg [toebehorend aan mr Gillis van Soutelande en niet aan de van Sevenders] aan Willem Pietersz. Mr Gillis van Soutelande ging hiervan in appèl bij de Grote Raad; 1530: overleed Alyd van Kyfhoek en haar erfgenamen zetten het proces voort; 1528-02-15: de deurwaarder sommeert mr Willem van Zevender tot betaling van 113 ½£

1512: Jacob Jacobsz, gewezen rentmeester van Kennemerland, zijn opvolger Willem van Cromvliet was bij het eerste bevel om in gijzeling te gaan in Haarlem, om daar gelden van Jacob Jacobsz in ontvangst te nemen

Soutelande, van | 1512

Grote Raad Mechelen Beroepen Holland o.a. dl V dossier 409/4
Achternamenindex

Jan van Zevender had zich samen met Willem van Cromvliet, Jacob Jacobsz x Sibille van Soutelande Gillisdochter en Willem van Soutelande, verbonden tegenover de vrouwe van Assendelft in een obligatie van 4800 £ Vls, rentende 300 £ per jaar, die echter niet uitbetaald werd, waardoor de vrouwe Willem van Cromvliet als hoofdelijke schuldenaar aansprak; 1516-1537: mr Gillis van Soutelande verkreeg van Aleid van Assendelft cessie van haar vordering op Willem van Zevender, zoon van Jan van Zevender. Toen Gillis de goederen van Willem wilde executeren ontstond proces voor de Grote Raad; 1526-12-01: sententie in het proces tussen mr Gillis van Soutelande contra de procureur generaal Pieter Govertsz en Dirck Heyn Thou, waarbij verweerders gelijk krijgen, dat de goederen van Willem van Crompvliet verkocht moeten worden ten bate van alle crediteuren; 1530-03: Alyd kreeg consent van het Hof van Holland om executie van de termijn van 1529 over te gaan. De deurwaarder verkocht een huis en grond te Voorburg [toebehorend aan mr Gillis van Soutelande en niet aan de van Sevenders] aan Willem Pietersz. Mr Gillis van Soutelande ging hiervan in appèl bij de Grote Raad; 1530: overleed Alyd van Kyfhoek en haar erfgenamen zetten het proces voort; 1528-02-15: de deurwaarder sommeert mr Willem van Zevender tot betaling van 113 ½£

Zevender, van der | 1410~

R.A.U. Oudste Leenregister Ysstelsteijn (1409) no 1 ingeplakt bij leen no IX
Achternamenindex

de heer van Egmond heeft in het verleden aan Jan van der Zevender 6 morgen land ten eigen verkocht, welk land hij beloofd heeft te beleggen in Polsbroek en van hem in leen te ontvangen; "hierop is Stevens meijning omdat hij geern gequyt wert uter borchtochte als dat sijn neve sijns bruederssone copen soude tegen enen man geheten Loeff Hermansz, borger t'Utrecht, ende mijn here in voirtijden aengecomen was van Wouter Dienz, ende hij voort gaf Screvel ende Aernt Coppenz, 6 morgen lands gelegen in Polsbroec die hij van minen here te leen ontfangen soude in der vuegen als dat toebehoirde. Des soude myn here gunnen ende brieven geven denselven Loeff Hermansz ende sinen wive, dat sij hoer leven lanc bueren souden alle jaer 10 Aernh gld ut 6 mergen lants gelegen op t Oudelant, die Jan van minen here hout tot enen quaden lene, ende oft gebuerde dat Jan storve sonder wittachtige geboirte voir Loeff ende sinen wive, of dat die 6 mergen aen minen here quamen mit enigen recht, so sall mijn here mit goeden brieve ..... wesen, dat men dan die 10 gld alle jaer weder heffen ende bueren soude ut sulke guede als Jan houdende is van mijnen here van Egmonde of van minen here van Gelre gelegen binnen der heerlichede van Ysselsteyn so lange als Loeff off sijn wijff leveden"

Arkel, van | 1495

Reg Gelderse Leenaktenb 9e stuk p 499
Achternamenindex

Arkel van Heukelom, het huis tot Weerdenborch: Walrave van Broichusen, vrouw van Otto van Arkel heer tot Hoekelom verzoeken de belening als erve van haar broer Gerrit, wordt uitgesteld tot de komst van de raadsheren van Wilhem van Aeswijn, 1496 beleend. "Ende diewijl sy 7 kinder, 4 soone ende 3 dochter heeft", erft de oudste zoon Gerrit van Arkel de heerlijkheid, of de oudste zoon in leven; 1514: Walraven van Arkel, erfenis van zijn moeder; 1519: Walraven van Weerdenborch; 1521: Gerrit van Arkel bij transport door zijn broer Walraven; 1534-07-13: Walraven van Arckel bij transport van zijn broer Gerrit. Hij geeft zijn vrouw Catrin van Gelre een lijftocht; 1538-10-04: eed vernieuwd; 1556-06-23: Otto van Arkel erft van zijn vader Walraven. Zijn broers en zusters waren Karel, Joris, Gerrit, Elisabeth, Anna, Walrave, Helwich, Carl van Arkel. 1557-10-27: eed gedaan. 1563-08-11: de zoon van de vrouw van Weerdenberch krijgt uitstel; 1566-11-16: het leen gaat van Catrin van Gelder over op haar zoon Carl; 1576-11-16: lijftocht voor Carls vrouw Claude van Lykercken; 1596-03-13: Catrin krijgt 3 maanden uitstel na de dood van haar zoon Carl van Arkel; 1599-10-13: erft Maria van Arkel, als erve van haar vader Otte en erft voort op haar moeder Elisabeth. Het gaat over op de zoon van Elisabeth Thomas van Thiennes, bannerheer tot Heucklom Leyenberg